Identiteit

Wordt het niet eens tijd voor een trans-vriendelijke werkplek?

Emmanuelle transgender werk

Laat ons eerlijk zijn, de arbeidsmarkt is verre van inclusief. Vacatures worden vaak op een binaire manier geschreven en het gebeurt zelden dat de persoon voor je tijdens een sollicitatiegesprek géén blanke heteroman is. Het is dus vanzelfsprekend dat een gekleurde of homoseksuele persoon zich moeilijk kan identificeren met deze omgeving, laat staan dat ie zich er thuis kan voelen.

Dat gebrek aan inclusiviteit kan voor heel wat problemen zorgen. Volgens een enquête uit 2017 over de arbeidsomstandigheden van trans personen in België, heeft 62% van de respondenten zich al gediscrimineerd gevoeld op de werkvloer omwille van hun genderidentiteit. 50% verbergt hun identiteit voor collega’s en 80% vindt dat de overheid niet genoeg doet om hen te ondersteunen.

Videos by VICE

Dat is ook zo voor Emmanuelle. De 27-jarige trans vrouw vertelt ons over haar ervaringen op de werkvloer, en haar kijk op de professionele wereld.

Ik zie mijn identiteit als een tekening die je geleidelijk aan schetst: eens je het eindresultaat ziet, begrijp je het beter.

“Mijn kindertijd was nogal chaotisch. Voordat ik op mijn tiende definitief in Brussel ben beland, verhuisden mijn ouders voortdurend tussen Frankrijk en Afrika. Zoals zovelen had ik moeite met school, ik ben twee of drie keer blijven zitten. Ik was schoolmoe en raakte de weg een beetje kwijt. Ik behoor niet tot de mensen die geloven dat alleen diploma’s ertoe doen, dus deed ik een paar baantjes om m’n eigen ervaring op te bouwen.

Onlangs ben ik uit de kast gekomen als trans vrouw. Het was een gradueel proces, in die zin dat ik mijn identiteit altijd heb gezien als een tekening die je geleidelijk aan schetst: eens je het eindresultaat ziet, begrijp je het beter.

Ik ben een heteroseksuele transgender vrouw, ik voel me aangetrokken tot mannen, maar ik zie mezelf niet als homo; dat is nooit mijn identiteit geweest.

Mijn eerste professionele ervaringen waren in de modewereld, waar ik werkte als model. Mijn androgyne lichaamsbouw heeft heel wat deuren geopend. De modewereld is een omgeving waarin ik mezelf mocht zijn en die me heeft geholpen om mezelf te aanvaarden zoals ik ben. Over het algemeen zijn de mensen die in die wereld werken zich bewust van de door de maatschappij opgelegde normen. Ze proberen die te benadrukken, er kritiek op te geven of zich ervan los te maken. Maar modellenwerk was een carrière waarin ik naar mijn gevoel niet veel kon groeien, vooral omwille van mijn leeftijd. Als je castings doet met mensen die tien jaar jonger zijn, heb je al snel het gevoel dat je bent afgeschreven. De realiteit is dat veel van die mensen al een leven hebben opgebouwd buiten het modellenwerk. En ik had ook andere ambities.

Ik ging voor een beroep waarvoor ik nog niet te oud was en dat perfect aansloot bij m’n ervaring: ik werd verkoopster in een luxeboetiek. In de modellenwereld werd ik omringd door queers, of tenminste door mensen die even naar je voornaamwoorden polsen. In de winkel word ik regelmatig met grote ogen aangekeken als ik in de rij sta om iets te passen of te betalen. Maar dat heeft meer te maken met verwarring of onwetendheid dan met slechte bedoelingen. De situatie is gewoon helemaal anders in de retail.

“Ik ben een vrouw die vroeger in een vrouwenwinkel heeft gewerkt, maar ik voelde mij daar niet op m’n plaats.”

Ik werkte vroeger in een vrouwenboetiek. Nu ja, eerder een boetiek voor witte, cisgender vrouwen met een bepaalde sociale achtergrond en vrij hoge standaarden wat kledingaankopen betreft. Een mohair trui van 250 euro bijvoorbeeld, ik zeg maar iets. Die mensen lopen zich niet de hele dag vragen te stellen over gender of geslacht. Niet iedereen denkt daar op dezelfde manier over na, en dus ontstaat er een kloof. Ik ben een vrouw die vroeger in een vrouwenwinkel heeft gewerkt, maar ik voelde mij daar niet op m’n plaats. In de – zeer aparte – wereld van de retail is de klant altijd koning. Je moet altijd volledig tot hun dienst staan. Maar je moet je er ook van bewust zijn dat je in een wereld rondloopt die niet de jouwe is. Uiteindelijk is het heel symbolisch om de vergelijking te maken met de vragen die een transseksuele vrouw zichzelf in haar leven kan stellen.

Emmanuelle.jpeg
Foto: Anne-Sophie Guillet

Die kloof ervaar ik al mijn hele leven, ook omdat ik een vrouw ben met een raciale achtergrond. Van kinds af aan hebben mijn ouders me opgevoed en voorbereid op domme of nare opmerkingen. Ik ben altijd geconfronteerd geweest met nieuwsgierige blikken of ongepaste opmerkingen over de manier waarop ik me kleed of mijn haar doe. Ik zit nu eenmaal in een positie waarin ik voortdurend zal moeten vechten om een plek op de arbeidsmarkt te veroveren.

In de kledingwinkel kregen we regelmatig bezoek van merkvertegenwoordigers. Om te checken of alles goed verliep, of om ons op de hoogte te brengen van nieuwe richtlijnen. Soms waren het onaangekondigde bezoekjes. Elk merk met een eigen merkimago heeft een zogenaamd imagoprotocol. Daarin staat bijvoorbeeld welke uniformen werknemers moeten dragen – meestal zijn die genderspecifiek. Ze hebben het ook altijd over de nagels van verkoopsters, maar nooit over de nagels van verkopers. Ik ken nochtans genoeg cisgender mannen die hun nagels lakken, gewoon omdat ze dat leuk vinden.

Voor de maatschappelijke zetel van een bedrijf zijn verkopers gewoon nummers: één naam, één geslacht en that’s it. Iemand met een “M” moet zich op een bepaalde manier kleden, iemand met een “F” op een andere.

Het probleem is dat er op mijn papieren “M” staat. Ik denk niet dat mijn zaak ooit echt besproken is geweest binnen het bedrijf, dus ik mocht absoluut geen uniform voor vrouwen dragen. Als ik me als vrouw wilde kleden, mocht dat niet met kleren van de winkel – bevel van de directie. Mijn twee managers waren fundamenteel tegen dit systeem en ook de werknemers vonden het dwaas en stom, maar toch gebeurde er niets.

Op een dag kregen we onverwacht bezoek terwijl ik een vrouwenoutfit uit de winkel droeg. De manager werd op het matje geroepen door de mensen van het hoofdkantoor en kwam huilend teruggelopen uit het magazijn. Ze hadden haar een uur lang onder handen genomen. Ze vonden hun standpunt gerechtvaardigd, omdat de verkoopcijfers zouden dalen als ik dameskleding uit de winkel zou dragen.

“Ik probeer zelf het voortouw te nemen door het voornaamwoord ‘zij’ op mijn cv te gebruiken. Als iedereen dat doet, kan dat helpen om het te normaliseren en het taboe te doorbreken. “

De klanten noemden mij zelfs “juffrouw”. Mijn identiteit had op geen enkele manier invloed op de verkoop, integendeel. Het gebeurde regelmatig dat er een vrouw binnenkwam omdat ze mijn kledij door de etalage had gezien. Onder ons gezegd en gezwegen, soms moest ik zelfs heel strategisch vooraan in de winkel de etalage gaan herschikken omdat dat klanten aantrok. Maar de managers mochten daar niets van weten.

Dat incident heeft een grote indruk op mij nagelaten. Het toont aan dat de professionele wereld allesbehalve een inclusieve omgeving is. Waarom vragen we kandidaten niet naar hun voornaamwoord in een sollicitatiegesprek, zoals we hen ook vragen naar hun leeftijd of nationaliteit? Sommige advertenties zeggen al “M/F/X”, dat is een begin. Ik probeer zelf het voortouw te nemen door het voornaamwoord ‘zij’ op mijn cv te gebruiken. Als iedereen dat doet, kan dat helpen om het te normaliseren en het taboe te doorbreken. Hetzelfde geldt voor dat uniform. Waarom laten we mensen niet gewoon zélf kiezen wat ze willen dragen? Oké, er is een protocol. Maar dit is meer dan een professionele omgeving; het gaat om een maatschappelijke kwestie. Het is zo belangrijk dat iedereen zich goed in z’n vel voelt. Ook op het werk, en dus ook in z’n uniform.  Als ik naar mijn eigen situatie kijk, in de verkoop, zal iemand die zich comfortabel en zelfzeker voelt veel beter verkopen. Dat kan toch alleen maar positief zijn voor het merk? Bovendien is een bedrijf dat rekening houdt met je identiteit, een bedrijf waarbinnen je verder wilt evolueren. Bedrijven en merken hebben er alleen maar baat bij.

Deze kloof, de misverstanden en het gebrek aan aandacht voor genderidentiteit zijn in de meeste omgevingen de regel. Nog altijd wordt er gigantisch veel belang gehecht aan je uiterlijk en het imago van het bedrijf.

Dat vloeit voort uit bepaalde patriarchale logica’s, die heel beperkend zijn voor transseksuelen of mensen met een raciale achtergrond. Ik begrijp niet waarom de bedrijfswereld zich nog niet heeft aangepast aan de normen van inclusiviteit. Het is 2021, word toch eens wakker. “

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.