Eten

We zouden allemaal Griekse olijfolie moeten eten

Verschillende mediahebben de afgelopen maanden paniek gezaaid omdat het niet zo goed gaat met de Spaanse en Italiaanse olijvenoogst. Door een virus (Xylella Fastidiosa), fruitvliegjes en het warme weer zijn de olijven beschadigd, waardoor de bomen moeten worden gekapt en er sprake is van een forse prijsstijging. Spaanse olijfolie is sinds 2006 niet meer zo duur geweest als nu.

Spanje en Italië zijn samen verantwoordelijk voor zo’n zeventig procent van de olijfolievoorraad in de wereld. Dat mensen bezorgd zijn is dus niet zo gek. Maar wat wel gek is, is dat bijna niemand het ooit over Griekse olie heeft, en dat terwijl de oogst – in vergelijking met 2013 en 2014 – aanzienlijk is verhoogd.

Videos by VICE

Met ons boerenverstand lijkt het helemaal geen gek idee om producten van Griekse bodem te kopen en zo de economie te stimuleren. Al weten we heus wel dat het meestal niet de boeren zijn daarvan profiteren; eerder supermarkten en handelaren. Was het toeval dat Albert Heijn een paar weken terug, midden in het Hollandse kersenseizoen, ineens Griekse kersen in de bonus had? Waarom zien we eigenlijk nooit flessen die vol trots aankondigen dat ze van Griekse olijven gemaakt?

De kans is groot dat je stiekem altijd al olijfolie uit Griekenland gebruikt. Spaanse en Italiaanse bedrijven schijnen namelijk al jarenlang Griekse olie te importeren en deze te vermengen met hun eigen olijfolie. En omdat iedereen zijn stokbroodje liever in Italiaanse of Spaanse extra vierge olie doopt, is dat slimme handel.

Wie Griekse producten wil, moet hier speciaal naar op zoek gaan, want je komt ze meestal niet per ongeluk tegen. Er zijn een aantal websites die de producten – waaronder olijfolie, maar bijvoorbeeld ook wijn, kaas, honing, koekjes en bier – verkopen en aanprijzen. Tijdens de recente onderhandelingen met de Grieken, promootte Marqt ineens Griekse olie en ook bij de grotere filialen van Albert Heijn zit het overigens standaard in het assortiment.

Webwinkel annex marktkraam De Groene Griek wil dat er meer erkenning komt voor Griekse producten. Volgens Effie Halkidis, een van de eigenaren, werken de boeren keihard om producten van hoge kwaliteit af te leveren. De olijven die ze plukken gaan bijvoorbeeld dezelfde dag nog naar de fabriek waar er olie van wordt gemaakt.

De verkoop van Griekse olijfolie is bij Halkidis sinds het Spaanse en Italiaanse tekort niet gestegen. “Het probleem met Griekenland is dat ze wel exporteren, maar het niet goed aanpakken. Ze werkten bijvoorbeeld vroeger niet met etiketten en exporteerden ook niet onder hun eigen naam.” Dat is niet slim, als je bedenkt dat mensen tegenwoordig willen weten waar iets vandaan komt, en een kleinschalig Grieks boertje juist een heel romantisch idee vinden. Veel van de bedrijven met wie Halkidis samenwerkt, exporteerden eerst helemaal niets. Dat is de laatste tijd aan het veranderen, vertelt Halkidis. “Alleen is het door de crisis weer lastiger geworden, waardoor ik bang ben dat het weer teruggaat naar hoe het eerst was.” Volgens haar zijn de Griekse boeren met wie ze samenwerkt bang dat alle negatieve publiciteit juist zorgt voor minder interesse in hun producten. Vandaar dat ze hoopt dat mensen ondanks alles nog steeds in Griekenland en Griekse producten geloven en hoopt ze het imago te kunnen verbeteren.

Volgens Ilias Kotsiris, eigenaar van De smaken van Griekenland, is die kleinschaligheid juist het probleem. Omdat hij de producten uit zijn vaderland hier niet kon vinden, besloot hij ze tien jaar geleden zelf naar Nederland te halen. “Voor kleine familiebedrijven is het lastig om hun producten naar het buitenland te krijgen en goed in de markt te zetten,” vertelt hij. “Maar ze doen wel echt hun best. Ik ben net vier weken in Griekenland geweest en mensen werken echt dag en nacht om rond te komen. Waar eerst twee man de olijfolie stonden te bottelen, zijn dat er nu een stuk of twintig.”

Voor Kotsiris is het heel simpel: we zouden allemaal Griekse olijfolie moeten kopen omdat het gewoon veel lekkerder is. “De olijven zijn van betere kwaliteit en een ander ras dan de Spaanse en Italiaanse,” vindt hij. “Het is een kleinere vrucht met een grotere pit, waardoor de olie een nootachtige smaak krijgt. Door de kleinschalige manier van verbouwen, wordt er veel meer tijd en aandacht aan het product besteed. En het klimaat is in Griekenland ook beter.” Hij ziet wel vooruitgang in de verkoop van Griekse producten. “Vijf jaar geleden waren er slechts twee importeurs in Nederland, nu zijn dat er een stuk of acht. We komen dus wel steeds meer aan Griekse producten. En ondanks ­– of misschien juist vanwege – alle negatieve publiciteit en de negatieve sfeer in Europa, blijven mensen de producten kopen.”

Wij hebben een tip voor Griekenland: doe iets aan je marketing. Misschien kunnen werkloze Grieken gaan bloggen over zalig Grieks eten en kunnen handige copywriters boeren helpen met het promoten van hun waar. En stop alsjeblieft met de verkoop aan Spanje en Italië, of gooi de olie in elk geval het niet zomaar op een hoop bij de Spanjaarden en Italianen, maar betaal een ontwerper die staat te springen om opdrachten voor een mooi etiket. Ilias Kotsiris verwoordt het zo: “Je kunt beter Griekse producten kopen dan ze opnieuw een lening te geven!”

En vergeet ook de ouzo niet.