FYI.

This story is over 5 years old.

caravaggio

Schilderen met eigeel en mosselschelpen, want dat deden ze vroeger ook

Voor studenten conservatiewetenschappen is het nodig om eeuwenoude kunsttechnieken opnieuw aan te leren.
Reconstructie (proces aan de linkerkant, voltooid werk aan de rechter) Portret van een Dame door Rogier van der Weyden, circa 1460, voltooid door Kristin deGhetaldi, conservator en PhD-kandidaat aan de University of Delaware.

Om een oud schilderij zo goed mogelijk te conserveren, moeten conservators soms helemaal opnieuw beginnen. Binnen de conservatieopleiding aan de University of Delaware verzamelen studenten zoveel mogelijk historische informatie, waarna ze voor een reconstructie de antieke methoden van oude meesters opnieuw in de praktijk brengen; het vermalen van edelstenen, het maken van dierlijke lijm en het splitten van eidooiers om daar tempera van te maken.

Advertentie

Tijdens de vroege Italiaanse Renaissance was tempera op basis van ei voor veel kunstenaars een favoriet medium. De dooierzak van het ei werd doorgeprikt en die lieten ze vervolgens leeglopen. Schelpen van mosselen werden gebruik als paletten om eigeel, pigment en water te mengen. Bekijk het hele proces hier.

Het doel van de reconstructie is niet een kopie te maken van de schilderijen zoals die er vandaag de dag uitzien, maar eerder om een beeld te kunnen vormen van hoe een werk eruit moet hebben gezien toen het nog helemaal nieuw was. Volgens professor Brian Baade, die zelf conservatiewetenschappen studeerde aan de University of Delaware, was deze oefening altijd een groot onderdeel van de opleiding van Amerikaanse studenten, totdat de focus op nieuwere technologieën kwam te liggen. “Dat is natuurlijk ook allemaal heel relevant,” vertelt Baade aan The Creators Project. “Maar als je wil weten hoe verf zich echt gedraagt, moet je historische recepten na kunnen maken. Geen enkel materiaal waar tegenwoordig mee gewerkt wordt komt ook maar in de buurt van waar schilders vroeger mee werkten. Alles is nu synthetisch en de pigmenten zijn totaal anders. Daarom vond ik het belangrijk om historische reconstructie in de opleiding op te nemen.”

Verschillende stadia in de reconstructie van De Muzikanten van Caravaggio uit circa 1595, door student Narae Kim.

Tijdens het werken aan een reconstructie van een schilderij uit de veertiende eeuw, kan het zijn dat een student kiest voor de ponsmethode. Deze techniek was heel gebruikelijk in die tijd en je kan het zien als een soort overtrekken. Na het maken van een compositieschets op papier worden de lijnen geperforeerd. Vervolgens wordt het papier op het uiteindelijke doek gelegd en overgetrokken met houtskool, waardoor de houtskool door het papier drukt en de schets op het doek achterblijft. Een reconstructie van een werk van Rembrandt gaat weer heel anders in zijn werk. Hierbij zal waarschijnlijk gebruik worden gemaakt van een dubbele ondergrond – een techniek die zeer populair was in de zeventiende eeuw. De kunstenaar schilderde dan een laag in gebroken wit bovenop een laag verf in een aardetoon. En voor het maken van in die tijd populaire ultramarijnverf moet er pigment uit een lapis lazuli-steen worden gehaald. Dit is een ontzettend tijdrovend proces waarbij de kunstenaar vele stappen moest doorlopen.

Voordat de reconstructie daadwerkelijk geschilderd wordt, moet er uitgebreid worden gekeken naar bestaand onderzoek naar het origineel. Röntgenopnames van het kunstwerk verraden misschien veranderingen in de compositie of andere belangrijke informatie over de constructie. Een infraroodfoto zou misschien een onderliggende schets of tekening kunnen onthullen, en als het schilderij in uv-licht wordt bekeken zou dat informatie kunnen geven over het vernis of andere materialen die gebruikt zijn. Als er microscopische dwarsdoorsneden van het kunstwerk zijn gemaakt, zouden er verborgen verflagen te zien kunnen zijn. Bovendien kunnen onderzoeken die gedaan zijn naar andere werken van een bepaalde kunstenaar of algemener onderzoek naar traditionele historische kunstpraktijken kunnen helpen om het plaatje uiteindelijk compleet te maken.

Reconstructie van Giotto’s Madonna met Kind uit ongeveer 1320/1330. Iedere stap van het proces wordt getoond. De versieringen worden op het vergulde deel aangebracht met een metaalpen en een pons (links). Bekijk de rest van het proces op de website van het Kress Reconstruction Project.

Professor Baades passie voor historische kunsttechnieken beperkt zich niet alleen tot de universiteit. In 2009 richtte hij samen met conservator en PhD-kandidaat Kristin deGhetaldi het online Kress Reconstruction Project op, waarin de virtuele voortgang van reconstructies van werken van Giotto, El Greco, Hans Memling en andere grote meesters wordt uitgelicht. “We hebben allebei het idee dat er in de museumwereld niet genoeg aandacht wordt besteed aan het materiële aspect van kunst,” legt Baade uit. Hun missie is daar verandering in te brengen. Het maakt niet uit of je een student bent die de lessen van Baade bijwoont, of dat je gewoon even rondkijkt op de website van het project: je eindigt hoe dan ook met een grotere waardering voor de tijd en moeite die oude meesters in hun kunst hebben gestopt.