Stel je voor dat we in plaats van “Beter Leven” of “GMO-vrij” labels op voedsel, een label zouden hebben die gebaseerd is op het effect op het milieu van een product. Het getal zou gebaseerd zijn op de relatieve broeikasgassenemissie (BGE), en zou lijken op de labels die nu al verplicht zijn in verschillende landen. In plaats van calorieën zou een consument een getal zien dat de hoeveelheid extra geproduceerde broeikasgassen representeert. Dit zou relatief zijn aan een uitgangswaarde van nul extra broeikasgassen.
Hiermee zou het moeilijker moeten worden voor mensen om zichzelf voor de gek te houden, of gefopt te worden door marketeers die onterecht producten als “groen” pitchen. De gemiddelde Marqt-bezoeker zou nog wel eens verbaasd op kunnen kijken.
Videos by VICE
Voedselproductie alleen al gaat tegen 2050 waarschijnlijk over de totale wereldwijde emissiedoelen heen. We focussen nu nog vaak op energie en energieproductie in de vorm van kolencentrales en gaswinning, maar voedselproductie is een gigantische verborgen variabele in de voortgang van de opwarming van de aarde. Een onderzoek dat recent in Nature Climate Change gepubliceerd is, beargumenteert wederom dat het veranderen van wereldwijde voedselproductie cruciaal is om klimaatverandering te vertragen. En bovendien ook nodig is om voedselproductie op peil te houden.
Gelukkig betekent deze verandering niet dat we allemaal ineens over moeten stappen op soylent-achtige diëten. Gezondere diëten in de zin van de voedselpiramide zijn meestal efficiënte diëten, wat betekent dat er minder land en minder gekapte bomen nodig zijn om ze te produceren.
Het is “noodzakelijk om manieren te vinden om wereldwijde voedselzekerheid te bereiken zonder akkers en weiden uit te breiden, en zonder broeikasemissies te vergroten,” concludeert het rapport.
Op het moment is de trend vooral uitbreiding. Onderzoek heeft overtuigend aangetoond dat de productie van gewassen door toenemende populatie en biobrandstof-behoeften verdubbeld moeten worden. Langzaam maar zeker voeren boeren gewasopbrengsten op, maar lang niet snel genoeg om aan de toekomstige vraag te voldoen.
Deze kloof is waar dingen vanuit een klimaatsperspectief precair worden. “Landbouw is de grootste drijver van verlies in biodiversiteit en een van de grootste bijdragen aan klimaatverandering en vervuiling. Verdere uitbreiding is dus onwenselijk,” aldus het paper.
Het alternatief is volgens het paper het verliezen van 10% van ‘s werelds regenwouden en 42% toename van akkers wereldwijd. Dit betekent minder biodiversiteit, meer koolstofemissie en nog veel meer methaanemissie als gevolg van toenemend vee.
Voedselexperts hebben eerder verschillende manieren voorgesteld om “duurzame intensivering” voor elkaar te krijgen, die nuttig zijn om de rendementskloof op te vullen. Ze komen er vooral op neer dat er meer gewassen op hetzelfde aantal vierkante meters moet groeien. Dit brengt ons weer terug naar het huidige onderzoek. “In dit paper gebruiken we een transparant, data-gedreven model, om aan te tonen dat de verwachte voedselvraag verdere landbouwuitbreiding zal stimuleren. Ook als de rendementskloof wordt gedicht.”
“Er zijn biofysische basiswetten waar we niet aan ontkomen”
Volgens het onderzoek houden we de vraag-kant van de vergelijking over: “betere diëten en vermindering in voedselverspilling zijn essentieel om emissiereducties voor elkaar te krijgen, en om voedselzekerheid in 2050 te garanderen.” Verbeterde diëten bevatten in dit geval minder vlees, een bewezen zeer inefficiënte voedselbron. Het komt erop neer dat het een hoop meer maïs of ander voedsel nodig is om een koe te voeden dan een mens. Je zou bijvoorbeeld 900 calorieën uit een hamburger kunnen krijgen, maar om die hamburger te maken was er een veelvoud daarvan nodig.
Onze beschaving kan zich dat niet meer veroorloven.
“Er zijn biofysische basiswetten waar we niet aan ontkomen,” vertelde hoofdonderzoeker Bojana Bajzelj.
“De gemiddelde efficiëntie van vee om planten in vlees om te zetten is zo’n 3 procent, en naar mate we meer vlees eten, worden meer akkers omgezet om voedsel voor dieren te produceren,” zei Bajzelj. “De verliezen bij elk stadium zijn groot en terwijl mensen wereldwijd steeds meer vlees eten wordt de conversie van plant tot voedsel steeds minder efficiënt. Dit drijft weer uitbreiding van akkergrond en de productie van meer broeikasgassen… onze voedselkeuzes zijn belangrijk.”
De oplossing van het wereldwijde voedselprobleem bestaat uit meerdere onderdelen. Dieetverandering is één aspect, maar enkel dat werkt niet. Oogstrendementen moeten omhoog, wat waarschijnlijk met enige mate van genetische modificatie gepaard zal gaan, en voedselverspilling moet stoppen.
Dat is namelijk het derde puzzelstuk: verspilling. Voedsel wordt in ontwikkelingslanden verspild door slechte opslag en transport, en in de ontwikkelde landen komt het vooral omdat we slecht zijn in eten. We koken teveel en gooien de rest weg.
Mocht het je geruststellen, gezond eten bevat volgens de onderzoekers nog steeds vlees: twee porties rood vlees en vijf eieren per week, en elke dag een portie pluimvee. Dat moet voor de meeste mensen wel acceptabel zijn – het alternatief is namelijk veel erger.
“Tenzij we een aantal ingrijpende veranderingen maken in onze voedselconsumptie, moeten we de energie sector compleet koolstofvrij maken om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen,” gaf co-auteur Pete Smith aan. “En dat is vrijwel onmogelijk.