Op twee momenten in mijn leven ben ik ongevraagd door een vreemde man in mijn kut gegrepen. En één keer ben ik bespuugd. Mijn geheugen is niet bijster goed, maar deze voorvallen kan ik me nog levendig voor de geest halen.
De eerste keer was ik 14 en liep ik over de Wallen – het was druk en ik liep tegen de stroom in. Mensen keken naar de vrouwen achter de ramen en drommen toeristen lachten hardop bij de etalages van de sekswinkels. Een korte, donkerharige man priemde zijn ogen vanaf een afstand al in mijn ogen, waardoor hij de massa leek te ontstijgen. Toen hij zich langs mij wurmde, greep hij met zijn hand in mijn kruis en kromde zijn vingers alsof hij een tennisbal omsloot. Hij maakte een vegende beweging omhoog, en terwijl hij langzaam verder liep, ging zijn hand via mijn venusheuvel naar mijn dij, naar mijn zij, naar mijn billen, en verdween via de achterkant weer tussen mijn benen. Hij kneep nog één keer, en toen liep hij verder en liet hij los.
Videos by VICE
Ik draaide me om, in shock, en zag hoe hij smalend naar me omkeek.
De andere keer kutgrijpen was ‘s nachts, na het uitgaan in een ordinaire badplaats in Zuid-Frankrijk, en het bespugen gebeurde op een Amsterdams fietspad, waarbij ik tegelijkertijd uitgemaakt werd voor hoer. Getraumatiseerd ben ik er niet door, daarvoor waren de vergrijpen te licht misschien, maar onvergetelijk was het dus wel – vooral doordat ik op die momenten voelde dat mijn vrijheid grenzen had, en dat de publieke ruimte een plek was waar mensen, mannen, over die grenzen heen kunnen gaan.
Er is een belangrijke rol weggelegd voor mannen die wel begrijpen dat het niet normaal is om een vrouw in haar kut te grijpen – zij moeten de mannen die dit niet snappen daarop aanspreken.
Van de Nederlandse vrouwen tussen de 15 en 34 jaar heeft 83% wel eens te maken gehad met een vorm van straatintimidatie, van nafluiten tot in het nauw drijven of betast worden. En 76% van die vrouwen voelt zich wel eens onveilig op straat, blijkt uit onderzoek van de Gemeente Amsterdam, waarin aan meer dan 1000 vrouwen is gevraagd wat hun ervaringen waren met straatintimidatie in 12 maanden tijd. Hoe intimiderender het incident, hoe hoger het gevoel van onveiligheid – dat is niet verwonderlijk.
Wel verwonderlijk is het als intimiderend gedrag wordt verklaard vanuit het gedrag van een vrouw: ‘Had je maar niet zo een kort rokje moeten aantrekken’ is bijvoorbeeld een kromme en schadelijke redenering, maar ook de verongelijkte vraag ‘mag er dan helemaal niets meer?’ is vreemde logica, die impliceert dat vrouwen preutse mutsen zijn die nergens tegen kunnen, en dat de maatschappij vertrut.
Dat laatste is misschien wel zo is als het gaat om sluitingstijden van nachtclubs of het verdwijnen van cafépoezen, maar dat is wel wat anders dan seksueel geweld – wat precies niks met preutsheid te maken heeft. Het is een wezenlijk onderdeel van iets wat we (sinds de jaren zeventig) ‘verkrachtingscultuur‘ noemen: een klimaat waarin een gebrek aan respect voor vrouwen ontstaat, gedijt en wordt genormaliseerd, en wat kan uitmonden in agressief gedrag jegens vrouwen. Ook de reden voor dit soort gedrag neerleggen bij vrouwen zelf is onderdeel van die cultuur, net als grappen maken over verkrachtingen of vrouwen ongevraagd en alleen maar aanspreken als lustobject.
‘Lekker ding’ roepen naar vrouwen op straat of vragen of ze wil glimlachen staan op het lijstje dont’s van straatintimidatie.
Omdat Amsterdam helemaal klaar is met dit soort gedrag, is het in de hoofdstad per 1 januari 2018 verboden om iemand op straat oneerbare voorstellen toe te schreeuwen of seksueel getinte of denigrerende opmerkingen te maken; vanaf dan kan je een boete krijgen voor ongewenst gedrag op straat, zoals verbale intimidatie. En ook iemand bij de pussy grabben, bespugen of in het nauw drijven kan je vanaf het nieuwe jaar geld kosten – hoe kort iemands rokje ook is, en hoe erg je achternaam ook Trump is.
De stichting Stop Straatintimidatie heeft do’s and dont’s opgesteld voor mensen die met argumenten komen als ‘maar je hoeft er toch niet geïntimideerd door te zijn?’. Het blijft blijkbaar verwarrend wat wel en niet mag, terwijl uit de praktijk blijkt dat vrouwen alle reden hebben om zich onveilig te voelen. Op dit lijstje staat onder andere dat elkaar gedag zeggen prima kan, maar ‘lekker ding’ roepen of vragen of iemand wil glimlachen geen goed idee is.
Dat straatintimidatie nu door de gemeente wordt aangepakt, is een stap in de goede richting, maar misschien nog wel veel belangrijker is het om in de hoofden van jongens en mannen door te dringen die maar niet begrijpen waar de grens ligt tussen een beetje leuk flirten en intimiderend of seksueel gewelddadig gedrag.
Dat zegt ook Eve Aronson, wetenschapper in vrouwen- en genderstudies en oprichter van stichting Hollaback Nederland, een organisatie die zich bezighoudt met het tegengaan van straatintimidatie. Zij werd voor een stuk van onze collega’s van VICE geïnterviewd en vertelde dat intimiderend gedrag op straat, zoals naroepen of fluiten, te verklaren is vanuit de notie dat het genormaliseerd is in onze samenleving. “Jongens zien andere jongens het doen, en er wordt hen niet geleerd wat gezond gedrag met betrekking tot gender is. Het gebeurt en wordt vaak geaccepteerd onder het mom van ‘boys will be boys’. We zouden meer aandacht moeten besteden aan het onderwijzen van jongens, en hoe ze zich zouden moeten gedragen.”
Dus het normaliseren ervan, en dit soort gedrag als natuurlijk bestempelen, is een belangrijk onderdeel van het probleem. En de oplossing daarvoor ligt mijns inziens bij mannen zelf: niet alleen omdat zij het zijn die zich misdragen (niet allemaal natuurlijk, maar sommige van hen) en daar gewoon mee moeten stoppen, maar ook omdat zij het zijn die een goed voorbeeld kunnen zijn voor hun seksegenoten, en diegenen die zich misdragen hierop kunnen aanspreken – op straat of in de kleedkamer.
Juist de laatste tijd zijn er vanuit een bepaalde hoek vragen over de rol van mannen in feminisme. De vraag of de klacht van deze mannen gaat over waarom vrouwen het willen hebben over wijdbeenszittende mannen in de metro. Publicist Colin van Heezik bijvoorbeeld vindt dat vrouwen zich daar niets van aan moeten trekken, in plaats van dat mannen zich moeten aanpassen, en ook vindt hij dat vrouwen moeten luisteren naar wat mannen te zeggen hebben hierover. Maar wat hij zelf precies voor feministische agenda heeft, houdt hij verder voor zichzelf.
In deze discussie over de rol van mannen in feminisme werd een quote van Tumblr-gebruiker Soultired veelvuldig aangehaald: “Men who want to be feminists do not need to be given a space in feminism. They need to take the space they have in society & make it feminist.” En iemand die dit recent wel goed begreep, was schrijver Philip Huff. Hij riep in NRC als ex-corpsbal aanstaande feuten op om na te denken over hoe ze over vrouwen praten en denken, en ze dus behandelen.
Huff richtte zich in zijn stuk op de nieuwe lichting studenten, van corpslid tot corpslid en van man tot man. “Toch zul je ook daar [bij de vereniging, red.] vaak te horen krijgen dat vrouwen minder zijn dan mannen. Mannen voelen zich nu eenmaal sterker met elkaar verbonden als ze de ander, de vrouw, klein maken. (…) Zorgen dat zij zich klein voelen, zodat wij – mannen – ons verzekeren van onze positie op de apenrots.”
Dat klein maken, wat ook gebeurt wanneer je vrouwen (seksueel) intimideert op straat, is een van de dingen die moeten veranderen om meer gelijkwaardigheid tussen vrouwen en mannen te realiseren. Dat kan door crimineel gedrag daadwerkelijk te criminaliseren en dus boetes uit te delen, natuurlijk, maar iedereen weet dat er op straat (gelukkig) veel meer mensen rondlopen dan agenten die boetes kunnen uitdelen.
Daarom is er een belangrijke rol weggelegd voor mannen die wel begrijpen dat het niet normaal is om een vrouw in haar kut te grijpen – zij moeten de mannen die dit niet snappen daarop aanspreken. Mannen luisteren nou eenmaal graag naar elkaar, onder de douche in de kleedkamer, maar ook op straat.
Misschien kunnen Colin van Heezik en zijn mede-zoekende mannelijke feministen daar eens mee beginnen. Maar dat hebben ze niet van mij.
Op de site van de gemeente vind je meer informatie over hoe ze straatintimidatie in Amsterdam aanpakken .
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de Gemeente Amsterdam.