Nederland heeft dit jaar eindelijk een eigen paviljoen op Milan Design Week

Hoe vul je een ruimte van 1.500 vierkante meter met het beste dat een land te bieden heeft op het gebied van design en kunst? Dat is de lastige taak die op schouders van curator Nicole Uniquole rust, bekend van o.a. Fair Meesterlijk in Amsterdam. Morgen opent in Milaan de Salone del Mobile (Milan Design Week), een van de belangrijkste designbeurzen ter wereld, waar ieder land een paviljoen inricht met werk van haar beste ontwerpers, kunstenaars en fotografen. Na jaren van een redelijk onbegrijpelijke absentie – zeker gezien de internationale allure van Dutch Design – heeft Nederland dit jaar in het Palazzo Turati voor het eerst ook een paviljoen, getiteld Masterly – the Dutch in Milano. Des te meer reden dus om dit jaar meteen maar een onvergetelijke selectie neer te zetten.  

Royal Delft. Foto: Frieda Mellema

The Creators Project: Wat kunnen we allemaal verwachten straks? Kun je alvast een paar van de belangrijkste namen noemen?
Nicole Uniquole: Ik heb werk van 125 ontwerpers geselecteerd. Een belangrijk criterium is goed vakmanschap (neo-craft) en een goede vorm en verhouding, dus geen concepten maar echte producten die je kunt gebruiken. Belangrijke namen, voor mij persoonlijk, zijn: Edward van Vliet, die na acht jaar weer terug is in Milaan; Tjeerd Veenhoven maakt prachtige pigmenten van tulpenafval; Isaac Monte heeft een hele mooie vazenserie gemaakt van bedorven vleeswaren. Daarnaast spreekt de mode van Jade van der Mark aan, en het werk van Jonghlabel, de maximale herwaardering van de ambacht.

Videos by VICE

Met welk idee heb je de ruimte ingericht?
Dat echte ambacht nooit uit de mode raakt. De ruimte van het palazzo zelf heeft net een enorme restauratie achter de rug. Alles is met zoveel liefde aangepakt, van de historische textielen wandbespanning tot de houten ingelegde vloeren. Het werk dat ik heb geselecteerd moet daar gevoelsmatig bij aansluiten.

Fotografie door Rachel Dubbe

Het lijkt me best lastig om in zo’n enorm paviljoen toch een eenduidig thema over te brengen.
Het paviljoen is een interdisciplinaire tentoonstelling van design, kunst, ambacht, mode en fotografie. Dus je moet werk uitzoeken dat heel goed bij elkaar past. Van de 900 ontwerpers heb ik er uiteindelijk 125 uitgekozen waarvan ik zeker wist dat het werk qua uitstraling, uiterlijk en gevoel een eenheid zou worden. Het is een enorm gepuzzel, maar altijd weer de moeite waard. Want hoe meer tijd ik in deze fase steek, des te beter de tentoonstelling uiteindelijk wordt. Een ontwerper kan prachtig werk hebben, maar als ik het toch voor me zie in een andere kleur, omdat dat mooier aansluit bij het goud in het plafond, dan moet het in die kleur vervaardigd worden. Gelukkig staan veel ontwerpers daar wel voor open.

Hoe kan het dat Nederland nog niet eerder een paviljoen had?
Het is voor mij altijd een raadsel geweest dat de overheid hier niet op ingesprongen is. We hebben het over Milaan, het mekka van design! Het is eigenlijk wel bijzonder dat ik dit als zelfstandig ondernemer heb moeten opzetten.

“Rhythm of light” door
tudio Susanne de Graef. Foto: Jeroen van der Wielen

S

“Cubu” door van Kocowisch. Foto: Joe Hammond

Bij welke landen valt er het meest af te kijken?
Engeland is altijd heel sterk, en natuurlijk de Scandinavische landen. Kleine paviljoens, maar met een sterk statement. Dat is fijn.

Zin in?
Als alles gaat zoals ik het bedacht heb, hoef ik zelf eigenlijk weinig meer te doen voor we beginnen. Alleen een beetje rondlopen en kijken of het goed gaat en zien of iedereen blij en gelukkig is. En op zondag hebben dan de laatste styling van de objecten, daar verheug ik me al weken op.

Super. Heel veel succes!

Stoel door Bo Reutler

Klik hier voor meer informatie.