Volgens Simon Anholt moeten landen wat minder met zichzelf bezig zijn

FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

Volgens Simon Anholt moeten landen wat minder met zichzelf bezig zijn

Simon Anholt is een soort Russell Brand, maar dan met minder haar en meer oplossingen voor hoe de wereld een betere plek wordt.

In een wereld waar de ijskappen smelten, racisme geïnstitutionaliseerd is en multinationals geen belasting betalen, kunnen we het al snel eens zijn over wat er allemaal mis is. Maar wat kunnen we eraan doen? Een ambitieuze vraag, waar de Brit Simon Anholt een antwoord op heeft. Hij werd na zijn razendpopulaire TEDtalks al snel een door data gedreven Russell Brand genoemd – maar in tegenstelling tot Brand uit hij niet alleen kritiek op het huidige systeem, maar heeft hij ook nog een aanpak tegen al het onrecht bedacht en zelfs een bijbehorende partij opgericht.

Advertentie

Reden genoeg om Anholt te bellen op zijn kantoor in Londen en met hem door te spreken hoe het weer goed gaat komen met de wereld. Als ik hem eerst vraag of hij blij is dat hij met Russell Brand wordt vergeleken, zegt hij: "Eerlijk gezegd kende ik hem niet eens. Toen ik later wat dingen van hem las, begreep ik eigenlijk helemaal niet wat zijn punt was. Dus ik ben niet heel erg gevleid." Het grootste verschil tussen de twee is vooral dat Anholt twintig jaar als onafhankelijk beleidsadviseur heeft gewerkt voor premiers en president van 53 landen, en Brand niet.

Raad de beleidsadviseur!

In zijn eerste TEDtalk in Berlijn eerder dit jaar presenteerde hij zijn Good Country Index – een lijst van bijna alle landen in de wereld in de volgorde van hoe 'goed' ze zijn. Volgens Anholt is een land goed als het zoveel mogelijk rekening houdt met de hele wereld.

"Globalisering voert al twee decennia de boventoon, maar het helpt meer de problemen in de hand dan dat het oplossingen biedt. We moeten daarom een systeem hebben dat globalisering in positieve zin gebruikt en ons niet laten beperken door het eeuwenoude idee van landsgrenzen."

Landen worden op criteria als technologische ontwikkeling, cultuur, milieuvriendelijkheid, vreedzaamheid, gelijkheid en gezondheid beoordeeld. Niet intern, maar naar buiten toe – wat een land in positieve zin bijdraagt aan de wereld.

We moeten ons niet laten beperken door het 
​ eeuwenoude idee van landsgrenzen

Advertentie

Overigens staat Nederland, na Ierland, Finland en Zwitserland, vierde op de lijst van goede landen. Niet te vroeg juichen: we doen het qua internationale vrede en veiligheid echt belabberd (96e). Anholt licht toe: "Nederland mag niet zelfvoldaan worden door de hoge plaatsing. Het is jullie plicht om jullie beleid en aanpak over de wereld te verspreiden. De index moet vooral dienen als prikkel voor debat."

De index is een fris contrast met de waarde die gehecht wordt aan BNP en economische groei. En met 200 miljard datapunten – dat zijn dus 200 miljard feiten en/of statistieken die hij in zijn berekening heeft opgenomen – is het ook niet zo zweverig als het Bruto Nationaal Geluk van Bhutan.

"De grote problemen in de wereld zijn te danken aan globalisering. Klimaatverandering, multinationals die boven de wet staan, mensensmokkel, internationale drugshandel. En dat terwijl politiek van huis uit erg nationalistisch en naar binnen gekeerd is. Maar als je op nationaal niveau problemen wil aanpakken loop je achter de feiten aan."

Aanholt heeft niks tegen landen op zichzelf, maar wel tegen hoe landen zich gedragen. Hun visie zit nog vast in de zeventiende eeuw. "De natiestaat is afgedwongen in een tijd van territorialiteit en landjepik. Mensen werd verteld dat het nobel was om voor je land te sterven, en daar zijn we nog steeds een beetje in blijven hangen. We zijn aan een upgrade toe: we leven nu in een wereld waar alle hoeken van de aarde nauw aan elkaar verbonden zijn. Elk besluit resoneert door de hele wereld, en daar moeten beleidsmakers in hun besluitvorming rekening mee houden."

Advertentie

Anholt wil dus dat problemen wereldwijd worden aangepakt, maar ook dat op lokaal niveau over de hele wereld wordt nagedacht. "In principe gebeurt het nu ook al op kleine schaal. Als de gemeente Antwerpen vergadert over nieuwe straatverlichting, zal er nu altijd iemand het milieu en het verbruik aankaarten. Dus het gaat de goede kant op."

Eind november richtte Anholt in navolging van zijn index ook de  ​Good Country Party op. "Na grootschalig onderzoek heb ik vastgesteld dat één op tien mensen op aarde zich meer wereldburger dan staatsburger voelen, meer met de menselijkheid hebben dan met hun natie, en kleingeestig nationalisme helemaal beu zijn," vertelde hij tijdens de TEDtalk in Amsterdam waarin hij zijn partij aankondigde. "Dat zijn vaak jongere mensen die in metropolen wonen – kinderen van de globalisering – maar ook gepensioneerden die klaar zijn met het huidige bestel."

Het gaat hard met de ledenwerving: er hebben zich al tienduizenden mensen aangemeld. "We zijn de tel kwijt, omdat de site het niet meer aankan. We draaien op vrijwilligers, dus het duurt even voordat alles weer werkt. We zijn in ieder geval overrompeld, op een goede manier."

Al die mensen wil hij bijeenbrengen in een internationale, brainstormende, probleemoplossende smeltkroes. Anholt is zelf meertalig opgevoed, kind van twee expats en fervent voorstander van het multiculturalisme. Hij wil daarom dat ons onderwijssysteem zich daar ook meer mee bezig houdt. "Kinderen moeten op school al meteen vanaf het begin culturele antropologie krijgen. Dat heb ik ook bij mijn eigen kinderen gedaan. Kinderen in multiculturele steden zuigen het op als een spons."

Niet iedereen is even enthousiast over zijn plannen: "Ik krijg mailtjes van mensen die het een elitair clubje vinden, maar iedereen is bij ons welkom. Hoogopgeleide, slimme mensen mailen me over hoe de problemen die ik aankaart juist van bovenaf worden geïmplementeerd door middel van allerlei gekke samenzweringen. Maar ik kan echt garanderen dat niet zo is. Na mijn ervaring in de politiek kan ik je vertellen dat mensen helemaal niet zo slim en goed georganiseerd zijn."

Anholt vindt het ook gek dat we voor maatschappelijk advies massaal naar een acteur/grapjesmaker als Russell Brand luisteren. "We zien steeds vaker dat mensen nu opeens een politieke taak op zich nemen, zonder ervaring of kennis van zaken. Het gevaarlijke is – en dat doen nationalistische, populistische bewegingen binnen Europa ook en masse – dat Brand het gevoel van onrecht en ongenoegen weet te pinpointen en heel erg benadrukt, maar verder niet met concrete oplossingen komt."

Bijzonder veel concrete oplossingen heeft Anholt zelf nou ook weer niet, maar het klinkt logisch om in een wereld vol mondiale problemen niet op nationaal niveau naar oplossingen te zoeken, maar het wat rigoureuzer aan te pakken. De eerste kleine stapjes in een andere richting zijn heel belangrijk.