FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Stoppen met magere spekreepjes is beter voor iedereen

Varkens worden te mager gefokt en daardoor gaan er steeds meer biggen dood in Nederland. Een pleidooi voor vet varkensvlees.
Foto via Flickr-gebruiker Stijn Hosdez

Boeren en dierenwelzijnsorganisaties vechten hun discussies regelmatig uit via de media. Voorvechters van dierenrechten zoals Wakker Dier en Varkens in Nood hebben altijd een goede troef in handen: zielige dieren. Kippen die door hun vetgemeste lichaam door hun pootjes zakken, of kale konijntjes die met de hand geplukt zijn – zelfs de ongevoeligste klootzak laat dit niet onberoerd.

Deze week is het de beurt aan de biggetjes. Babyvarkens zijn zonder twijfel de allervertederendste dieren op aarde:

Advertentie
schattig varken

Foto via de Pinterestpagina: 'baby pigs'

Als ik niet in de stad zou wonen, zou ik zeker een varken als huisdier willen en net als slager Gerard uit Zwetsloot met hem of haar naar het strand en uit wandelen willen gaan. Varkens zijn niet alleen schattig en leuk, maar ook nog hartstikke slim. Uit een veelomvattend rapport dat Varkens in Nood eind vorig jaar uitbracht, blijkt dat ze zichzelf herkennen in de spiegel en daardoor een bewustzijn hebben, en ongeveer even slim zijn als een driejarig kind.

Helaas voor varkens smaken ze ook erg lekker.

Uit de nieuwe cijfers waarmee Varkens in Nood deze week naar de NOS stapte, berekend door het onderzoeksinstituut LEI in Wageningen, blijkt dat elk jaar 4,6 miljoen biggetjes het bord nooit halen omdat ze of doodgaan in de buik van hun moeder, of vlak na de geboorte. In totaal sterven er 6 miljoen varkens op de boerderij, dus voordat ze naar het slachthuis gaan. Die aantallen zijn sinds 2010 niet, zoals de bedoeling was, gedaald maar gestegen.

De varkenssector wees een hele andere schuldige aan: varkensvleeseters zijn verantwoordelijk voor een hoop dode biggetjes, want wij zijn het die magere spekreepjes willen omdat we bang zijn voor vet.

Volgens de varkensactivisten is het aantal varkens in Nederland sinds de jaren vijftig 7 keer toegenomen; in 2015 werden er 35 miljoen varkens geboren. 35 miljoen: in één jaar tijd worden er in ons land twee keer zo veel varkens geboren als er mensen in Nederland zijn. We eten deze varkens trouwens niet allemaal zelf op; Duitsland, Polen, Spanje en België zijn ook gek op Nederlandse varkens. Het standpunt van Varkens in Nood is helder: ze willen niet meer, maar minder varkens. Hoe meer varkens er worden geboren, hoe meer Hans Baaij, de voorzitter van de stichting, heeft om over te klagen. Want het aantal vierkante meters in een stal neemt over het algemeen niet toe.

Advertentie

Varkens in Nood zegt: vrouwtjesvarkens krijgen veel te veel biggen en daarom gaan er biggen dood. Maar in een verklaring over deze kwestie wees de varkenssector een hele andere schuldige aan: varkensvleeseters zijn verantwoordelijk voor een hoop dode biggetjes, want wij zijn het die magere spekreepjes willen omdat we bang zijn voor vet. Varkens hebben tegenwoordig helemaal geen vet meer omdat ze zo zijn doorgefokt dat ze meer vlees in de vorm van spier hebben en maar een piepklein beetje vet.

Varkensvet is dus niet alleen lekker om te eten, het is ook van levensbelang – net als voor mensen. In de jaren negentig werd vet beschouwd als de genetisch gemodificeerde tomaat van nu, maar inmiddels is de oorlog tegen vet voorbij. Deze week nog kwamen onderzoekers van Harvard met bewijzen dat vette zuivel beter is dan magere. Zonder vet onder je huid ben je vatbaarder voor kou en kwaaltjes, en varkens lopen daarbij ook nog het risico dat ze door hun voluptueuze moeder worden geplet. "Een hype" noemde Eric Douma van boerenbond LTO het gisterochtend op Radio 1, dat vlees "vetloos" moet zijn. Er is daardoor "een ander type varken" ontstaan, eentje met meer spier en minder vet.

Fokbedrijf Hendriks in Witharen is een van de grootste leveranciers van varkens aan varkenshouders. Hier worden de rassen pietrain met yorkshire gekruist, twee gangbare varkensrassen die bekend staan om hun vlees en vruchtbaarheid. De kans is volgens fokker Wilco Hendriks groot dat als je vanavond spekblokjes eet, ze terug te herleiden zijn naar het sperma van een varken van zijn bedrijf. Magere varkentjes zijn volgens hem geen hype, maar iets waar al minstens vijftien jaar aan gewerkt wordt en waarvan de grens nu wel is bereikt: "Vlees moet smaak houden en daar heb je intramusculair vet voor nodig," zegt hij aan de telefoon.

Advertentie

Ook denkt Hendriks dat het toenemend aantal biggen dat doodgaat ook andere oorzaken kent, zoals een tekort aan moedermelk en slechte bijvoeding. Daarom selecteert hij zijn zeugen momenteel op het aantal spenen (varkenstepels). "Als je vijftien biggen hebt en je hebt een moeder met maar veertien spenen, dan wordt er natuurlijk gevochten. Als je een zeug hebt met meer spenen, dan fok ik daarmee verder," vertelt hij.

Met meer vet en meer tepels zouden biggen volgens de varkensindustrie een grotere overlevingskans hebben. Als wij wat minder bang zijn voor een randje vet aan het vlees, gaan varkensboeren hun varkens op den duur weer vetter fokken, zei Douma tegen Radio 1. Er gaan alleen wel wat jaren overheen voordat er weer wat vet op de botten komt.

Volgens Geert van Wersch van slagerij Brandt & Levie beginnen mensen vet steeds meer te waarderen. "In restaurants heb je tegenwoordig zelfs potjes varkensvet op tafel," vertelt hij me. "Alleen in de supermarkt is alles nog mager." Geert brengt me in contact met zijn varkensboer, Sander Kerkhoffs. Die fokt weliswaar heel andere varkens, namelijk bonte bentheimers die van nature al veel meer vet hebben, en hij houdt in plaats van gemiddeld 300 zeugen maar 25 vrouwtjesvarkens, toch heeft ook hij te maken met biggetjes die soms vlak na de geboorte doodgaan. "Dat is inherent aan dieren houden," vertelt hij. "Het is te makkelijk om te zeggen dat het moderne varken niet goed is. Het heeft allerlei oorzaken. Maar we zijn misschien wel te ver doorgeschoten met het aantal biggen per zeug."

MEER LEZEN: De standaard varkens uit de vleesindustrie zijn voor de worstenmaker van slagerij Wild Vleesch niet vet genoeg

Sander verkoopt zijn vlees ook in zijn eigen boerderijwinkel, waar mensen volgens hem nogal eens schrikken van het vet. "Ons vlees is meer dooraderd en heeft een dikkere rand vet. Daardoor is het vlees wel lekker sappig, maar niet iedereen houdt daar van. Of eigenlijk: veel mensen dénken dat ze niet van vet houden." Hij ziet die klanten namelijk toch vaak terugkomen, vertelt hij.

Als wij als consumenten zo veel macht hebben dat er een 'nieuw type varken' is ontstaan door onze angst voor vet, laten we dan met z'n allen die macht vanaf nu gebruiken door magere spekblokjes te laten liggen en in plaats daarvan vette pancetta en dooraderde karbonades van een goede slager te eten. Dat zelfs onschuldige biggetjes de dupe zijn geworden van ons schoonheidsideaal en ongevraagd worden opgezadeld met anorexia, kan niet de bedoeling zijn. Een varken zonder vet is als een stamppot zonder worst.