We spraken de man die van oost naar west langs de grens tussen Mexico en de VS loopt

Toen Mark Hainds twee jaar geleden langs de grens tussen Mexico en Texas begon te wandelen, deed hij dat niet om een politiek statement te maken. Hij wilde vooral aan zijn dagelijkse leven ontsnappen.

Hainds, een veertiger die in zijn vorige leven expert was in de bosbouw, ervoer door twee verschillende functies die hij had als een zware last. Hij was een onderzoeker aan de Auburn-universiteit, en werkte voor de Longleaf Alliance, een nonprofit-organisatie die zich bezighoudt met het bestuderen en in stand houden van ecosystemen in moerasgebieden. Hij vertrok zodat hij de moderne wereld een tijdje achter zich kon laten.

Videos by VICE

Zijn reis begon op 27 oktober 2014 in El Paso, waarna hij in zeven weken 1600 kilometer langs de Texaanse grens liep (inclusief een pauze van een week waarin hij terugging naar Alabama om wat zaken af te ronden). Tijdens zijn wandelingen kwam hij groepen illegale immigranten, drugssmokkelaars, cowboys, andere wandelaars en heel veel grenspatrouilles en agenten tegen.

De reis werd in beeld gebracht door filmmaker Rex Jones, die het materiaal gebruikte voor de documentaire La Frontera. Die documentaire is vanaf vandaag online te zien. Hainds’ reis is echter nog niet ten einde: vanaf 21 december zal hij de rest van de grens, van New Mexico naar Californië, aflopen. Volgens Hainds is hij de eerste persoon die de hele lengte van de grens te voet aflegt. We spraken Hainds vlak voordat La Frontera werd uitgebracht. We hadden het over zijn wandeling en vroegen wat hij verwacht als hij zijn weg later dit jaar weer zal vervolgen.

Mark met twee van zijn vrienden op Old Mines Road. Alle foto’s door Mark Hainds

VICE: waar begon je je reis?
Mark Hainds: Ik begon bij grenspaal nummer één, in de Texaanse stad El Paso. Daarna volgde ik het pad of de weg die het dichtst langs Rio Grande liep, en liep ik tot aan het Boca Chica-strand in de Golf van Mexico. Ik volgde de Rio Grande, maar ik heb wel stukjes afgesneden. Als je elk klein zijpaadje volgt, ben je driehonderd meter langer onderweg.

Ik belde vrienden om te vragen of ze me wilden helpen. Ze kwamen soms een week of twee langs en namen eten en water mee. Ze pikten me ook op wanneer dat nodig was. Onderweg hebben een stuk of tien mensen me opgezocht.

We hebben de laatste tijd veel gehoord over de muur die aan de grens zou moeten verrijzen. Wat vinden de mensen aan de grens daarvan?
Rex Jones, de filmmaker die met me meereisde, interviewde iedereen; van Republikeinse boeren tot Spaanse families die daar al meerdere generaties woonden. Bijna iedereen vond een muur de domste geldverspilling die er is.

Een hoop mensen realiseren zich niet dat die muur er in feite al is. Ik ben langs grote delen ervan gekomen. Hij strekt zich uit over honderden kilometers: er zijn stedelijke gebieden waar het misschien wel logisch zou zijn als er een muur staat, maar halverwege mijn reis kwam ik door een gebied dat ze de ‘Big Bend’ noemen. Alles aan de zuidelijke kant daarvan wordt despoblado genoemd, wat in het Spaans ‘verlaten gebied’ betekent. De grenspatrouilles vervelen zich daar kapot. Ze hebben in dat gebied niks te doen. Niemand probeert daar langs te komen, dus waarom zou je in godsnaam miljarden dollars uitgeven om daar een muur neer te zetten?

Ben je onderweg in de problemen gekomen?
Natuurlijk, het is de grens. En hij is 1.600 kilometer lang. Er is geen pad; dit is geen wandeling als de Appalachian Trail of de Pacific Crest Trail. Ik moest mijn eigen weg vinden, wat betekende dat ik het pad of de weg moest volgen die het dichtst langs de grens liep. Veel van de wegen daar zijn zogenaamd openbare wegen, maar zijn zo slecht dat je er met een auto niet overheen kan rijden. Soms liep ik honderd kilometer zonder andere mensen tegen te komen, zelfs geen grenswachten. Dat zijn de gebieden waar smokkelaars actief zijn.

Hoe wist je dat er smokkelaars waren?
Ik weet zeker dat ik een keer een groep smokkelaars ben tegengekomen. Ik werd ‘s ochtends vroeg afgezet door een van mijn vrienden. Hij reed verder en ik stond op de weg. Ik was mijn tas goed op mijn rug aan het zetten en bereidde me voor op de wandeling. Ik was een aantal meter verwijderd van een kruispunt en toen ik opkeek zag ik opeens een geparkeerde auto.

Dat leek me al vreemd, en toen ging opeens de achterbak open. Toen wist ik dat er iets niet in de haak was. Er sprongen een paar mannen uit auto uit, die allemaal drugs uit de bosjes haalden en in de auto laadden. Een van hen zag me, en wees mijn kant op. Iedereen keek naar me. Dat was vrij eng. Het was op Old Military Road, in een bekend smokkelaarsgebied. De gouverneur, ik denk dat Perry in die tijd gouverneur was, had honderden grenswachten het gebied ingestuurd. Elke vijf of tien minuten kwam ik langs zo’n patrouille, maar de smokkelaars wisten die allemaal te ontlopen.

Hoe was het in dat gebied?
Het is een ongelooflijk afgelegen stuk land, tussen Eagle Pass en Laredo. Er is een honderdvijftig kilometer lange weg die aan de uiteinden geasfalteerd is, maar het grootste gedeelte is onverhard. Je loopt langs oude mijnen en de enige mensen die ik zag waren mijnwerkers. Het middelste stuk weg – tachtig kilometer lang – is compleet verlaten, op een paar illegale immigranten na.

Volgens de grenspatrouilles is het in dat gebied erg gevaarlijk, ook omdat je er geen bereik hebt. Omdat zij er niet kunnen communiceren, komen de patrouilles er niet. Aan weerszijden van de weg staan grote hekken. Je kunt zien waar de hekken neergehaald zijn door de mensen die aan de andere kant probeerden te komen. Op sommige plekken zag ik zelfs kledingstukken aan het hek hangen.

Mark bij Pecos, in de staat Texas. Het gebied ligt ongeveer driehonderd kilometer ten oosten van El Paso.

Je had het over de grenspatrouilles. Wat waren je ervaringen met hen en de andere ordehandhavers die je tegenkwam?
Toen ik eenmaal in bewoond gebied was, kwam ik gemiddeld één agent per dag tegen, steeds van verschillende organisaties: grenswachten, sheriffs en de patrouilles van de staat Texas. Ik vond het interessant hoe weinig communicatie er was tussen die verschillende groepen. De grenspatrouille bewaken allemaal een eigen sector, maar soms ligt er honderdvijftig kilometer niemandsland tussen die gebieden. Steeds als ik in een nieuwe sector terechtkwam, werd ik tegengehouden en kreeg ik weer dezelfde vragen: “Wie ben je? Waar ga je naartoe?” Ik legde uit wat ik aan het doen was, en tien minuten later moest ik hetzelfde verhaal aan een andere agent vertellen. Soms gebeurde dat drie of vier keer voordat ze over hun radio aan collega’s lieten weten wie ik was. Als dat gebeurde zag ik honderd kilometer lang tientallen agenten die alleen maar naar me zwaaiden, omdat ze wisten wie ik was. Als ik dan een volgende sector bereikte, begon het hele verhaal weer opnieuw, omdat er geen communicatie tussen de gebieden is.

Wat verwacht je van de tweede helft van je reis? Zal het moeilijker worden?
Het tweede deel van de reis voert door meer afgelegen en bergachtige gebieden. Ik heb wat tijd in de bergen doorgebracht, maar wat ik tegen ga komen zal veel meer hoogteverschil hebben. Daarnaast zal ik grotere hoogtes bereiken, ook tijdens de wintermaanden. Het zal op bijna elke manier moeilijker worden.