In deze voorpublicatie van 'Orewoet' lees je over een Dolle Mina die krankzinnig verliefd wordt
Foto via theweek.com

FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

In deze voorpublicatie van 'Orewoet' lees je over een Dolle Mina die krankzinnig verliefd wordt

In dit dagboekfragment van May lees je over hoe het verlangen naar een nieuwe liefde in strijd lijkt met haar activistische inborst – hoe kan je verliefd en feminist tegelijk zijn?
Noor Spanjer
Amsterdam, NL

'Orewoet', de debuutroman van Emy Koopman komt volgende week uit, en hier kun je alvast een voorpublicatie lezen. Het is een dagboekfragment van een van de hoofdpersonages, May.

Voor haar debuutroman Orewoet heeft Emy Koopman (30) zich verdiept in de Dolle Mina's en las ze boekjes met titels als Een rebelse meid is een parel in de klassenstrijd. Daaruit – en uit haar eigen ervaring met een driehoeksverhouding – ontstond het verhaal van May, die zich als twintiger in de jaren zeventig op de feministische barricade gooit. Maar ook loopt May kunstenaar Lucas Brandmeester tegen het lijf, voor wie ze als een bakvis valt. In dit dagboekfragment van May lees je over hoe het verlangen naar deze nieuwe liefde in strijd lijkt met haar autonome, activistische inborst – hoe kan je verliefd en feminist tegelijk zijn?

Emy vertelt dat ze het personage van Lucas heeft neergezet als manic pixie dream boy: "Hij vertelt niet, hij is alleen maar dat mysterieuze onweerstaanbare wezen – een rol die normaal in literatuur en film altijd is voorbehouden aan vrouwen." De schrijfster is gepromoveerd in literatuurwetenschappen en schreef al veel non-fictie, bijvoorbeeld voor Hard//Hoofd en De Correspondent. Voor het internationale The Awl schreef ze het artikel 29 truths about cancer , wat een van de mooiste stukken is die ik ooit las. Dat heeft verder niks te maken met deze debuutroman (dat artikel gaat namelijk over baarmoederhalskanker), maar het zegt wel iets over hoe goed Emy kan schrijven en over hoe graag ik Orewoetwil lezen.

Advertentie

Dit is Emy. De foto is gemaakt door Sacha de Boer.

25-01-1970

Ik lach naar voorbijgangers en zij lachen terug, want we weten: het gaat nu allemaal alleen maar beter. We zijn zo vrij, we kunnen alles. We hebben toch ook op de maan gestaan. Er zijn geen slechte mensen, alleen mensen die door de wereld klem zijn gezet. We kijken omhoog, we kijken verder, we komen eraan! Tegen zoveel energie en schoonheid kan geen machthebber wat beginnen. De macht struikelt over haar eigen losse veters, had zij maar geen schoenen moeten dragen.

Eergisteren, onze eigen kasteelbestorming, om de zakenmannetjes-in-spe te leren hoe ze met dames moeten omgaan. Ze durfden het niet aan, met meisjes in de klas zitten, maar of we wel vanavond op hun feestje wilden komen! Nee bedankt, Jan-Pieter of Jan-Willem, wij geven ons eigen feestje, wij hebben een afspraak met een korset en een doosje lucifers bij het standbeeld van Wilhelmina Drucker, je weet wel, die schrijfster die zo radicaal was te vinden dat vrouwen ook moeten kunnen stemmen.

En gisteren, het wc-protest, het fluiten naar de mannen op straat, hun ongemakkelijke lachjes, leuk maar toch niet, ja meneer, zo voelt dat.

We zetten iets neer, het is serieus. Maar ook zo gelukzalig vrolijk.

Dit moet ik onthouden voor als ik me weer eens onterecht angstig voel, denk dat ik alleen ben, dat ik het niet waar kan maken, het studeren. Ik ben hier nu anderhalf jaar en het voelt nog steeds als een nieuwe jas die goed zit maar eigenlijk te duur was dus je moet er wel zuinig op zijn. Maar ik wil niet zuinig hoeven zijn. Ik wil alles zien en lezen en proeven en doen. Vader zei dat ik het kon, de twee slimsten voor de studie, de twee sterksten voor de zaak.

Advertentie

Dat ik hier zomaar mag rondlopen, alles mag leren wat er te leren valt, strijden voor wat er toe doet, deel uitmaken van iets, iets groters!

[…]

10-05-1970

We hebben vandaag uitgeroepen tot ongehuwde moederdag. Ik liep ook een tijdje mee in de demonstratie, hield een spandoek vast met 'waar zijn de ongehuwde vaders?,' hielp mee bloemen uit te delen aan de alleenstaande moeders in de opvang. Idioot hoe die worden gediscrimineerd, probeer maar eens een huis te krijgen voor alleen jou en je baby, geen doen. Om het nog maar niet te hebben over werk, hoe moet je als zwangere vrouw nu voor jezelf en je aankomende kind zorgen als ze je zonder pardon kunnen ontslaan? En ondertussen maken ze abortus onmogelijk. Als er echte rechtvaardigheid bestond zouden we onze baarmoeders overdragen, uitlenen, delen. Zolang dat niet kan gaan we hiervoor, bezit en eigendom van elke millimeter lichaam. Je kunt beter boos worden dan verdrietig. Ik moet niet alleen de straat op, maar ook dieper het Wetboek in, alle regels leren kennen die ons proberen in te perken. Als we het ooit zo samen hebben afgesproken, kunnen we het ook opnieuw bespreken.

[…]

10-10-1970

Lucas! Ik zou als een schoolmeisje de bladzijden vol kunnen schrijven met zijn naam. Lucas Lucas Lucas.

Het was bij het Rolling Stones-concert van gisteren. Ik was zo vreselijk opgewonden dat ik alweer was vergeten dat Dirk nog een vriend zou meenemen. Maar toen ik die vriend zag, vergat ik, heel even, waarom ik daar stond, wie Mick Jagger was. Een klein beetje onuitstaanbaar vond ik hem eerst wel. Hij droeg een sjaaltje, terwijl het nog helemaal niet zo fris is buiten, en hij hield dat ding zelfs binnen om. Dat was tot daaraan toe, als hij niet zo stuurs had gezwegen.

Advertentie

Terwijl we stonden te wachten probeerde Dirk een gesprek gaande te krijgen door Lucas te zeggen dat ik een Mina ben. Hij haalde alles door elkaar, had het over 'de bh-verbranding' bij kasteel Nijenrode. Lucas vroeg of het een marxistische club was, zijn stem schor, maar diep. Hij keek me daarbij voor het eerst recht aan. Zijn ogen waren zo groen dat ik meteen weg moest kijken. Ik voelde het bloed kloppen in mijn wangen, zei dat dat nog onder discussie was, maar dat het ging om gelijke behandeling en gelijke kansen, hoe je ook geboren bent, dat het idioot is dat Nijenrode geen vrouwelijke studenten toelaat, en nog wat meer geratel want ik was nerveus.

Dirk knipoogde naar Lucas: 'Voor een man gaat haar bh niet uit, alleen voor de goede zaak, alsof je daarmee de wereld kunt veranderen.' Op zulke momenten heb ik zo'n hekel aan hem. Hoe houdt hij het vol zo cynisch te zijn?

Maar Lucas zei: 'Ik geloof best dat je daarmee de wereld kunt veranderen. De wereld is toe aan verandering.' Hij keek me weer aan en ik keek voorzichtig terug. Zoals je 's ochtends op een heldere winterdag vanuit je ooghoek de zon vriendelijk helrood ziet zijn en denkt dat het geen kwaad kan om er even in te kijken, om haar daarna elke keer als je met je ogen knippert op je netvlies gebrand te zien staan.

Ik deed mijn best me niet te laten kennen. Ook niet toen we in de gillende, klappende, deinende mensenmassa dicht tegen elkaar werden aangedrukt en Mick zijn mond wagenwijd opentrok om te zingen dat het goed was. Ook niet toen Lucas tijdens de gitaarsolo in Love in vain de binnenkant van mijn arm aanraakte. Ik hield mijn blik strak gericht op het podium. Maar Mick kon zijn lichaam buigen in alle mogelijke en onmogelijke richtingen, ik wilde alleen maar nog dichter bij Lucas zijn.

Advertentie

En nu zie ik dus weer steeds zijn gezicht voor me, hoe hij keek. Als dat lust was, dan is het voor het eerst dat ik dat er aantrekkelijk uit vind zien. Meer dan aantrekkelijk. Betoverend.

12-10-1970

Ik heb een brief van hem gekregen. Hij moet aan Dirk hebben gevraagd waar ik woon, is langs mijn huis gefietst of gelopen, hij is zo dicht in de buurt geweest. 'May, ik moet je zien,' staat er. 'Kom morgenavond om 21:00 naar het Oudekerksplein.'De rosse buurt, wat moeten we daar? Het is niet de meest logische plek voor een afspraakje, maar ik overweeg niet eens om niet te gaan. Ik kan niet wachten, waarom pas morgenavond?

13-10-1970

Het was magisch met Lucas. Ik zal het allemaal opschrijven, zodat het niet verloren kan gaan, al denk ik niet dat ik hier ooit een seconde van vergeet.

Het waaide ongemeen hard, het was moeilijk recht te blijven lopen. Ik had een brede band in mijn haar gedaan, zodat het niet steeds in mijn gezicht zou slaan. Hoe dichter ik in de buurt van het Oudekerksplein kwam, hoe langzamer het ging, met de steeds krappere straten waarin steeds meer toeristen krioelden. Lucas was er al, hij leunde tegen de deur van de Oude Kerk. Zodra hij me zag sprong hij op, om vervolgens beheerst op me af te lopen. Vanuit mijn ooghoek zag ik een wat oudere dame in het raam haar zware borsten herschikken. Lucas zei me dat hij blij was dat ik kon komen. In een poging mijn zenuwen weg te lachen vroeg ik hem of hij hier vaker kwam, gebarend naar het rode licht dat de kerk streelde.

Advertentie

Hij keek me ernstig aan: 'Ik heb veel aan je gedacht.'

Wat een trut ben ik ook, dacht ik, zeuren over prostitutie, wat wil ik dan, terug naar het gezin als hoeksteen van de samenleving?

Ik keek naar Lucas, mijn god wat was hij mooi, zo ernstig als hij keek terwijl hij probeerde zijn haar uit zijn ogen te houden, achter zijn oren te stoppen. Telkens won de wind.

Zo liepen we rond de kerk, over het smalle pad dat het huis van God scheidde van dat van de hoeren. Zij hielden zich stil, volgden hem met hun ogen. Ik vroeg hem of hij het Mirakel van Amsterdam kende. Hij kende het niet, voelde zich niet zo'n Amsterdammer, zei hij. Ik vertelde het hem toch, of hij het nu wel of niet wilde weten, ik moest verder vertellen, om even niet afgeleid te worden door de vrouwen en door dat nerveuze gerommel in mijn buik – het hele verhaal van de stervende man en de hostie, de heilige hostie, lichaam van Christus, die de stervende uitspuugde in het vuur, maar desondanks bleef de hostie onaangetast, wat al genoeg was geweest voor de priester om 'm op te bergen in de kerk, maar toen keerde het ding ook nog eens uit zichzelf terug naar het huis van de stervende man, tot drie maal toe.

Lucas keek me vragend aan.

'Het is niet het meest esthetisch verantwoorde wonder,' zei ik verontschuldigend, 'maar het was wel hier, voor de beeldenstorm nog, in de oudste kerk die we hebben.'

'De mooiste kerk,' zei hij, 'met die huisjes ertegenaan is het alsof Jezus iedereen welkom heet. Hij waakt over de vrouwen en zij over hem.'

Advertentie

Ik vroeg hem of hij gelovig is. Geloof is iets voor onze ouders, maar soms mis ik het wel. Het idee dat iemand toekijkt en je het beste toewenst.

'Alle religies zijn absurdistisch theater, maar daar zit altijd een kern van waarheid in,' zei hij.

Ik had toen graag iets heel intelligents terug willen zeggen, maar ik keek naar hem, hij keek terug, en er was in mijn hoofd geen plek meer voor iets anders. Niet voor het geloof, niet voor de vrouwen, niet voor de wind die een enorm kabaal maakte door het straatvuil alle kanten op te smijten. Uiteindelijk vertelde ik hem maar dat ik Franse toeristen had rondgeleid, vorige zomer, om wat bij te verdienen, dat ik hem in het Frans zou kunnen vertellen over de Wallen en de Dam, over Rembrandt en Van Gogh. 'Bijna elk weekend,' zei hij, 'ga ik naar het Rijks. Ik kies één of twee schilderijen uit voor de dag, en daar kijk ik dan naar voor zo lang als het gaat. In het begin probeerden de suppoosten me weg te jagen, nu zijn ze aan me gewend.' Maar de Van Goghs in het Stedelijk had hij nog nooit gezien, al wilde hij dat wel.

We waren inmiddels een heel eind de Kloveniersburgwal afgelopen, met de gracht links en de winkels rechts, en we waren aangekomen bij de doorgang van de Oudemanhuispoort. Ik wilde vertellen dat daarbinnen de Rechtenfaculteit was, en hoe statig het voelde dat je daarvoor eerst een galerij en een binnenplaats door moest, gebouwen met geschiedenis die als je erdoorheen loopt al hun kennis op je over lijken te dragen. Maar ik zei, onhoorbaar in de wind: 'Je schildert zelf ook?' Hij bleef stilstaan en keek schichtig om zich heen. Ik vroeg wat er was, luider. 'Je maakt me nerveus,' zei hij. Hij voelde het ook! Ik kon me niet meer inhouden. Ik was degene die begon, ik kuste hem. Het was rokerig en zout en het vulde mijn hele lichaam, gaf me substantie, tilde me op. Het was onvoorstelbaar geweldig.

Advertentie

20-10-1970

Ik heb nu al bijna een week niets van Lucas gehoord, niet om uit te houden. Misschien heb ik hem beledigd, afgestoten. Misschien was ik te agressief. Wachten, van een vrouw wordt altijd maar verwacht dat ze zit te wachten. Hoeveel makkelijker moet dit zijn als je man bent, hoeveel fijner is het om te handelen. Hoe zei De Beauvoir dat? De man wordt hard, de vrouw wordt zacht. De man komt binnen, de vrouw wordt binnengetreden. Maar vergeet seks; verlangen, dat is het probleem, hoe je de ander laat weten dat je dat voelt zonder dat hij wegrent, meteen of na een weekje.

23-10-1970

Vandaag zag ik Lucas ineens na college bij het boekenstalletje in de galerij staan. Hij wachtte op mij. Hoe iemand zonder echt te lachen toch zo kan stralen! Waarschijnlijk straalde ik nog meer, kon het niet onderdrukken. En weer kon ik hem niet aankijken zonder totaal van binnen te trillen.

Ik nam me voor deze keer wel zo verstandig te zijn om hem niet als eerste te kussen, wat hij ook te zeggen had. Dus stonden we daar maar zo'n beetje, te mompelen dat alles goed met ons ging, tot hij zei: 'Ik weet dat ik iets van je wil.' Toen heb ik hem toch maar weer gekust. Nu is elke stap licht en alles vloeit over, zachtheid omhelst me.

Ik ben nog nooit zo gelukkig geweest.

Orewoet wordt uitgegeven door Uitgeverij Prometheus en is vanaf 13 september te koop.

-

Vrouwen praten misschien veel, maar we horen ze te weinig. Daarom is Broadly Nederland er. Like onze pagina.