FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

In de eerste club die Jackmaster bezocht lag het gevaar altijd op de loer

“Je moest je riem afdoen omdat je die als wapen kon gebruiken.”
Foto via Jackmaster

"Mensen begrijpen het niet, maar hoe meer ik drink, hoe beter ik word!" Jack Revill alias Jackmaster heft het glas nog maar eens. De dertigjarige dj is de vaandeldrager van Numbers, een man die soepeltjes van techno naar hiphop en funk kan draaien en daarmee zowel onder de puristen als op Ibiza een graag geziene gast is. Hij staat op de vijfde plek van de Resident Advisor Top 100, en zal net na het interview de nieuwe club Shelter ontmaagden – "ik zal teder zijn!" – en om dat te vieren vroeg ik hem naar zijn eerste clubervaringen.

Advertentie

"Dit is de gemakkelijkste vraag die je me ooit zou kunnen stellen. Als kind was ik gek van trance. Ik ging op mijn dertiende of veertiende voor het eerst naar Ibiza. Ik mocht de clubs nog niet in, maar was net oud genoeg om ermee weg te komen een biertje te kopen. Ik ging dus met een San Miguel buiten de muren van Space zitten luisteren.

De eerste club waar ik echt binnenkwam was waarschijnlijk Archaos: een nogal ruige club voor minderjarigen. Je kon er geen alcohol kopen, maar in die tijd kon je er wel roken, en een meisje trakteren op limonade als je haar wilde versieren. Ze draaiden er slechte house en trance, en ik danste er als een gek. Maar ik was supernerveus, vooral omdat de tent gevuld was met… meisjes. Niet dat ik ze durfde aan te spreken, daar was ik veel te zenuwachtig voor.

Er lag altijd gevaar op de loer, want Archaos stond vol met tuig. Er was altijd een kans dat je in elkaar zou worden geslagen, als je tegen de verkeerde gast aan stootte. Dat lag er maar net aan uit welke wijk je kwam. Je moest zelfs je riem achterlaten bij de garderobe, omdat sommigen die als wapen gebruikten. Ze draaiden er weleens een nachtje happy hardcore. Vorig jaar heb ik met Rustie een happy hardcore-feestje gedaan in Glasgow.

Maar goed: de eerste échte club waar ik binnenkwam, was om de hoek van mijn huis in Glasgow: Ad Lib. Overdag was het een burgerbar, en de enige reden dat ik er binnen kon komen, was omdat de vader van Spencer de eigenaar was. Spencer is de jongen die me heeft leren draaien. We gingen ernaartoe om een legendarische Detroit techno-dj te zien: Claude Young. Op de een of andere manier raakten we bevriend, hij nam ons onder zijn vleugel en nam ons mee naar zijn feesten. Dat was een gigantische inspiratiebron voor hoe we nu Numbers en de Mastermix-shows aanpakken. Alles kon: je kon funk en soul draaien, en hiphop naast house en techno.

In Ad Lib gaven we ook onze allereerste eigen feesten: Seismic. Ik was superzenuwachtig, omdat we nogal edgy dj's boekten. Elke keer dat ik de taxi richting de club pakte, ging mijn hart tekeer: zou er wel iemand komen opdagen? Zouden we vanavond veel geld verliezen? Maar we waren al fucking goede dj's: we brachten altijd een minidisc-recorder mee waarmee we 140 minuten van de set konden opnemen. Laatst luisterde ik er nog eens wat terug: krankzinnig! We hielden niet echt van four to the floor-platen, maar liever Drexciya, Underground Resistance, Kraftwerk en Andrew Weatherall.

Ik was er een paar dagen geleden toevallig weer, en nam een meisje mee voor een drankje. Voor de vijftiende verjaardag van Numbers zou het zomaar kunnen dat we nog een keer een feestje geven in Ad Lib." Wil je meer verhalen over ADE 2017 lezen? Dat kan hier.