Muziek

We gingen met Philou Louzolo terug naar club Pinky in Renesse

De Nederlandse Philou Louzolo is een van de grootste dj-talenten van nu. Met zijn tropische housegeluid stond hij al op festivals als Pitch en in clubs als Bird en Studio 80. Ook is hij sinds kort een van de vaste residents van Canvas, en in de studio boekt hij successen met releases op labels als Tomorrow Is Now, Kid!, Lazare Hoche en Rebirth. Daar komt binnenkort een nieuw label bij met Marcel Vogels, Jumberjacks In Hell. Zijn muziekselectie verraadt zijn Afrikaanse roots, maar hijzelf groeide op in Zeeland. We zochten samen met hem de Zeeuwse natuur op en spraken daar over zijn jeugd, zijn familie en racisme.

“Bereid je mentaal voor op de stilte” waarschuwt Philou Louzolo als hij me meeneemt naar Zeeland. Na drie uur reizen en vier keer overstappen komen we met de bus aan in het regenachtige Duivenland. Philou probeert nog regelmatig naar Zeeland te gaan, waar zijn oma en schoonouders wonen, maar hij vindt het jammer dat het hem niet vaker lukt. Na een wandeling over het strand arriveren we bij het huis in de duinen van zijn oma. Het is de woning waar hij is opgegroeid en die ze onlangs heeft verkocht. “Mijn oma is echt mijn basis,” vertelt hij.

Videos by VICE

Zijn oma werkte vroeger in ontwikkelingslanden voor een liefdadigheidsinstantie, en in Congo kwam ze in contact met een klein getraumatiseerd meisje, de vrouw die later Philou’s moeder zou worden. “Ze heeft haar mee naar Nederland genomen en haar geadopteerd. In haar pubertijd kwam mijn moeder een man uit Sierra Leone tegen met een vergelijkbare achtergrond, ze werden verliefd, en even later was ik er. Door omstandigheden hebben mijn opa en oma de grootste rol gespeeld in mijn opvoeding.”

De Zeeuwse scene
We nemen een bus naar Renesse, de pleisterplaats voor de jeugd uit Zeeland. We komen langs Pinky, de club waar Philou op zijn zestiende vaak kwam en waar hij leerde draaien. Ondanks dat er vooral r&b, dancehall en hiphop te horen was, was het ook de enige plek waar electro-house en de Dirty Dutch-sound werd gedraaid.

Die genres ontdekte de toen zeventienjarige Philou pas echt toen hij mee ging stappen in Rotterdam met oudere vrienden. Omdat hij nog te jong was om overal binnen te komen, en daarnaast ook niet het geld had om ieder weekend naar Rotterdam te gaan, stond hij meestal op zaterdag vooraan in de Pinky. “Ik was zo’n vervelend mannetje dat nummertjes aanvroeg. Na een tijdje vroeg de huis-dj of ik niet zelf wilde leren draaien. Ik begon er in die periode te werken als glazenhaler, werd vervolgens barman, en ben steeds vaker de dj gaan helpen.”

Ondanks dat hij vooral de muziek draaide die van hem verwacht werd, heeft Philou blijkbaar veel indruk gemaakt; als we onverwachts de baas van Pinky tegenkomen, vertelt hij ons trots dat er nog steeds mensen vragen of ‘die ene donkere jongen’ er ook nog draait.

Voor zijn studie grafische vormgeving verhuisde hij naar Den Haag en ging in die periode wat minder uit. Toen hij tijdens zijn derde jaar vertrok naar Rotterdam dook hij weer vol overgave het nachtleven in. Hij kwam in aanraking met deephouse en tech-house en werd zich steeds meer bewust van de Afrikaanse roots van dansmuziek. Dit probeert hij nu terug te laten komen in zijn dj-sets. Vaak begint hij met iets toegankelijkere geluiden, om daarna te kijken hoe diep hij kan gaan met obscure Afrikaanse muziek. “De oorsprong van ritme ligt in Afrikaanse muziek. Het heeft zo’n primitief geluid. Sommige zien dat als iets negatiefs, maar ik zie het juist als de kern. Het heeft iets oers. Het is de basis waar alles uit is ontstaan.”

Terug naar Afrika
Hij is een keer in Oeganda geweest toen zijn vriendin daar Africa Studies studeerde. Ook hebben ze toen samen vrijwilligerswerk gedaan in Malawi, bij een opvang voor kinderen die het thuis moeilijk hebben. Door deze ervaringen heeft hij het gevoel dat vrijwilligerswerk, zoals dat vaak vanuit het Westen wordt geïnitieerd, niet werkt. “Op de langere termijn dragen we zo weinig bij. We dringen onze beschaving op, maar het is belangrijk dat onze beeldvorming over Afrika verandert. Als wij anders naar Afrikanen kijken, kijken zij ook anders naar zichzelf.”

Volgens hem is Afrika sinds de kolonisatie gestopt met zichzelf te ontwikkelen op economisch en sociaal niveau. “Afrikaanse jongeren idealiseren het Westen. Ze zien het als de norm om ernaar te streven terwijl dat niet realistisch is. Wat voor eigenwaarden heb je dan? Afrikaanse cultuur moet op zichzelf staan. Er zijn meer Afrikaanse rolmodellen nodig. Het houdt toch snel op bij Nelson Mandela.”

Niet meer in elkaar geslagen
Philou vertelt dat hij een fijne jeugd heeft gehad met veel vrienden, maar ook dat hij nare dingen heeft meegemaakt. “Ik ben zomaar in elkaar geslagen tijdens het uitgaan, en bij voetbal riepen ouders van de tegenstanders dingen als ‘laat die aap niet lopen’ en ‘pak die neger’. Ik moest mijn best doen om iemand te zijn die ik niet ben. Er was een tijd waar ik erg ongelukkig was en blank wilde zijn. Ik heb zelfs een tijd mijn haar geprobeerd te ontkroezen zodat ik een scheiding met stekeltjes kon hebben – dat was de norm.”

Het was volgens hem een lang proces om dit van zich af te kunnen zetten. In zijn zoektocht naar zijn identiteit kwam hij uit bij hiphop, een cultuur die volgens hem veel stereotypes bevestigt. Nadat hij ontdekte dat 2pac met diens machocultus, niet het enige rolmodel was die ‘zwarte’ muziek maakte, voelde hij zich meer thuis bij genres als soul, jazz, disco en de traditionele Afrikaanse muziek.

Tegenwoordig wordt hij niet meer in elkaar geslagen, maar wel wordt hij nog geconfronteerd met racisme, op een indirectere manier. Philou: “Ik word bijvoorbeeld in winkels vaak in de gaten gehouden door de beveiliging. Toen ik in Barcelona moest draaien kwam ik die club bijna niet in. Het klinkt als een cliché maar het gebeurt echt. Het is iets waar ik altijd onbewust mee bezig ben en het doet nog steeds pijn.”

Alleen op de wereld
Als we door het bos teruglopen vertelt Philou dat hij, als hij het zich kon veroorloven, een huis in Zeeland zou kopen. “Het gevoel dat je alleen op de wereld bent, samen met de natuur, geeft veel rust. Toch heb ik de stad nodig voor mijn creatieve proces. Daar ben ik dichterbij de scene en tussen de artiesten. Als ik bijvoorbeeld Theo Parrish in Bird heb gezien, moet ik de volgende dag muziek maken omdat ik zo geïnspireerd ben. Dat zou ik hier echt missen.

Philou draait vrijdag 4 december bij STUDIO AFRI/K in Studio/K.

Volg Philou op Facebook // SoundCloud