Enkele maanden geleden verhuisde ik als rasechte Belg naar Amsterdam. En alhoewel ik te pas en te onpas “Amai” en “Maar allez” te horen krijg van Nederlanders die me behandelen als een oermens met een taalgebrek, is het leven hier mooi. Overal zijn er fietspaden, elke drie stappen kom je een Albert Heijn tegen en als je iets wilt regelen in het gemeentehuis, beland je niet in een administratieve, kafkaiaanse mallemolen zoals in België. Maar in één iets steekt België met kop en schouders boven Nederland uit: friet.
Als je even door Amsterdam wandelt, zou je denken dat er geen probleem is: de eerste frituren (noem ze nu toch gewoon eens “frietkoten”, nondedju) die je ziet als je uit Amsterdam Centraal komt, zijn Manneken Pis en Vlaamse Frites Snackland, iets waar mijn Belgische vrienden geregeld hun neus voor optrekken. “Noem een flauwe Nederlandse patat geen Belgische friet en die frietsaus geen Belgische mayonaise,” zei een vriendin onlangs nog gefrustreerd zonder dat ze ooit friet in Nederland had gegeten. Maar bakken jullie er wel iets van? Het is hoog tijd om te testen of jullie de naam “Belgische friet” wel waardig zijn.
Videos by VICE
Hiervoor schakel ik de hulp van een mede-Belg in. Dia woont anderhalf in jaar Amsterdam, werkte in De School en is nu bedrijfsmanager van Café Struik. Hij gaat goed op warme Cara Pils op een festival, vindt dat je absoluut het Belgisch gefrituurde goud zondag om vijf uur na een wielerronde moet eten en ook heeft hij de kaart van België op zijn hand getatoeëerd. Kortom, hij is de ideale man voor de job.
Vlaams Friteshuis Vleminckx
Als Dia aan komt lopen, biecht hij op dat hij gisteren te veel pintjes gedronken heeft en nu een gigantische kater heeft. “Maar frieten zijn het beste katervoedsel,” vertelt hij, “dus ik zie het helemaal zitten.” We bestellen in het gezellige frietkotje een kleine puntzak friet met Vlaamse mayonaise.
“Wow, dit is lekker. De frieten zijn krokant en zacht tegelijkertijd. Ook zijn ze lekker vettig,” steekt Dia van wal, “Dit zijn de Belgische frieten zoals je ze kent van de kermis. En iedereen weet dat kermisfrieten dé beste frieten zijn.” En of de Belgische mayonaise ook zo goed is? “Absoluut, de mayonaise is ietsje zuurder en dat past perfect bij de zoute frieten. Het is echt lang geleden dat ik zulke goeie frieten gegeten heb. De verdeling tussen zout, zoet, vet en zuur is heel erg goed.”
Hij geeft Vlaams Friteshuis Vlemincks vijf frietvorkjes. Dit begint al goed.
De Belg
Terwijl we naar De Belg, het frietkot van Lil’ Kleine, wandelen, vertelt Dia wat hij allemaal mist sinds hij in Nederland woont. “Ik laat de frisdrank Gini speciaal overkomen uit België. Ook mis ik Bicky Burger. Het is eigenlijk een vieze hamburger, maar die saus is overheerlijk. Als ik in België ben, ga ik rechtstreeks naar het frietkot voor een Bicky Burger.” We komen aan bij De Belg en het interieur is een hoogmis van oud-Hollandse cultuur. De muren zijn versierd met Delfts blauw en hier en daar staat een klomp. Het is het perfecte verstandshuwelijk tussen België en Nederland. “En die gekleurde vorkjes om de frietjes mee te eten zijn fucking leuk,” zegt Dia nog enthousiast.
Maar zijn enthousiasme zakt in als slappe friet zodra we de aardappeldelicatesse proeven. “Deze zijn te droog. De buitenkant is hard en je moet bij elke hap iets drinken om alles naar binnen te krijgen. Dit is geen Belgisch frietje,” zegt hij. “En ook de mayonaise is veel te flauw. Normaal gezien moet het zure van de mayonaise door het vette van de friet bijten.” Volgens Dia heeft de beste mayonaise een goede verhouding zoet en zuur en is die lekker creamy. “Maar de zelfgemaakte mayonaise van ons bomma (oma, red.) is natuurlijk de beste,” vertelt Dia. “Lil’ Kleine maakt geen slechte frieten. Maar noem het alsjeblieft niet De Belg.”
De Belg krijgt maar twee frietvorkjes.
Vlaamse Frites Snackland
Deze frituur valt meteen op: in schreeuwerige oranje letters zien we meteen “Vlaamse frieten” staan boven het kotje. Het is alsof in elke Belgische frituur, de Nederlandse cultuur toch nog een prominent plekje krijgt, om elke toerist eraan te herinneren dat ze zich wel degelijk in Amsterdam bevinden. Er staat een lange rij en alhoewel we al langzamerhand in een voedsel-coma terecht komen, loopt het water ons in de mond. We schuilen voor de motregen in de vettige walm van gefrituurde aardappel. Als je je ogen sluit, zijn we net in België. We bestellen weer een klein puntzakje met Vlaamse mayonaise.
“Klote, de friet is koud, kurkdroog en de mayonaise is zo zuur, dat het lijkt alsof hij slecht is geworden,” zegt Dia, “ik heb zin om het gewoon aan iemand te geven.” En terwijl hij dat doet, valt een dikke klodder zure mayonaise op zijn schoenen. “Ik koop nog liever een zak chips als ik koude frieten wil,” zegt hij nog voor hij het zakje weg kiepert. “Maar hey, het concept is wel leuk: een oud schattig manneke dat zo artisanale frietjes maakt. Ze zijn wel goed gesneden, maar je ziet dat hij zich moest haasten. Dat is zonde.”
Dia geeft nul frietvorkjes aan Vlaamse Frites Snackland.
Manneken Pis
Alhoewel Manneken Pis maar een minuut verder stappen is op het Damrak, is de uitstraling volledig anders. Terwijl Vlaamse Frites Snackland de soort frituur is waar je om vier uur ‘s nachts snel wat katervoedsel meepikt, is Manneken Pis de frituur waar je truffelmayonaise en veganistische sauzen verwacht. Het is een kruising tussen een hippe koffiebar en een toeristische attractie. Op het menubord staan ook daadwerkelijk truffelmayo en veganistische sauzen. En overal zie je verwijzingen naar Vlaanderen, “maar de Vlaamse mayonaise is op, sorry”. Dan maar de lekkernij zelf beoordelen. “Oei, dit is echt niet lekker. Het is alsof ze een dikke korst gemaakt hebben van aardappel, dan op aardappel gekauwd hebben en die dan uitgespuwd hebben in de korst,” zegt Dia, “Ik begin De Belg te missen. Dit smaakt naar karton.”
Ondanks Manneken Pis’ decor, krijgt hij ook nul frietvorkjes.
Gollem’s proeflokaal
We sluiten de dag af in Gollem’s proeflokaal. Het serveert Vlaamse bieren en frietjes, gebakken in ossevet, zoals het hoort. “Normaal gezien zou ik nu een pint bestellen, maar ik heb zin in een Westmalle Trippel bij mijn frietjes,” vertelt Dia. “Dit bier is heel erg zacht van smaak. Dat past perfect bij de romige, delicate structuur van frieten. De afdronk is dan weer lekker bitter, wat perfect past bij iets vettig.” De patat wordt geserveerd in een typische puntzak, de mayonaise komt ernaast in een potje. “Nu nog stoofvlees hierbij en het plaatje is af,” zegt Dia stralend.
“De frieten hebben een goede structuur, ze zijn heel erg lekker. Ze hadden ietsje langer gebakken mogen worden,” zegt hij, “Maar dit is echt België, deze is in ossewit (gefilterd rundervet, versus het plantaardig vet in Nederland, red.) gebakken én zelf gesneden, dus dat is een echte Belgische, artisanale friet met een mooie goud-bruine, egale kleur.”
Dia geeft nog een laatste levensles mee. “Op het einde begin je te peuteren voor die laatste stukjes friet in de puntzak. Je vingers moeten zout en plakkerig zijn, zodat je ze kan aflikken.”
Hij geeft Gollem’s Proeflokaal vier frietvorkjes.
Vandaag was een emotionele rollercoaster: onze lever is vernield en we zagen hoe diep ons godenvoer kon vallen. Toch is er nog hoop. “Ik ga sowieso nog terug naar Vleminckx. Die frietjes waren een beetje als thuiskomen,” vertelt Dia op het einde van de avond. “Maar die twee gedrochten op het Damrak mogen van mij part sluiten.”
Fuck niet met een Belg en zijn frieten.