Van katers tot kamernood en studieschuld tot soa’s: VICE sleept je door je studententijd heen. Check de komende weken de Student Guide hier.
Op Nederlandse mbo’s, hbo’s en universiteiten vormen vluchtelingstudenten een groeiende groep. Deze groep wordt steeds groter, aangezien de asielzoekers die in 2015 een verblijfsvergunning hebben gekregen nu langzamerhand hun asielprocedure en inburgeringsproces hebben afgerond, waardoor ze kunnen doorstromen naar het vervolgonderwijs.
Videos by VICE
Op papier zou deze groep studenten zonder al te veel moeite moeten kunnen integreren in het Nederlandse studentenleven. Ze zijn al een aantal jaar in Nederland, spreken al aardig de taal, zijn hoogopgeleid en ook nog eens vrij jong. Maar in de praktijk pakt het vaak anders uit. In de Volkskrant vertelden een aantal vluchtelingstudenten bijvoorbeeld dat ze worstelen met de losse Nederlandse onderwijscultuur, die vaak wat informeler is dan ze gewend zijn, en dat ze het moeilijk vinden om contact te leggen met Nederlandse medestudenten.
De introductieweek klinkt als de perfecte gelegenheid om deze problemen aan te pakken. Maar volgens Sahar Nadim (27) ligt de drempel om mee te doen vaak hoger voor een vluchtelingstudent, aangezien er veel spanning en onzekerheid komt kijken bij de nieuwe studie-ervaring. Daarnaast spelen de introductieweken in veel gevallen ook niet specifiek in op deze groep nieuwkomers, waardoor ook de nodige begeleiding kan missen. Zelf vluchtte Sahar uit Afghanistan toen ze dertien was. Ondertussen heeft ze haar studie Culturele en Maatschappelijke Vorming aan de Haagse Hogeschool afgerond. Nadat ze tijdens haar tweede jaar meeliep met de introductieweek, besloot ze zelf lid te worden van de introductiecommissie, om zo vluchtelingstudenten betere begeleiding te kunnen bieden. We vroegen haar hoe ze haar eerste introductieweek heeft overleefd en wat ze nu in haar rol als commissielid doet om de vluchtelingstudenten te introduceren in het Nederlandse studentenleven.
VICE: Hoi Sahar, was het een makkelijk besluit om mee te doen aan de introductieweek?
Sahar: Het eerste jaar vond ik het eng. Het studentenleven was nieuw voor mij en de Haagse Hogeschool leek een enorm doolhof. Het aanmelden had ik niet eerder gedaan en ik wist ook niet bij wie ik terecht kon, dus het was toen iets te ingewikkeld. In mijn tweede jaar was ik wat meer gewend en heb ik wel meegedaan. Sinds het derde jaar help ik ook mee tijdens de introductieweek in Den Haag.
Waarom zouden vluchtelingstudenten mee moeten doen met de introductieweek?
Je maakt kennis met de cultuur van studeren in Nederland, en dat hebben vluchtelingstudenten echt nodig. Daar is zo’n introductieweek dus perfect voor. Binnen no time heb je je netwerk vergroot. Dan weet je wie waarvoor staat, en herken je namen en gezichten. Dus als het net even anders neergezet wordt, dan zou de drempel voor vluchtelingstudenten om mee te doen lager kunnen worden.
Hoe moet het dan?
Als er iets meer begrip voor de herkomst van gevluchte jongeren is, dan kom je al een stap dichterbij ze. De verbinding, of het contact, is makkelijker te leggen als er bijvoorbeeld iemand zit met een soortgelijke achtergrond. Daar moet nog iets meer focus op worden gelegd, want dat mist nog. Dat is ook de reden waarom ik zelf bij de introductiecommissie ben gegaan. Bij de eerste ontmoeting tijdens de introductieweek is het gewoon heel belangrijk dat er een ervaringsdeskundige is. Elk jaar wordt de groep vluchtelingstudenten die bij ons meedoet aan de introweek hierdoor groter.
Hebben Nederlandse studenten niet genoeg begrip voor de situatie van de vluchtelingstudenten?
Er wordt wel geluisterd, maar ik ben toch bang dat ze het niet helemaal doorhebben dat het echt twee totaal verschillende werelden zijn, die van de Nederlandse student en de vluchtelingstudent. Ik heb tijdens mijn eerste jaar weleens te horen gekregen: “Ik begrijp dat het allemaal heftig is, en vervelend, maar je bent nu in Nederland dus je moet je aanpassen.’’ Dat komt best wel hard aan, want het is niet dat ik me niet wilde aanpassen, maar ik was alles nog aan het ontdekken, en dat is niet makkelijk. Er is vaak tegen mij gezegd dat mensen het begrijpen, maar ik denk niet dat zij het verschil daadwerkelijk doorhebben.
Hoe verschillen die twee werelden van elkaar?
Het studentenleven is erg anders voor een vluchtelingstudent dan voor bijvoorbeeld een internationale student. Wat het anders maakte voor mij, is dat ik ineens een heleboel vrijheid had. Ik ben hier naar toegekomen en ik heb hier als vrouw de kans om te studeren, wat voor andere studenten heel normaal is. Je manier van denken is dus heel anders, want vanuit mijn achtergrond is het heel bijzonder dat ik een studie kan doen en dat ik zelfs mijn eigen vakken mag kiezen. Vooral in het begin moest ik heel erg aan de vrijheid wennen. Al die keuzes en het kunnen praten over alles was voor mij vooral eng en ook niet vanzelfsprekend.
Wat deed dat met je, zoveel vrijheid ineens?
In het begin was het lastig, omdat ik soms niet wist wat ik met al die nieuwe keuzes aan moest. Daar werd ik onzeker van. Gelukkig had ik een goede begeleider bij wie ik altijd kon aankloppen. Wat het nog moeilijker maakte – en ik kan me voorstellen dat dit ook voor andere vluchtelingstudenten geldt – is dat ik hiernaartoe kwam met een klap, een hele nare ervaring, en dat ik een tweede kans kreeg in mijn leven. Hierdoor legde ik mezelf een grote druk op om alles in een keer goed te doen, want mijn tweede kans wilde ik niet verpesten. Daardoor werd ik angstig en onzeker, omdat ik geen fouten durfde te maken, terwijl ik tegelijkertijd ineens ook veel meer keuzes moest maken. Maar die vrijheid went op gegeven moment. Je voelt je dan krachtiger worden, al helemaal als vrouw zijnde, want alle vrouwen in Nederland zijn gelijk. Je merkt dat je een persoon bent en dat je stem telt. Die vrijheid geeft je als een bepaalde kracht, en wanneer je dat doorhebt, krijg je ook meer zelfvertrouwen.
Wat vond je het opmerkelijkst aan de introductieweek?
In het studentenleven ligt er een grote nadruk op drinken. Met de eerste twee avonden van de introductieweek deed ik wel leuk mee en gingen we naar een cafeetje. Dan werd het soms wel twee uur ‘s nachts en dan was ik nog steeds nuchter. Het leek alsof je uitgaan en veel drinken moest doorstaan om echt het studentenleven in te gaan. Dat vond ik heel gek.
Voelde je een bepaalde druk om toch mee te gaan feesten?
Jazeker, je wordt raar aangekeken en soms ook buitengesloten als je niet meedrinkt. Als iedereen uit wil gaan, ga je automatisch niet mee, en dan voel je je gelijk anders want je gaat toch niet drinken. Je voelt de druk om toch mee te doen, want iedereen is wel van: ‘Ah joh, doe gezellig, waarom ga je niet mee, we moeten nog vier jaar studeren met elkaar!’’ Na de tweede dag hoefde het van mij niet meer, het paste niet bij mij.
Liep je verder nog tegen bepaalde vooroordelen aan?
Ja, jammer genoeg wel. In het begin van het eerste jaar was er bijvoorbeeld een opdracht waarbij iedereen op de plek moest gaan staan waar zij vandaan kwamen. Daar heb ik toen niet aan meegedaan, omdat ik wist dat mensen bepaalde vooroordelen hebben bij het land waar ik vandaan kom, Afghanistan. Ze roepen dan meteen Taliban, en zien niet in wat zoiets met iemand kan doen. Je wordt beoordeeld, en dan voel je je meteen weer anders. Ik ben blijven zitten en heb gezegd dat ik gewoon Nederlander ben, want ik wilde niet aan die traumatische tijd herinnerd worden. Dat gebeurt al vaak genoeg als ik moet uitleggen waar ik vandaan kom. Gelukkig was ik niet de enige die bleef zitten.
Hoe probeer jij de vluchtelingstudenten te helpen?
Vaak heb ik het gevoel dat ze zo weinig mensen kennen. Hun netwerk is klein als ze hier komen, dus probeer ik ze te verbinden met andere mensen. Ik begin meestal ook met mijn eigen verhaal, en dan merk ik dat ze al veel opener en veel meer hun eigen persoonlijke verhaal kwijt kunnen. De vluchtelingstudenten die ik zo kan helpen hebben daar echt wat aan, omdat ze dan meer het gevoel hebben dat ze gezien en gehoord worden.
Heb je nog tips voor vluchtelingstudenten om aansluiting te vinden?
Let niet op je accent of de woorden die je gebruikt en probeer je lichaamstaal te gebruiken. Dat heb ik ook heel lang gedaan. Je komt er echt wel uit, maar als je juist op de achtergrond blijft, sluit je jezelf af en dat moet je niet doen. Je moet ze juist opzoeken om ze te leren kennen.