Ik kopieerde de werkschema’s van beroemde schrijvers en het was vreselijk

FYI.

This story is over 5 years old.

schrijven

Ik kopieerde de werkschema’s van beroemde schrijvers en het was vreselijk

Dronk Balzac echt vijftig koppen koffie? Staat Haruki Murakami echt om vier uur ‘s ochtends op? Ik leefde een week lang als beroemde schrijvers. Het was niet fijn.

In 1971 zei de dichter Pablo Neruda tegen Paris Review dat schrijven net als ademen is: “Ik zou niet kunnen leven zonder te ademen en ik zou niet kunnen leven zonder te schrijven.” Voor mij is schrijven meer als scheten laten: het komt in salvo’s, houdt zich niet aan schema’s en als ik het probeer te forceren, gebeuren er vervelende dingen.

Ik word altijd erg jaloers van die quote van Neruda. Als ik schrijven met ademhalen zou moeten vergelijken, was ik al lang gestikt. Gelukkig ben ik niet de enige. Er zijn veel schrijvers zoals ik. Schrijven is namelijk niet iets wat je brein automatisch voor je regelt, zonder dat je je ervan bewust wordt. Het kost daadwerkelijk moeite om woorden op papier te krijgen.

Advertentie

Als je naar een Q&A met een schrijver gaat, is er altijd iemand die vraagt naar het werkschema van de schrijver. Dat klinkt wanhopig, maar het is eigenlijk best logisch. Stel dat jij al je hele leven probeert om een mooie kast te maken. Op een dag is er een vrouw die een hele mooie kast heeft gemaakt en ze geeft een speech. Na afloop mag je een vraag stellen. Ja, natuurlijk vraag je dan hoe ze die kast in elkaar heeft gezet.

Schrijvers zijn geobsedeerd door routine. Daarom is er ook een heel genre aan webcontent gebaseerd op werkschema’s van schrijvers. Er zijn lijsten te vinden op internet vol details over de routines van de meest succesvolle en productieve schrijvers. Alsof ze willen zeggen: “Je hebt toch een routine nodig, waarom gebruik je niet een van deze?”

Laatst vond ik een werkschema dat op dat van mij leek. Niet in een van die lijstjes waar ik het net over heb. Nee, deze stond op Axios, een politieke website, in een artikel over de werkdag van Donald Trump. Volgens het artikel heeft Trump elke dag van acht tot elf ’s ochtends iets wat ‘Executive Time’ heet, maar wat in werkelijkheid neerkomt op tv kijken, bellen en tweeten.

Ik heb zelf ook vaak ‘Executive Time’. Als ik wakker word ga ik een beetje klikken op het internet en met vrienden chatten. Schrijven stel ik uit tot het laatst mogelijke moment. Niet echt een werkschema te noemen, en in dat opzicht ben ik geen haar beter dan Donald Trump.

Advertentie

Het is me nog nooit gelukt om iets te verbeteren aan mijn werkschema, ondanks eerdere pogingen. Het werd tijd om het anders aan te pakken. Ik zou een week lang elke dag een andere werkroutine van een verschillende schrijver proberen. Ik snap heus dat elke dag iets anders doen nauwelijks een routine is, maar ik zie het zelf meer als een trainingsschema waarbij je elke dag andere oefeningen doet. Zelfs als geen enkel werkschema dat ik deze week uitprobeer blijft plakken, heb ik toch maar mooi een boel geschreven aan het eind.

Althans, dat dacht ik.

Dag een: Haruki Murakami

Volgens eerder genoemde lijstjes met werkschema’s van schrijvers, staat het gros van de succesvolle auteurs vroeg op en werkt in de ochtend. Dit maakt me alleen maar bewuster van mijn langzame start in de ochtend. Mijn beschamende Executive Time.

Dit probleem los ik op door het schema van de Japanse schrijver Haruki Murakami te volgen. Hij beschrijft zijn gemiddelde werkdag als volgt:

“Als ik in schrijfmodus ben voor een nieuw boek, sta ik om vier uur ’s ochtends op. Ik werk vijf of zes uur. In de middag ren ik tien kilometer of ik zwem vijftienhonderd meter (of allebei), dan lees ik wat en luister ik muziek. Ik ga om negen uur ’s avonds naar bed.

Ik wil best vroeg opstaan hoor, maar vier uur is wel erg vroeg. Ik vind zeven uur al moeilijk. Ik heb altijd een boel wekkers staan – 6:30, 6:45, etc. – waar mijn vrouw (begrijpelijk) hoorndol van wordt. Ze zou me vermoorden (wederom begrijpelijk) als ik begin met wekkers zetten om 3:30. Het zou in een keer moeten lukken.

Advertentie

Ik word wakker met de zon in m’n gezicht. Ik kan me niet herinneren dat ik om vier uur mijn wekker heb uitgezet, maar het is tien voor acht, wat betekent dat ik al vier uur achterloop op Murakami. Met dit tempo komt mijn boek nooit af.

Ik probeerde te schrijven, maar al snel zat ik weer door Twitter te scrollen en basketbalfilmpjes te kijken. Na vijf uur had ik maar weinig bereikt. Ik besloot voor mijn rondje hardlopen van tien kilometer te gaan.

Murakami schreef in zijn memoires over rennen: “Waar denk ik aan als ik ren? Ik heb geen idee.”

Ik weet precies waar ik aan denk als ik ren. Ik denk eraan hoe fijn het zou zijn om te stoppen met rennen. Toch lukte het me om de tien kilometer af te maken. Het voelde goed. Tot ik terug naar huis ging en nog eens keek naar wat ik die ochtend had geschreven. Het was niet veel soeps.

Aantal woorden: 286

Basketbalfilmpjes gekeken: 8

Dag twee: Franz Kafka

Misschien kon ik beter ’s avonds schrijven. Franz Kafka was een uitzondering op de regel dat schrijvers vroeg op de dag werken, al was dat niet uit vrije wil. Omdat hij bij een verzekeringsmaatschappij werkte, kon Kafka pas rond elf uur ’s avonds beginnen met schrijven. Hij werkte dan tot een uur of drie ’s nachts, of soms zelfs tot zes in de ochtend.

Die nacht sliep ik heerlijk. Ik zou de volgende dag pas laat hoeven beginnen met schrijven en kon ook zonder schuldgevoel genieten van mijn Executive Time. Om me meer als Kafka te voelen, zorgde ik ervoor dat ik een saaie dag had. Het was geweldig.

Advertentie

Tegen elven in de avond was ik moe. Ik staarde naar het lege scherm en gaapte. Het lukte me niet om meer dan een paar zinnen te schrijven, waaronder een zin zonder werkwoorden. Ik gaf het op en ging naar bed even na middernacht. Als ik de volgende dag zou ontwaken als insect, zou dat terecht zijn.

Aantal woorden: 95

De schrijver en dichter Maya Angelou poseert voor een portret in Washington op 15 december 1992. Foto door Dudley M. Brooks/the Washington Post via Getty Images.

Dag drie: Maya Angelou

Het schema van Maya Angelou was strikt, maar wat ik vooral intrigerend vond, was hoe ze een omgeving creëerde die haar hielp met schrijven.

In elke stad waar ik heb gewoond, had ik een hotelkamer. Ik huur een hotelkamer voor een aantal maanden, ga om zes uur van huis en probeer rond half zeven aan het werk te zijn. Om te schrijven lig ik op bed, op m’n ellebogen, zodat er op het laatst eelt op zit. Het personeel mag het bed niet verschonen, want ik slaap er toch niet. Ik eis dat ze alles van de muren halen. Ik wil dat er niks in de kamer is. Ik ga de kamer in en ik voel me alsof alles mogelijk is.

Als freelancer heeft het geen zin om de hele tijd hotelkamers te betalen. Het goedkoopste motel heeft een kamer onder de negentig euro, maar op Yelp las ik slechts één recensie, en daar werd gesproken over meth en moord. “De manager knijpt graag een oogje toe. Zelfs als er een vrouw dood wordt gestoken!”

Ik geloof dat ik vast een hoop materiaal zou verzamelen om over te schrijven in dit motel, maar ik besloot toch maar om Maya Angelou’s kamer na te bootsen. Het was niet moeilijk om een kamer te vinden waar niks aan de muren hangt en waar alles mogelijk is.

Advertentie

Het lukte me om een volle drie uur te schrijven op het toilet. De locatie was prettig om meerdere redenen, en ik had graag blijven typen als mijn benen niet in slaap waren gevallen. Ook werd ik afgeleid door mijn hond, die gaat janken als ik lang op de wc zit. Dit viel te omzeilen door de deur op een kier te zetten.

Eindelijk lukte het.

Aantal woorden: 1015

Dag 4: Honoré de Balzac

Balzac was gek. Hij ging om zes uur ’s avonds naar bed “net als de kippen” en werd om 01:00 uur ’s nachts wakker om te schrijven. Aangezien het schema van Kafka al niet werkte, zou ik dat van Balzac niet tot de laatste letter volgen. Nee, ik was veel meer geïnteresseerd in zijn cafeïnegebruik. Volgens de overlevering dronk Balzac vijftig koppen koffie per dag.

Logisch dat Balzac bekend is om de kwantiteit van zijn werk. Maar zoals Stalin zei: kwantiteit is ook een kwaliteit. Na drie dagen middelmatige prestaties was ik wel toe aan een kick die voor een flink aantal woorden zou zorgen. Al zou het misschien een cafeïnevergiftiging betekenen (zoals Balzac zou zijn gestorven).

Na het ontwaken sloeg ik twee espresso achterover en daarna de inhoud van een cafetière. Vervolgens ging ik naar een café waar ze gratis refills geven. Ik begon meteen lekker te schrijven dankzij de ethisch verhandelde en lokaal geroosterde pleur die door mijn lijf raasde.

Jammer genoeg begon mijn been te trillen door alle cafeïne. Ook moest ik de hele tijd naar de wc. Na drie koffie (naast de kopjes die ik thuis op had) ging ik een rondje lopen om af te koelen. Toen ik terugkwam, zat er iemand op mijn plek. Ik was razend. Toen ik weer afgekoeld was, bedacht ik dat ik net zo goed thuis kon werken, maar zodra ik de voordeur door liep, stortte ik in. De rest van de dag zat ik te kreunen in bed met de gordijnen dicht. Balzac was echt gestoord.

Advertentie

Aantal woorden: 1230 (waarvan 300 leesbaar)

Aantal kopjes: Vijf koffie, twee espresso

Dag vijf: Don Delillo

Ik ben van mening dat Don Delillo de beste nog levende schrijver van Amerika is, maar ik was niet onder de indruk van zijn werkschema.

Ik werk ’s ochtends op een typemachine. Ik werk vier uur en ga dan rennen. Het helpt me om een wereld af te schudden en een ander te betreden. Bomen, vogels, miezer – een prettige pauze. Dan werk ik weer, in de namiddag, twee of drie uurtjes. Geen snacks, geen koffie. Geen sigaretten. Ik kijk uit het raam, lees willekeurige bladzijdes uit het woordenboek. Af en toe kijk ik naar een foto van Jorge Luis Borges.

Ik heb geen typemachine, maar dat compenseerde ik door gewoon op mijn computer te typen, maar niks te verwijderen. Op backspace drukken is vooral gewenning, en proberen om het niet te doen maakte me woest. Ik kwam snel vast te zitten, en staarde toen een tijdje naar een foto van Borges. Er gebeurde niks. Ik keek naar andere foto’s van Borges. Er gebeurde niks. Dit ging zo een tijdje door, tot ik op de IMDb-pagina met continuïteitsfoutjes voor Revenge of the Nerds II: Nerds in Paradise terechtkwam.

Het werkschema van Don DeLillo hielp me niet.

Aantal woorden: 410

Dag 6: William Gibson

Het schema van sciencefictionschrijver William Gibson is zo redelijk dat het niet echt aanvoelt als een schema.

Als ik een boek schrijf, sta ik om zeven uur op. Ik check mijn mail en kijk op het internet. Ik drink koffie. Drie dagen per week doe ik pilates. Ik ben dan om tien of elf terug. Dan ga ik zitten en probeer te schrijven. Als het echt niet lukt, mag ik van mezelf het gras maaien. Maar meestal is gaan zitten en het echt proberen genoeg om aan de slag te gaan. Na de lunch ga ik weer verder. Dan meestal een dutje. Dutjes zijn essentieel voor mijn proces. Geen dromen, maar die staat vlak voordat je slaapt.

Advertentie

Ik had nog nooit pilates gedaan, maar ik meldde me aan voor een ‘Abs and Booty Burn’-klasje. De ‘reformer-machine’ is een complex apparaat met touwen, wielen en handvatten – ik snap waarom een sciencefictionschrijver dit leuk vindt.

Naderhand kon ik prima schrijven, ook al stond mijn booty in brand.

Aantal woorden: 1228

Dag 7: Hunter S. Thompson

Hunter S. Thompson is verantwoordelijk voor misschien wel de meest beroemde (en neppe) routine in de geschiedenis. Volgens zijn biograaf E. Jean Carroll begon Thompson de dag om drie uur ’s middags met een glas Chivas Rival en snoof de rest van de dag non-stop coke.

Ik koos opzettelijk deze uit, omdat ik wist dat het onmogelijk zou zijn om dit schema te volgen. Ik bedoel, hij volgde dit schema zelf ook niet. No way. Wat ik er wel van leerde: hoeveel hij ook snoof, en hoeveel Dove-repen hij in bad at, Hunter S. Thompson vond altijd de tijd om te schrijven. Dat weet ik, omdat zijn werk bestaat.

In plaats van mezelf vol te gooien met drank en coke, besloot ik net als Hunter precies te doen waar ik zin had, als er maar tijd over was om te schrijven. Ik boekte nog een pilates-les en maakte mijn toilet klaar voor een schrijfsessie.