De eerste keer dat ik met sausfobie geconfronteerd werd, was op een barbecue bij mij thuis. Ik was de salade met mayonaise aan het opfleuren en had elke gepofte aardappel rijkelijk gevuld met knoflooksaus, toen mijn vriendin plotseling begon te gillen. Wat bleek: ze haat de geur, de textuur én de aanblik van saus, en ik had het hele etentje voor haar verpest.
We vinden het zo normaal om onze bitterballen en blokjes kaas in mosterd te dopen, dat we het haast zouden vergeten: er zijn mensen op deze aardbol die écht niét van saus houden. Ik zie wel eens nieuwsberichten langskomen waarbij saushaat in medische termen verpakt wordt: zo heb je deze mevrouw met mayofobie, of deze student uit Engeland die begint te kokhalzen zodra ze zich in de buurt van een flesje ketchup begeeft. Deze man heeft een hele foodblog voor mensen die net als hij misselijk en kortademig worden in de nabijheid van saus, en er bestaat zelfs een officiële online mayonaisehaatclub.
Videos by VICE
“Toen ik klein was, werd ik al superongemakkelijk als de pot mayonaise op tafel stond, zeker zonder deksel.”
Ik sprak drie mensen die leven met sauzenfobie en legde ze enkele dilemma’s voor. Even voorstellen:
Nathalie (24) uit Gent werd toen ze klein was al superongemakkelijk als er een pot mayonaise op tafel stond. “Zeker zonder deksel, dan kon ik het goedje zien liggen, inclusief het stijve, gapende gat waar de lepel geschept had. Vreselijk. Mijn familieleden wisten dat ze me niet moesten vragen om de pot door te geven, of om hem uit de koelkast te halen. Ik wilde het risico niet lopen dat zo’n koude klodder mayo op mijn huid zou kunnen belanden.”
Nathalie is dol op warme sauzen, maar haat alle koude: “Een saus is gewoon niet gemaakt om koud te zijn. Dan wordt het dik en glibberig, en daar kan ik niet mee omgaan. Doorzichtige sauzen kunnen nog net. Chilisaus bijvoorbeeld of dressing waar ik letterlijk doorheen kan kijken. Ik denk dat dat komt omdat ik het dan niet direct associeer met mayo.” Mayonaise ligt namelijk aan de basis van al Nathalie’s haat jegens sauzen.” Vroeger vertelde ze dit aan bijna niemand. “Toen ik veertien was werd ik uitgedaagd om een bord ketchup leeg te likken. Iedereen juichte en ik wilde niet onderdoen voor de rest. Achteraf liep ik kokhalzend naar mijn kamer. Als ik eraan denk word ik opnieuw misselijk.”
Pas toen ze naar Gent ging om te studeren, merkte ze dat haar afkeer voor saus niet normaal is. “Ik ging plots veel vaker friet eten met mijn vrienden. Ze merkten dat ik er geen saus bij nam en een vies gezicht trok als iemand dat wel deed. Ik moest het elke keer uitleggen en mensen staarden me aan alsof ik gek was. In België is het algemeen onaanvaardbaar om geen saus te eten. Wie eet er nou ‘droge frieten’?”
Ondertussen probeert ze zich stap voor stap over haar afkeer voor saus heen te zetten, omdat ze de smaak op zich wel lekker vindt en potten mayonaise gewoon door wil kunnen geven. Ze eet nu bijvoorbeeld wel burgers van McDonald’s, waar ze eerst met servetten alle saus vanaf schraapt. Ook werkt ze in het weekend in de keuken van een broodjeszaak, waar ze haar aartsvijand wel onder ogen moet komen bij het bereiden van tonijnsalade en eiersalade.
“Ik snap zelf niet hoe mijn brein beslist welke saus het wel en niet wil. Het is een gekke, psychologische kronkel.”
Ralf (31) woont momenteel in Berlijn en haat alle dingen die tussen vloeibaar en vast in zitten. Textuur is voor hem de reden waarom hij helemaal niks met saus te maken wil hebben. “Als ik vroeger op reis ging, wilde ik me nooit insmeren met zonnebrand omdat het zo’n dikke, melkerige brei is. Ik liet me nog liever verbranden, en bij eten is het niet anders. Saladedressing eet ik bijvoorbeeld wel, omdat het net vloeibaar genoeg is. Alles wat dikker is, en koud, daar kom ik niet bij in de buurt.” Warme sauzen eet hij wel, behalve pindasaus. “Ik snap zelf niet goed hoe mijn brein beslist wat het wel en niet wil. Het is een gekke, psychologische kronkel.”
Sinds een paar jaar is het enige sausje dat hij eet knoflooksaus op een broodje shoarma. Dan lachen zijn vrienden hem uit omdat hij er belachelijk weinig van gebruikt. “Ze begrijpen er niks van, maar ik mag de textuur echt niet kunnen proeven, anders word ik gek.” Hij woont nu in Berlijn en gruwelt als hij mensen worsten ziet eten die volledig ondergedompeld zijn in currysaus. “Ik denk dan: hoe de fuck kun je die viezigheid eten, geen wonder dat je dik wordt.”
“Vanaf het moment dat ik saus zie blinken, denk ik aan dat smerige, vette laagje dat door mijn keel of langs mijn tanden moet glijden. Dat geeft me een vreselijk gevoel.”
Vienna (23) uit Amsterdam gebruikt al jaren smoesjes om te camoufleren dat sauzen (warm en koud) haar echt de rillingen geven. “Als iemand opmerkt dat ik een kroket niet met mosterd eet, zeg ik dat ik op dieet ben. Mensen aanvaarden dat verdacht snel als het uit de mond van een vrouw komt. Best krom, want ze zien dat ik een gefrituurd ding in mijn mond stop.”
Het is vooral de geur die haar nekt, en het feit dat saus glimt. “Sauzen stinken. Vooral ketchup ruikt echt zuur. Als een druppel in de koelkast gemorst wordt, gaat mijn maag in de knoop en ruik ik het goedje een week later nog. Dan kan ik met moeite een ei uit die koelkast eten, omdat alles rond de ketchupdruppel die geur lijkt op te nemen. De enige saus die niet stinkt is currysaus, dus daar eet ik soms wel een beetje van, maar alleen als de friet te droog is. Ook de glibberigheid van sauzen kan ik niet aan. Vanaf het moment dat ik saus zie blinken, denk ik aan dat smerige, vette laagje dat door mijn keel of langs mijn tanden moet glijden. Dat geeft me een vreselijk gevoel.”
Vienna eet enkel pastasaus – verder staat alles, zelfs sojasaus, kaassaus en champignonroomsaus, op de zwarte lijst. Om die reden moest ze vroeger op school vaak een lunch overslaan, en nog steeds is het lastig om in eettenten iets te vinden waar geen saus op zit. “Meestal ga ik voor pizza of gamba’s.”
MUNCHIES legde Nathalie, Ralf en Vienna enkele sausgerelateerde dilemma’s voor, zodat duidelijk wordt met welke mate van sausfobie we hier te maken hebben:
Je krijgt duizend euro als je een lepel mayonaise in je mond stopt en doorslikt. Doe je het?
Nathalie: Ik zou het niet eens overwegen voor dat geld, echt niet. Vienna: Shit. Heel misschien, ik twijfel. Ik zou waarschijnlijk moeten kotsen, maar ja, duizend euro… Ralf: Natuurlijk, voor duizend euro.
Je bent op date. Hij of zij smeert een klodder ketchup op elke hap voor hij zijn vork in zijn mond stopt. Kunnen jullie die avond nog tongen?
Nathalie: Ik haat het glimmende laagje dat op iemands lippen achterblijft. Mijn date zou zijn mond letterlijk moeten wassen met zeep. Anders geen kus, zelfs niet op de wang. Ralf: Ik zou er sowieso van gruwelen. Saus blijft overal om de mond plakken. Hoe meer ik het voor me zie, hoe erger. Die date zou niet goed aflopen, of ik zou héél dronken moeten worden. Vienna: Als hij achteraf iets drinkt om het weg te spoelen, en ik ruik geen saus als ik dichterbij kom, zou ik wel nog zoenen. Denk ik.
Je moet kiezen: patatje oorlog eten of helemaal geen eten die dag. Nathalie: Hongerlijden. Ralf: Geen maaltijd. Vienna: Gatver, ik zou het zelfs niet eten als ik alle saus eraf kon deppen. Slappe friet is vreselijk.
Je bent op een etentje bij je baas thuis. Al het vlees op tafel is bedekt met pindasaus en door de aardappelsalade zit mayonaise. Er is niets anders te eten. Met welke trucjes verberg je je saushaat?
Nathalie: Het concept van ‘aardappelsalade’ wil ik niet eens snappen. Wie heeft in godsnaam bedacht dat daar ook mayo doorheen moet? Ik zou er openlijk voor uitkomen dat ik het niet lust, en meteen suggereren om het de volgende keer aan te maken met spek, bieslook en een klein beetje zure room. Eerlijkheid eerst. Ralf: Ik zou de aardappelsalade niet aanraken, maar wel het vlees. Ik zou er zo subtiel mogelijk alle saus vanaf schrapen. Vienna: Ik zou niet kunnen zeggen dat ik op dieet ben. Het is mijn baas. Ik kan ook niet zogenaamd voor alles allergisch zijn, maar ik lust het echt niet. Staat er echt niets anders op tafel? Wat een slecht menu.
Je doet de koelkastdeur open en een pot mosterd valt kapot op de grond. Overal ligt saus, zelfs op je schoenen. Je bent alleen thuis. Wat nu?
Nathalie: Ik loop weg en vertel mijn huisgenoten dat de kat het heeft gedaan. Ralf: Ik walg maar maak het toch maar schoon. Dat het aan de vloer blijft kleven en je er elke keer langs moet lopen is erger. Vienna: Ik trek mijn schoenen uit en ga die en de vloer met antiseptische spray bewerken. De overheersende sausgeur moet zo snel mogelijk weg.
Je hebt ruzie met je zus. Zij loopt richting koelkast, haalt er een pot mosterd uit en loopt langzaam jouw kant op. Wat doe je?
Nathalie: Dat gebeurde vroeger best vaak. Gelukkig lustte mijn zus toen ze jonger was geen kaas, dus we stonden vaak elk aan een kant van de tafel in een soort Mexican stand-off: ik zwaaide met plakken kaas en zij spoot mayonaise in het rond. Vienna: Ik loop zo snel mogelijk naar boven en sluit de deur achter me.
Je werkt in de horeca. In de keuken staat een reusachtige pot mayonaise en jij moet heel snel kleine porties maken voor de gasten. Je zal het spul zeker over je handen heen krijgen. Wat nu? Nathalie: Ik doe alsof ik in mijn vinger gesneden heb en vraag of ik even mag gaan zitten met een colaatje. Iemand anders moet dan even mijn werk overnemen. Dat kan ik in de broodjeszaak natuurlijk niet altijd doen. Als er mayo op mijn hand belandt, doe ik alsof dat het gewoon boter is, zo gaat de paniek weg. Ik weiger om ernaar te kijken totdat ik bij de wastafel ben en het kan schoonspoelen. Ralf: Ik doe het, maar ik hou mijn neus gesloten zodat ik niks ruik, en ik let er ook echt op dat ik geen saus hoef aan te raken.