De zogeheten ‘warmtezuilen’ die je zo nu en dan op Nederlandse treinperrons tegenkomt, leidden bij hun introductie in 2008 tot Kamervragen van GroenLinks – de palen zouden te veel energie verspillen. Minister Camiel Eurlings vond dat wel meevallen: in zijn reactie wees hij erop dat de zuilen, die op zonne-energie werken, per keer maar vier minuten aan zouden staan, en pas nadat een reiziger op de knop had gedrukt. Als de temperatuur onder de twaalf graden zou duiken zou de paal überhaupt niet werken.
De warmtezuil kwam er dus. Maar dat betekent niet dat iedereen de vermeende energieslurpers blijft slikken als zoete koek, of dat ze het überhaupt warm hebben op het perron. Drie studenten van de Willem de Kooning Academie in Rotterdam hebben naar eigen zeggen nu een betere en duurzamere manier gevonden om wachtende treinreizigers op te warmen: stationsmeubilair dat wordt verwarmd door middel van compostering.
Videos by VICE
De studenten hebben een prototype ontwikkeld van een houten bankje dat gevuld is met snoeiafval, dat aan de binnenkant wordt afgebroken door bacteriën. Tijdens die afbraak ontstaat er warmte, die kan oplopen tot wel zestig à zeventig graden, zo laat Tom Klaver weten, een van de studenten. “De warmte wordt door middel van terracottapanelen naar het zitvlak geleid. Het composteringsproces duurt twee jaar, dus het afval kan twee jaar lang warmte genereren.”
Het idee, waar naast Klaver ook Elsa Claesen en Marjolein de Bruijn aan werken, is speciaal toegespitst op de gemeente Rotterdam. Het gaat om een plaatsgebonden, circulair systeem, dat zowel begint als eindigt bij de Rotterdamse stadsparken. “Om de twee jaar worden daar bloesembomen gesnoeid door de gemeente. Het snoeiafval willen we gebruiken voor warmtemeubels op het Centraal Station van Rotterdam, en na die twee jaar kan dat afval dan weer als bodemverbeteraar terug naar de parken.”
Het gaat volgens Klaver om een natuurlijke warmtebron die eigenlijk nog nauwelijks wordt gebruikt. Misschien wel omdat het zou kunnen gaan stinken? “Haha, nee. We gebruiken houtsnippers en die stinken in principe niet.” Wanneer de treinreizigers van Rotterdam Centraal zich daadwerkelijk kunnen warmen aan deze duurzame stationsbankjes is nog even de vraag. Daarover is het drietal nu in gesprek met de gemeente. “We zijn er klaar voor om deze nieuwe manier van verwarmen op grotere schaal in te gaan zetten.”