50 jaar Marokkaanse migratie

Rachid uit Breda verhuisde ‘terug’ naar Marokko

Vijftig jaar geleden verhuisden de ouders van Rachid van Marokko naar Nederland. Een paar jaar geleden bewandelde hij de omgekeerde weg.
Adriana Ivanova
zoals verteld aan Adriana Ivanova
rachid
Rachid in Marokko. Foto via Rachid

Eind jaren zestig kwam mijn opa met zijn gezin naar Nederland om in een fabriek te werken. Mijn moeder was toen zo’n twee, drie jaar oud. Mijn vader verhuisde rond zijn achttiende naar Nederland, nadat hij tijdens een vakantie mijn moeder had ontmoet in Breda. Uiteindelijk ben ik daar ook geboren en getogen, net als mijn broertje en zusje.

Mijn vader vond het heel moeilijk om in Nederland te aarden, en hij heeft nog steeds best moeite met de taal. Met het gezin gingen we elke zomer zes weken lang naar Marokko. Al van kleins af aan sprak de cultuur daar me veel meer aan. De gastvrije sfeer, de manier waarop families met elkaar omgaan, de take-it-easy-mentaliteit. Geen haast, geen stress, alles op z'n gemakje. Ik voelde me er gewoon thuis. En hoe ouder ik werd, hoe liever ik weg wilde uit Nederland.

Advertentie

Het breekpunt kwam in 2012. Dat was voor mij een lastig jaar: ik kwam in aanraking met de politie, kwam een tijdje vast te zitten en kreeg een strafblad. Daardoor kon ik moeilijk aan een baan komen. Ook liet ik me erg meeslepen door alle negatieve nieuwsberichten over Marokkanen in Nederland. Dat gaf me het gevoel dat ik door mijn afkomst minder goede kansen had en hier niet welkom was.

Ik zat in een negatieve spiraal en dacht: het is nu of nooit. Ik had niks meer te verliezen en wist dat ik mezelf alleen maar in de vingers zou snijden als ik in Nederland zou blijven. En dus besloot ik om alles achter me te laten voor een nieuw leven in Marokko. Mijn moeder zei gelijk dat ik het moest doen, maar mijn vrienden en kennissen verklaarden me voor gek. Ze zeiden dat ik er spijt van zou krijgen en het toch niet lang zou volhouden.

Ik verhuisde naar Casablanca met het plan om hier samen te werken met een Nederlands bedrijf dat industriële hennep levert voor het maken van kleding, papier en hout. Maar dat kwam niet van de grond. Om toch nog iets van inkomsten te hebben, ging ik in een Nederlandstalig callcenter aan de slag. Daar verdiende ik duizend euro per maand mee. Zowel het werk als het salaris beviel me niet zo, maar het leven wel: eindelijk kon ik beginnen aan een schone lei.

Om bij te kunnen verdienen, bood mijn baas me een bonus aan voor elke Nederlandstalige jongere die ik voor het callcenter zou werven. Al in de eerste maand wierf ik vier jongeren, waardoor ik tweeduizend euro extra verdiende. En in de twee maanden erna leverde het me nóg meer op. Hier zit geld in, dacht ik.

Advertentie

Ik nam in 2017 ontslag en richtte een arbeidsbureau op, Maroc at Work. Binnen een half jaar hielpen we honderden jongeren aan een callcenterbaan. Sommigen daarvan blijven hier voorgoed, anderen gaan weer terug naar Nederland. Maar het is altijd een win-winsituatie, denk ik. Wie wil blijven, bouwt hier iets nieuws op. En wie terug naar Nederland wil, heeft in ieder geval in z’n eentje een nieuwe omgeving leren kennen.

Toch had ik in het begin zelf ook wel mijn twijfels of ik het hier lang zou volhouden. De keuze om naar Marokko te emigreren was snel gemaakt, maar ik vond het heel moeilijk om mijn draai te vinden en een klik met de mensen te hebben. Mijn Marokkaans was eerst ook nog niet zo goed. En zodra locals aan mijn accent hoorden dat ik uit Europa kom, gingen ze ervan uit dat ik rijk was en probeerden ze geld aan me te verdienen. Als taxichauffeurs me op de achterbank een telefoongesprek in het Nederlands hadden horen voeren, vroegen ze ineens vijf keer zo veel.

Ook verbaasde ik me over bureaucratische dingen: je kunt er wel uren in de weer zijn met het ophalen van een papiertje bij een instantie. En ik schrok van de armoede. Vanuit Nederland kon ik me daar nooit iets van voorstellen. Voor mensen met geld is Marokko een leuk land om in te wonen, maar als je weinig verdient is het heel moeilijk om er rond te komen. Het is duur om er te leven en er zijn amper verzekeringen. Het contrast tussen arm en rijk is daardoor heel groot: het ene moment zie je hier mensen op ezels rijden, het andere moment komt er een Bentley langsscheuren.

De eerste drie jaar voelde ik me net een toerist, en dat in het land waar ik me zo thuis dacht te voelen. Maar uiteindelijk heb ik nooit spijt van mijn keuze gehad. Al sinds dag één heb ik het idee dat ik hier veel meer kan verdienen dan in Nederland. In Nederland kun je heel stabiel kunt leven, voor huisje-boompje-beestje is het ideaal. Maar als je echt iets groots wil opzetten en veel wil verdienen, heb je in Marokko veel opties, omdat het hier economisch nu heel goed gaat.

In Nederland had ik bij de meeste sollicitatiegesprekken vanaf het begin al het idee dat ik afgewezen zou worden vanwege mijn strafblad en de vooroordelen over mijn afkomst, maar hier word ik door werkgevers met open armen ontvangen. Dat was heel nieuw voor me.

Wat ik wel aan Nederland mis, zijn de restaurants en de kwaliteit van het eten. Soms heb ik zin in een Mexicaanse wrap, die smaakt in Nederland toch beter. En ik mis de Hollandse gezelligheid – even in een studentenkroeg een praatje maken en drankje doen met gelijkgestemden. Hier vind je alleen vermomde hoerententen, of clubs waar de Marokkaanse bourgeoisie wil laten zien hoeveel geld ze hebben. En ik mis mijn moeder. Maar gelukkig gaan de zaken hier nu zo goed dat ik regelmatig een vliegticket naar Marokko voor haar kan kopen.

Inmiddels woon ik hier zeven jaar, met mijn vrouw en onze twee kinderen. Sinds anderhalf jaar zitten we in Marrakesh, waar ik ook een eigen callcenter ben begonnen. Dit is mijn thuis. Maar ik hoef niet per se in Marokko oud te worden, ik voel me niet gebonden aan dit land. Eigenlijk ben ik zelfs een beetje anti-nationalistisch: wat mij betreft mogen alle grenzen zo worden opgeheven. Misschien is Bali wel mijn volgende bestemming. Maar in Noord-Europa zou ik nooit meer willen wonen.