We gingen naar de heropening van de Bataclan, een jaar na de aanslagen

Foto door de auteur

Afgelopen zaterdag, half acht ‘s avonds. Zoals ieder weekend hangt er een feestelijke stemming, op de straten van het 11e arrondissement van Parijs. Maar rond de Bataclan is de sfeer vanavond minder uitgelaten. Voor de Apérock, de bar naast de Bataclan, staan een hoop mensen bier te drinken, terwijl er onophoudelijk het geluid van sirenes klinkt. Een grote groep agenten controleert iedereen die het gebied in wil. De toon is gezet. Over ongeveer anderhalf uur zal de Bataclan z’n deuren weer openen voor het publiek, één jaar na de aanslagen. Sting, die hier in 1979 voor het eerst optrad, zal vanavond op het podium staan.

Honderden mensen staan te wachten tot het concert begint. De sfeer is uiterst gespannen. Viviane van 23 studeert grafische vormgeving, en komt regelmatig in de Apérock. Ze leunt tegen de bar en lijkt niet erg veel zin te hebben om in de rij te gaan staan. Ze staart naar de Boulevard Voltaire, die helemaal leeg is, op een hoop politie na. Haar ogen verraden dat ze bang is. “Het voelt heel raar om hier zo te staan wachten,” zegt ze. “Normaal gesproken zijn mensen in een uitgelaten stemming als ze naar een concert gaan. Maar nu is het zo leeg buiten dat ik het gevoel heb alsof ik in een cowboyfilm zit, tijdens een scène waarin twee vijandelijke cowboys ieder moment hun revolver kunnen trekken.”

Videos by VICE

Een paar vrienden van haar komen ook vaak in het café, maar die twijfelden geen moment om te gaan, toen bekend werd gemaakt dat de Bataclan opnieuw z’n deuren zou openen. “Ik had geen keus,” zegt Viviane, “ik heb op nationale televisie gezegd dat ik hier zou zijn.” Ze lacht zenuwachtig, haar handen trillen. “Ik heb de hele week tegen mezelf gezegd dat dit een geweldige avond ging worden, maar op dit moment weet ik niet of ik wel naar binnen wil. Ik denk dat ik me maar heel erg concentreer op alle details: het dak, het renovatiewerk.” Haar vriend Cedric – die ongeveer in het café woont – voelt hetzelfde. “Ik ben niet bang, ik probeer gewoon niet te veel aan dingen te denken als ik naar binnen ga,” zegt hij. “We moeten pragmatisch blijven en voor de rest maar zien. We denken er allemaal hetzelfde over: the show must go on.”

Boeketten buiten de Bataclan. Foto door de auteur

In de rij staat Didier van 48, met diepblauwe ogen en een versleten leren jas. Hij is een ouwe backpacker die al sinds mensenheugenis in de Bataclan komt. “Toen ik jong was stond het hier vol met punks die massaal stonden te moshpitten,” vertelt hij. De aanslag van vorig jaar voelt ook als een aanval op die tijd, op het gevoel dat we toen deelden. Ik ben hier vanavond om dat te verdedigen.” Maar Didier is hier ook als eerbetoon aan Caroline, een vriendin van hem die tijdens de aanslag werd neergeschoten. De rest van de avond praat hij veel met journalisten, het lijkt alsof hij zo de angst die hij van binnen voelt probeert te verbergen. Het concert staat op het punt te beginnen, onder toeziend oog van de vele politieagenten. Een van hen is Jean, van 58.

Jean is een ouderwetse diender die al 35 jaar bij de politie zit. Hij draagt een wollen muts van Harley Davidson en ringen met schedels erop. Hij kijkt kalmpjes naar het publiek, met een walkie-talkie in z’n hand. Gedurende zijn carrière heeft hij met drie terroristische aanslagen te maken gehad: twee in 1995, bij het metrostation Saint-Michel en het Musée d’Orsay, en daarna bij het Stade de France in november 2015. “Dit is voor mij geen emotionele aangelegenheid,” zegt hij. Jean komt erg zakelijk over, maar dat betekent niet dat hij geen greintje medeleven voelt. “Ik heb verschrikkelijke dingen gezien bij het Stade de France – een afgescheurde arm, rugwervels die op de grond lagen. Maar ik heb er nooit een trauma aan overgehouden. Ik kan niet verklaren waarom, een paar van mijn collega’s zijn er nooit helemaal overheen gekomen, maar ik ben er immuun voor geworden. Maar ik snap natuurlijk wel waarom mensen erg emotioneel zijn vanavond,” zegt hij, terwijl hij kijkt naar twee meisjes met bloemen die in tranen uitbarsten.

Voor Viviane, Cédric en hun vrienden is het ook tijd om naar binnen te gaan. Een paar stamgasten roepen: “Welkom thuis!” terwijl de barmannen drankjes inschenken. In het publiek dragen meerdere mensen CUMP-buttons [Cellule d’urgence médico-psychologique] – de overheidsinstelling die psychologische steun biedt aan de overlevenden en de families en vrienden van de slachtoffers van de Bataclan-aanslagen. Een van hen, Claudine, kijkt glimlachend om zich heen. Ze heeft vanavond mensen gezien die ze al weken, of soms zelfs maanden, probeert te helpen. “Sommigen praten niet meer met me,” legt ze uit. De meesten zijn gestopt met de therapie die ze bij haar begonnen, maar dat neemt ze hen natuurlijk niet kwalijk. “Therapie is een proces, het werkt niet van de ene op de andere dag. En sommige mensen vinden dat vervelend, wat begrijpelijk is – het kan erg frustrerend zijn. Maar het is wel noodzakelijk wanneer mensen te maken krijgen met zulk fysiek en mentaal geweld.”

Sting treedt op in de Bataclan. Foto met dank aan de Bataclan

Het licht gaat uit, en de zaal valt stil. Sting verschijnt op hete podium, en begint de show met een moment stilte. In de zaal is plaats voor 1500 man, het is compleet uitverkocht. Tussen het publiek staan hoogwaardigheidsbekleders als minister van Cultuur Audrey Azoulay, woordvoerder van de Franse Socialistische Partij Juliette Méadel, maar ook de Parijse burgemeester Anne Hidalgo en Valérie Pécresse, president van de Regionale Raad van Île-de-France. De Franse president François Hollande kwam een paar uur voor het concert naar de Bataclan, om zijn steun te betuigen. Van Message in a Bottle tot Roxanne, het concert van Sting voelt tegelijkertijd als een sobere herdenking en een feestje – een dubbel gevoel dat de Britse muzikant expres in stand lijkt te willen houden, geholpen door Ibrahim Maalouf, die het podium opkwam om Fragile en Inch Allah te spelen. Vanuit de zaal klinkt applaus, het publiek toont de wil om een leuke avond te hebben. Uiteindelijk overvleugelt de muziek de ongebruikelijke gelegenheid. Feestgangers steken hun handen in de lucht, dansen en lachen tot het laatste nummer – The Empty Chair, dat Sting schreef als eerbetoon aan de in 2014 door IS vermoorde fotograaf Jim Foley.

Na anderhalf uur is het concert voorbij, en verlaat het publiek de concertzaal waar ze niet dachten ooit nog naar binnen te durven. De meesten lijken overdonderd door de “nieuwe” Bataclan, die uiteindelijk hetzelfde is gebleven. Didier is een van de eerste mensen die buiten staat. Hij lijkt bijna opgelucht om weg te zijn. “Ik ben trots dat ik dit prachtige eerbetoon aan Caroline heb kunnen brengen. En trots dat ik niet bang ben geweest dat er vanavond weer iets verschrikkelijks zou gebeuren.” Vlak daarna komt Viviane naar buiten. “Het was te gek! Het lost niet alles op, maar het voelt fantastisch. Een jaar lang heb ik mezelf een schaduw van mezelf gevoeld, elke keer dat ik in de buurt van de Bataclan kwam deed het enorm veel pijn. Vanavond voelt als een keerpunt. Ik kan nu al niet wachten om weer terug te komen.”

Met dank aan iedereen die bereid was met ons te praten. De geïnterviewden wilden niet op de foto, en er mochten om veiligheidsredenen geen foto’s gemaakt worden in de Bataclan.