FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Volgens Into the Woods worden festivals dit jaar nog meer doe-het-zelf

We spraken de oprichter over hoe festivals dit seizoen veranderen.
Alle foto's door Timo Pisart

Voor mij was Wildeburg, het nieuwe festival van de makers van Into the Woods dat vorige zomer zijn allereerste editie hield, het hoogtepunt van het afgelopen festivalseizoen. Ik ben natuurlijk wel een beetje bevooroordeeld, want ik draaide daar met mijn project Spaceandtime de leukste set van mijn zomer. Maar wat het met name bijzonder maakte, was dat ik voor het eerst in vijftien jaar festivaloptredens tijdens de zonsopgang stond te spelen, waarna we nog tot diep in de middag doordraaiden op een mini-podiumpje.

Advertentie

Op dit idyllische plekje middenin de uitgestorven Noordoostpolder was namelijk drie dagen lang non-stop muziek. Het is een festivalervaring die we eigenlijk alleen van buitenlandse organisaties kennen, zoals Fusion of Melt. Dit was de eerste keer dat ik zo'n soort festival in Nederland meemaakte. Later ben ik ook nog naar Into the Woods gegaan, wat de grotere broer is van Wildeburg. Daar zag ik dat diezelfde atmosfeer op grotere schaal nog steeds goed werkt.

Er is een duidelijke tendens van een nieuw soort doe-het-zelf-festivals, waarbij totaalbeleving belangrijker is dan alleen de line-up (Fusion, Paradigm, Solar en Shoeless zijn andere geslaagde voorbeelden hiervan). Het leek me interessant om met Sijmen Stronks, medeoprichter van Into the Woods en Wildeburg, eens om de tafel te zitten om in een glazen bol te turen. We spraken over de opkomst van livemuziek, het belang van totaalbeleving en het omzeilen van exclusiviteitspolitiek.

Jullie begonnen vorig jaar met Wildeburg een heel nieuw festival in een behoorlijk verzadigde markt. Wat bezielde jullie?
Wildeburg is ontstaan uit het gemis dat we de afgelopen zeven jaar bij Into the Woods voelden. We vonden het zo kut dat we dit maar twee dagen mogen organiseren. Zo'n festival duurt van 12 tot 12 en de tijd die je dan hebt is zo kort. Als je op Into the Woods rondloopt om een uur of negen, merk je dat mensen al bezig zijn met wat ze daarna gaan doen. Een essentieel onderdeel van mensen in vervoering brengen is een nachtvergunning en meerdere dagen. Zo zijn we in de Noordoostpolder uitgekomen.

Advertentie

Wat zijn de trends die jou heel erg zijn opgevallen in 2016?
Ik denk dat de festivals die nu worden geproduceerd veel meer gaan over de beleving. Dat is misschien een beetje een clichématig woord, maar waar je vroeger gewoon hekken om een festival heen knalde, en wat toffe artiesten op het podium zette, gaat het nu veel meer om co-creatie en randprogrammering. Bezoekers moeten participeren, dat is wel echt de nieuwe mindset sinds 2016. Kijk naar Down the Rabbit Hole, of Mandala. DIY-feestjes zijn ook gewoon de leukste feestjes. Festivals zijn trouwens ook veel meer voor iedereen geworden, de doelgroep is een beetje verschoven. Vroeger had je een technofestival en iedereen die daarnaartoe ging hield van techno. Als je nu naar een festival gaat heb je op het ene podium hiphop, op het andere techno.

Een andere trend, waar ik zelf ook voorstander van ben, is dat er veel meer livemuziek wordt geboekt. Met Wildeburg doen we dat ook en ik zie het ook terug op andere festivals. Laatst zag ik de programmering van Oranjebloesem, waar Ata kak en Jungle by Night waren geprogrammeerd terwijl artiesten als Âme, Michael Mayer en Kiasmos daar ook staan. Zoiets was een paar jaar geleden veel minder voor de hand liggend.

Zijn er stromingen die je ziet opkomen?
Die ontwikkeling van livemuziek vind ik dus heel interessant. De hele afro-sound horen we de afgelopen jaren al meer terug. en je hoort nu ook steeds meer Arabische invloeden, het gaat meer de kant op van de wereldmuziek.

Advertentie

En wat zijn dingen die je liever niet meer ziet in 2017?
Bureaucratisch geneuzel waarmee je te maken hebt bij het neerzetten van iets leuks; problemen met omwonenden en politiek. Het is logisch dat er kanttekeningen worden geplaatst bij het organiseren van een festival, want zo'n evenement heeft ook veel impact op de omgeving. Als organisatie moet je je daarvan ook heel bewust zijn, maar je ziet ook wel nieuwsberichten voorbijkomen waarbij je denkt: dit gaat nergens meer over. Ik wil dat mensen blijven denken in mogelijkheden en niet onmogelijkheden. Dat zou een hele mooie stap voorwaarts zijn.

Maar om even advocaat van de duivel te spelen: de laatste tien jaar is het Nederlandse festivalseizoen ook wel van twee maanden naar zes maanden gegaan. Is Nederland niet een beetje te klein voor zoveel festivals?
Het is niet voor niks dat we uitwijken naar De Wildste Tuin in Kraggenburg. Je moet met zijn allen een balans vinden. Ook nog wel een ding is dat we ontzettend veel noodweer hebben gehad de afgelopen zomers in Nederland. Het beste voorbeeld van wat dat voor een festival kan betekenen, was natuurlijk Welcome to the Future twee jaar terug. Veel meer regen dan we nu hebben gaat er niet komen, maar als het gaat onweren, is het ook meteen best wel erg. Dat vergt ook veel zorgvuldigheid van je als organisatie. Je wil natuurlijk voorkomen dat er situaties ontstaan zoals destijds op Pukkelpop. Maar goed, dit soort issues hebben festivals wel een stuk professioneler aangepakt door de jaren heen.

Volgens mij heb je momenteel ruwweg twee soorten festivalculturen in Nederland: die van de grote podia met dikke line-ups en veel bombast, en die van de driftwoodpodia, waar uitbundige decoratie belangrijk is. Hoe zie jij dit?
Ja, dat klopt. Met Into the Woods gaan we ook echt met driehonderd man de week ervoor het bos in, dat draait om veel meer dan alleen de muziek; vanaf het moment dat je binnen staat gaat het om de beleving. Of het nou is dat de parkeerwachter een kaboutermuts op heeft, of dat je zorgt dat alle mensen waarmee je werkt op het festival jouw vibe kennen en niet van een uitzendbureau komen.

Festivals zijn tegenwoordig big business. Je hoort wel dat grote organisaties grof geld betalen aan enorme artiesten om ze een paar keer neer te zetten het hele jaar door en ze dan voor de rest van het jaar in Nederland te blokkeren. Hebben jullie als kleinere organisatie ook met die exclusiviteitscultuur te maken?
Ja, festivals zijn inderdaad big business. En ik vind het ook wel logisch dat als je veel geld voor een artiest betaalt, dat je dan exclusiviteit eist. Maar het maakt de markt wel een beetje kapot, want ik denk alleen maar: goeie muziek moet gedeeld worden. Maar wij hebben er niet zoveel mee te maken, omdat wij op een hele andere manier bezig zijn met artiesten boeken. We vissen af en toe wel uit die vijver, maar als het dan niet lukt om iemand te boeken, stappen we net zo lief naar een iets kleinere artiest die het wél leuk vindt om bij ons te staan.

Wat zijn jullie plannen voor het komende jaar?
We zijn voor Into the Woods, dat in september plaatsvindt, bezig met het programma en vooral druk met de creatieve programmering. De trein is weer aan het rijden. En voor Wildeburg zijn we nu bezig met hoe we het festival naar een hoger niveau kunnen tillen. Wat denk ik het belangrijkste is, is dat je geen dagkaarten kunt krijgen voor Wildeburg. Veel festivals zouden dat wel doen, maar wij geloven dat mensen er drie dagen moeten zijn, want dan pas begrijp je onze hele vibe.

Wildeburg vindt plaats van 14 tot 16 juli op de Kraggenburg in de Noordoostpolder, waarna Into the Woods plaatsvindt op 8 en 9 september in de bossen bij Amersfoort.