Elf jaar geleden was ‘t Zandt, een klein dorpje in de provincie Groningen, maandenlang in de ban van een reeks branden, vooral in leegstaande huizen en schuurtjes, die maar niet opgelost leek te worden. De politie en zelfs het leger werden ingeschakeld, maar het hielp niet, ondanks de inzet van patrouillevoertuigen met infraroodcamera’s. De pyromaan van ‘t Zandt bleef rustig zijn gang gaan, tot hij op een dag in december 2007 werd gepakt, waarna de branden ophielden.
De dader bleek Johnny, een 19-jarige jongen uit het dorp. Wat bezielt iemand om een hele reeks branden te beginnen, hoe bleef een jongen maandenlang uit de handen van de politie – en van de ingeschakelde militairen – en welke invloed hebben de gebeurtenissen van tien jaar geleden nu op het leven van Johnny? We reden naar het Hoge Noorden om het hem te vragen.
Videos by VICE
VICE: Ha Johnny, jij hebt het in het verleden nogal bont gemaakt met fikkie stoken in ‘t Zandt. Wat is er nou precies gebeurd?
Johnny Brondijk: Tja, er zijn inderdaad branden geweest. Maar er zijn wel vaker branden, en die halen nooit het nieuws. Het is allemaal begonnen in augustus 2007. Het was toen midden in de komkommertijd. Er zijn in totaal tweeëntwintig branden geweest in een periode van een maand of vier. We hebben die branden met vier jongens aangestoken. Toen gingen de media zich ermee bemoeien.
Met zijn vieren? In de media stond voor zover ik weet altijd dat alleen jij de dader was.
Klopt, ik heb daar destijds m’n mond over gehouden.
Waarom heb je al die tijd je mond gehouden?
Dat hadden we afgesproken. We zouden elkaar niet verraden. Dus toen ik vastzat hield ik mezelf ook voor dat zolang ik niks zou zeggen, Justitie geen stap verder zou komen. Ik ben uiteindelijk 52 dagen verhoord, maar heb niets gezegd. Justitie weet het nu trouwens wel, ik heb het uiteindelijk verteld in ruil voor de garantie dat ze niet vervolgd zouden worden.
We hebben die branden met vier jongens aangestoken. Daar heb ik destijds m’n mond over gehouden.
Waarom hebben jullie die branden gesticht?
Uit verveling. ‘t Zandt is een klein dorpje waar we ons hele leven al woonden, en er was niets te doen. Van het een kwam het ander. We kwamen er op een zeker moment achter dat als we een kaars in een fles staken, dat die twaalf uur brandde. Als we die fles dan vulden met benzine en op de grond in een verlaten pand achterlieten, duurde het dus twaalf uur voor er brand zou uitbreken. Met die tactiek duurde het heel lang voor de politie doorhad hoe het kon dat ze de dader maar niet konden betrappen. Op 14 augustus 2007 was de eerste brand en op 18 december 2007 ben ik pas gepakt. Dus het heeft ruim vier maanden geduurd voor ze erachter kwamen.
Je lijkt er bijna een beetje trots op dat het zo lang heeft geduurd voordat je werd gepakt.
Ik vind het wel een prestatie geweest wat we gedaan hebben. We waren 19 jaar. Omdat we met z’n vieren waren was het ook erg moeilijk voor de politie en werden ze alleen maar nerveuzer.
Het verhaal werd steeds meer opgeblazen en zo kwam het dorp ‘t Zandt ineens op de regionale zender en in de lokale krant. Daarna ging het door naar het Journaal en Hart van Nederland. Toen begonnen wij het ook echt leuk te vinden. Er kwam een extra politiepost in het dorp en uiteindelijk werd zelfs het leger ingeschakeld, maar zelfs die militairen konden ons niet pakken.
En in tussentijd werd er door RTV Noord een reportage gemaakt in ‘t Zandt over de branden, waar jij zelf ook in voorkomt. Waarom deed je dat?
Die reportage werd gedraaid bij ons in de straat waar de boel was afgezet. De cameraploeg vroeg of ik iets wilde zeggen. Achteraf erg dom natuurlijk, want daardoor kwam mijn gezicht in alle media. Maar ik moest er destijds wel om lachen.
De reportage van RTV Noord waarin Johnny over de branden vertelt:
Je bent zo wel een soort bekende Nederlander geworden.
Dat bleek achteraf, ja. Toen in de rechtbank bekend werd dat ik werd vrijgelaten in 2007 stonden er vier cameraploegen voor de poort van de gevangenis in Ter Apel te wachten. Ze wilden allemaal nieuws hebben. Gelukkig werd ik naar een tijdelijk onderduikadres gebracht.
Hoe was die tijd in de gevangenis?
Ik kreeg twee jaar cel, waarvan negen maanden voorwaardelijk. Ook zat ik drie maanden in beperking. Ik mocht toen alleen contact hebben met mijn advocaat, dus van de buitenwereld vernam ik niet veel. Dat is wel zwaar, zeker als je negentien bent.
Ik werd op een dinsdagavond gearresteerd en kort verhoord. Daarna dacht ik: oh, dat was het dan. De volgende dag kreeg ik een advocaat toegewezen en ging alles in een heel rap tempo. Ik was er op dat moment van overtuigd dat alleen mijn ouders wisten dat ik was aangehouden. Maar mijn advocaat kwam en die zei dat het op de radio en tv alleen maar over mij ging. Ik geloofde hem niet, maar hij vertelde me dat er diezelfde middag een persconferentie gegeven zou worden. Hij zei: “Ik kan je nu al zeggen dat je voorlopig vast blijft zitten, gezien de ophef die is ontstaan in de media.” Op een gegeven moment werd ik naar de gevangenis gebracht en moest ik wachten totdat iedereen binnen was, omdat ik in beperking werd gezet. Dat moment vergeet ik niet snel. Ik liep naar binnen en besefte op dat moment dat het menens was. In de gevangenis kon ik soms even praten met medegevangenen, door het raampje, en zij vroegen of ik niet Johnny van ‘t Zandt was.
Ik dacht dat alleen mijn ouders wisten dat ik was aangehouden, tot mijn advocaat me vertelde dat het op de radio en tv alleen maar over mij ging.
Je werd in de gevangenis herkend?
Ja, die andere gevangenen keken wel naar het nieuws, dus ze wisten precies wat er aan de hand was. En toen zat ik opeens bij hen op de afdeling, Ze riepen regelmatig: “Hey Johnny, je bent nu op het nieuws!” Ik mocht met niemand contact hebben, maar de andere gevangenen gooiden soms krantenknipsels onder m’n deur door.
Was het niet bizar om te zien hoe de zaak ontplofte?
Ik had het toen nog steeds niet helemaal door. Ik bleef in beperking zolang er zoveel ophef over de zaak was. Achteraf zag ik pas echt hoeveel het in het nieuws was geweest. Op een gegeven moment hoorde ik: “Je was op tv met je interview.” Dat had iedereen gezien natuurlijk. Het heeft echt de hele tijd media-aandacht gehad.
Wat vond je daarvan?
Ik merkte wel dat het nieuws dat je op tv ziet vaak mooier wordt gebracht dan het echt is. Niet alle feiten kloppen. Als je er nooit mee te maken hebt gehad sta je daar niet bij stil, maar ik weet beter. Ook zit er een groot verschil tussen journalisten zelf. Sommige waren echt brutaal. Zo herinner ik me Hart van Nederland, die kwamen met een draaiende camera aanbellen bij mijn ouders thuis, de dag na de aanhouding.
In de gevangenis zei ik tegen mezelf: over tien jaar lachen we erom. Ik had nooit verwacht dat het nu nog altijd impact zou hebben.
Heeft de hele zaak een impact gehad op de rest van je leven?
Een week nadat ik vrijkwam had ik al een baan. Mijn werkgever wist wie ik was en oordeelde niet. Maar niet iedereen dacht daar hetzelfde over. Mensen in mijn omgeving geloofden zonder twijfel wat de media over mij vertelden. Op een gegeven moment zaten we aan tafel tijdens de koffiepauze op het werk. Er passeerde iets op het nieuws over mij op de radio. Aan tafel zaten twee medewerkers van een uitzendbureau waarvan eentje zei: “Ik ken die jongen, wat een gek!” Hij kende hem blijkbaar helemaal niet, want hij wist niet dat ik het was. Ik ben er niet verder op ingegaan, anders kwamen ze erachter wie ik was en dat gunde ik ze niet op de werkvloer. Ik heb nooit negatieve reacties aan mijn adres gehad. Er zullen heus wel mensen boos zijn geweest, maar die hebben dat niet naar mij geuit.
Wat is je grootste les aan dit hele verhaal geweest?
Dat je nooit zomaar dingen in brand moet gaan steken. Uiteindelijk heeft het heel veel gekost. Je bent echt een deel van je leven kwijt, terwijl je nog jong bent. Het waren niet alleen die negen maanden. Toen ik in de gevangenis zat zei ik tegen mezelf: over tien jaar lachen we erom. We zijn nu tien jaar verder, en ik lach er wel om, maar ik had nooit verwacht dat het nog altijd een impact zou hebben.
Dankjewel, John.
Het Openbaar Ministerie laat weten zich niet te herkennen in het verhaal van Johnny. Johnny zelf blijft desondanks achter zijn verhaal staan.