We vroegen Nederlandse kunstfiguren welke kunst ze stiekem mooi vinden

We hebben allemaal wel liedjes waarvoor we ons stiekem een beetje schamen dat we er graag naar luisteren. Luidkeels mee blèren als Africa van Toto voor de zevenenveertigste keer op Radio Veronica voorbij komt bijvoorbeeld. It’s gonna take a lot to drag me away from yooooooouu. Je kent het wel.

Maar bestaat zoiets ook in de kunst? Er wordt in ieder geval genoeg kunst gemaakt, en daar moeten ook dingen tussen zitten waar je liever niet over naar huis schrijft, maar stiekem wel ontzettend van geniet. Met andere woorden: wat zijn de Britneys en Guus Meeuwissen van de kunstwereld? Ik vroeg een aantal leuke mensen uit de kunstwereld wat die volgens hen zijn, en waarom.

Videos by VICE

Jan Hoek – Beeldend kunstenaar

Jimmy Nelson heeft zo’n heel groot en dik koffietafel boek gemaakt, Before they pass away. In dit boek heeft hij allerlei stammen op een zo traditioneel mogelijke wijze gefotografeerd, maar tegelijkertijd ook heel heroïsch en een beetje verheerlijkend. Heel veel mensen zijn daar boos over, omdat ze vinden dat die stammen allemaal terug in de tijd worden gegooid en het daarnaast al honderdduizend keer gedaan is. Eigenlijk zou ik het vanuit mijn eigen werk ook niet goed moeten vinden, omdat het juist is waar ik niet voor sta. Ik probeer zelf namelijk juist altijd om stereotypes te bevechten en nieuwe dingen te laten zien die nog nooit eerder te zien waren. Misschien is mijn grote geheim dus dat ik zijn werk stiekem wel echt heel mooi vind. Als ik soms dat boek doorblader, kan ik me ook afvragen waarom we dit soort dingen niet gewoon heel mooi mogen vinden. Dat hele ‘back to nature’ gevoel roept ook wel een strijd in mij los. Kennelijk vind ik het ergens gewoon heel fijn om naar primitieve stammen te kijken die in de natuur leven.

Als tweede heb ik, en dit is wel wat minder origineel, maar wel iemand die in de kunstwereld eigenlijk niet meer mag: Damien Hirst. Ik zag zijn werk op de Biennale in Venetië en alle kunstmensen spraken er schande van. Ze vonden het helemaal de uitverkoop. Toen ik er rondliep, snapte ik heus wel wat ze bedoelden, maar Jezus wat vond ik het mooi zeg. Hij heeft gewoon helemaal een eigen pretpark gebouwd en daar een hele legende omheen bedacht. Damien Hirst is zo megalomaan dat Marie Antoinette er niets bij is, en ik vind het stiekem wel heel gaaf dat je dat als kunstenaar kunt zijn.

Salvador Dalí, Couple aux têtes pleines de nuages (Een paar met het hoofd vol wolken), 1936. Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam. Fotograaf: Studio Tromp, Rotterdam. © Salvador Dalí, Fundación Gala-Salvador Dalí, c/o Pictoright Amsterdam 2017.

Rianne Groen van Galerie Rianne Groen

Mijn guilty pleasure in de kunst is Salvador Dalí. Hij cultiveerde het zijn van Dalí als zijn levenswerk, wat hem in feite de Catalaanse Lil’ Kleine avant la lettre maakt. Net als Lil’ Kleine gooide hij bovendien met champagne en kreeften. Ondanks dat ik een groot deel van zijn werk eigenlijk best lelijk en soms ook slecht vind, heb ik een bijzonder on-feministisch zwak voor overdreven zelfverzekerde, larger-than-life mannen.

In Museum Boijmans van Beuningen hebben ze een dubbelportret van Dalí en zijn vrouw, waarbij de lijsten in de vorm van hun figuren zijn gemaakt. Echt ontzettend fout natuurlijk. Maar tegelijkertijd zitten er dan weer verwijzingen in naar een schilderij van Jean-Francois Millet, waar mijn kunsthistorisch hart toch stiekem sneller van gaat kloppen. Verder heeft Boijmans ook een beroemde Venus van Milo met laden van Dalí staan, waarbij de borsten, buik en voorhoofd van de Venus een ladekastje zijn geworden. De knopjes van deze laatjes zijn ook nog eens fluffy pomponnetjes, een beetje zoals die sleutelhangers die je nu overal bij de Primark kan halen. Ik vind het eigenlijk mega fout om klassieke beelden te gebruiken in moderne kunst, maar ik mag dit beeld toch wel omdat het ergens ook weer de ultieme uitdrukking van het surrealisme is. De laatjes refereren voor Dalí aan het onderbewuste, wat op ieder moment geopend kan worden. Dr. Freud kan hier denk ik wel mee leven.

Tot slot vind ik het interessant dat Dalí een van de eerste grote commerciële, moderne kunstenaars was. Hier wordt natuurlijk altijd een beetje op neer gekeken in de kunstwereld, maar hoe gaaf is het als je als kunstenaar merchandise hebt? Zijn gesmolten klokken zie in bijna alle Italiaanse souvenirwinkels. Ik wacht alleen al jaren op een werkende kreeftentelefoon voor in mijn kantoor.

Jeff Koons, Ilona on Top – Made in Heaven, 1990. Oil inks on canvas 96 x 144 inches 243,8 x 365,8 cm © Jeff Koons edition of 1 plus ap 1990. Beeld via Amuse

Heske ten Cate – Artistiek directeur Nest

Guilty pleasures zijn voor mij net de gebrande CD’s van vroeger. CD’s die je draaide tot de krassen erin zaten, en die je nog altijd in één oogwenk terug kunnen brengen naar grote emoties. Een guilty pleasure in de beeldende kunst bestaat volgens mij niet op die manier. Hoe vaker je een kunstwerk ziet dat je (al dan niet stiekem) mooi vindt, hoe meer je ervan gaat houden volgens mij. Ik heb nog nooit een kunstwerk ‘grijs’ gekeken, waardoor het alleen nog maar inspeelt op nostalgische verlangens en vervlogen dromen. Het gebeurt vaak genoeg dat ik iets schitterend vind dat in andermans ogen niet meer is dan wat klungelig gepriegel, maar dat maakt een kunstwerk niet gelijk een guilty pleasure.

Maar toch. Het dichtste bij een guilty pleasure kwam ik toen ik, kijkend naar kunst, groot ongemak ervoer maar er ook heimelijk van genoot. Ik was 11 en met mijn ouders op zomervakantie in Spanje, waar we een pit-stop Guggenheim Bilbao maakten om de bloemetjes hond van Jeff Koons te bekijken. Binnen in het museum hingen de paar porno-werken van Koons – ik denk dat mijn ouders dachten dat we naar zijn ballonnen honden gingen kijken.

Op die hete zomerdag kreeg ik expliciete seksuele ‘voorlichting’ van Koons, met in de flanken mijn ouders die het schaamrood niet van hun kaken kregen. We hebben het er nooit meer over gehad. Maar als er ergens Koons te zien is, dan koop ik een kaartje.

Matthijs Booij – Founder van Patty Morgan

Ik ben ervan overtuigd dat menig kunstkenner vindt dat ik me voor mijn gehele kunstverzameling rot zou moet schamen. Een deel van mijn smakenspectrum heeft namelijk een grote voorliefde voor domme en afstotelijke kunstwerken, maar dat is nou weer net waar ik zo trots op ben.

Maar, na lang zoeken heb ik toch iets gevonden dat op een guilty pleasure lijkt. Een paar jaar geleden vond ik Erin M. Riley heel vet. Een vrouw die op weefgetouwen wandkleden maakt. Dat vond ik indrukwekkend, plus het waren spannende beelden. Tot ik erachter kwam dat ze tatoeages echt vet vindt (iets waar ik op afknap), en dat het weven een trucje is dat ze blijft herhalen zonder het naar een nieuw niveau te brengen. De beelden die ze maakt zijn de hele tijd een beetje hetzelfde, en dus wordt het saai. Maar toch. Deze twee werken (Alone Alone en History 32) uit 2014 zou ik nog altijd thuis aan de muur willen hebben.

Het zijn mooie wandkleden waarbij je getuige bent van iets, maar het ergste hebt gemist omdat het is weggelaten. Maar nu maakt ze dus vooral dit en andere kleden waarin je herhaaldelijk beelden ziet van bebloede tampons, condoompjes ernaast, screenshots van iPhones met selfies, of uzi’s en wat zakjes coke. Nogal duidelijk allemaal. Vergelijk het met Guus Meeuwis die jou lallend in een overzichtelijke vierkwartsmaat uitlegt waar jij je zoal melancholisch over moet voelen.