Hoe China tegengeluiden over het coronavirus censureert

Chinezen die afwijkende informatie delen worden gearresteerd door de regering, die zelf een veel rooskleuriger beeld van de virusuitbraak probeert te schetsen.
Screen Shot 2020-02-24 at 11

Joshua Left, de 28-jarige eigenaar van een start-up voor zelfrijdende auto’s in de Chinese stad Wuhan, ging in januari op vakantie naar San Francisco. Precies op dat moment kwamen er in de VS voor het eerst berichten binnen over een ‘SARS-achtige’ virusuitbraak in China.

Hij maakte zich zorgen om zijn familie in Wuhan, waar het virus vandaan bleek te komen. Omdat hij bezorgd was dat zijn familieleden niet op tijd zouden horen hoe groot deze snel groeiende epidemie was, stuurde hij ze berichten via WeChat. Hij was bang dat niet alle informatie toegankelijk voor ze zouden zijn, en wilde die zo alsnog geven.

Advertentie

“Maar toen begon het allemaal wat vreemd te worden,” vertelt hij VICE.

Left, die niet met zijn volledige Chinese naam in dit stuk wilde komen, kreeg in eerste instantie alleen een waarschuwing van de WeChat-beheerders. Vervolgens kreeg hij nogal rare berichtjes van vier WeChat-contacten – of zo leek het althans, want er stonden opmerkelijk specifieke vragen in: waar hij zich bevond, in welk hotel hij verbleef in San Francisco, wat zijn kamernummer was en welk Amerikaanse telefoonnummer hij gebruikte. Toen kreeg hij een waarschuwingsbericht op zijn telefoon, dat iemand in Shanghai op zijn account probeerde in te loggen.

Hij weigerde te vertellen waar hij precies verbleef, en na een tijdje begonnen alle accounts hem tegelijkertijd aan te sporen om zo snel mogelijk terug naar China te gaan.

Left denkt dat zijn vrienden hem deze berichten stuurden omdat ze daartoe gedwongen werden door het ministerie van Staatsveiligheid van de Volksrepubliek China. De regering zou namelijk alle tegengeluiden van mensen die informatie deelden over de virusuitbraak de kop in willen drukken.

China probeert zelf in de hand te houden wat er wel en wat er niet naar buiten komt over het coronavirus, en doet ook z’n best om mensen op te sporen die op online platforms een ander geluid durven te laten horen. De regering zoekt uit wie er achter twitteraccounts schuilgaan, hackt WeChat-accounts om locaties te achterhalen en deinst er niet voor terug om critici te intimideren.

Advertentie

Left houdt zich nu schuil in Californië. Hij kan niet terug naar China, omdat hij bang is om gearresteerd te worden.

Hij maakte er melding van bij de politie in San Francisco (SFPD) en de FBI, maar heeft daar niets meer van gehoord. De SFPD bevestigt dit tegenover VICE. Left gaf aan dat de Chinese regering “burgers onderdrukt” en achter hem aan zat omdat hij een “vijandige stem” zou zijn.

Left vertelt dat toen hij nog studeerde in Wuhan, de geheime dienst hem wel eerder had gevraagd naar zijn activiteiten, maar dat hij nooit gearresteerd was.

Tencent, het bedrijf achter WeChat, ging niet in op onze vragen over dit incident. Het Chinese bedrijf is verplicht om gebruikersinformatie te delen met de regering, ondanks dat hun aandelen worden verhandeld op de New York Stock Exchange en het in rap tempo meer gebruikers krijgt in het westen. Ook het ministerie van Staatsveiligheid reageerde niet op ons verzoek tot commentaar.

Maar Beijing gebruikt niet alleen Chinese platforms om tegenstanders de mond te snoeren.

Op 20 januari antwoordde Jian Ming, die in de miljoenenstad Dongguan woont, op een tweet waarin de trage reactie van China op de virusuitbraak bekritiseerd werd. Wat hij schreef kwam ongeveer neer op: “De verantwoordelijkheid om tirannie te verwoesten, wie durft zoiets?” De tweet is inmiddels verwijderd.

Twitter is verboden in China, maar Ming gebruikte een vpn om er toch op te komen, net als veel andere Chinezen.

Advertentie

Een paar dagen nadat Ming zijn tweet had geplaatst kreeg hij een telefoontje van het ministerie van Staatsveiligheid. Ze wilden hem ontmoeten. Ming vroeg om een juridische dagvaarding, maar omdat het ministerie dat niet telefonisch kon doen weigerde hij. Een paar dagen later bonsden er een paar politieagenten op zijn deur.

Ze confronteerden hem met een screenshot van zijn tweet en zeiden dat dit een aanval was op de Communistische Partij van China. Ze hadden zijn adres gevonden via het telefoonnummer dat aan zijn Twitter-account gekoppeld zat, wat via een database van de overheid weer met hem in contact kon worden gebracht.

In de database stond eigenlijk een oud adres van Ming, maar nadat de agenten wat familieleden hadden gebeld kwamen ze hem alsnog op het spoor.

Twitter laat weten dat het niet ingaat op specifieke gevallen, maar een bron binnen het bedrijf ontkent wel met klem dat het geen telefoonnummers of andere gebruikersgegevens met het ministerie heeft gedeeld, en zegt dat de Chinese overheid “de telecomaanbieders beheren en volledige toegang hebben tot dat verkeer”.

Ming werd vastgehouden, en tijdens het verhoor kreeg hij te horen dat ze hem vooral verdacht vonden vanwege de tekst "灭霸" (wat zoiets betekent als “de tiran uitroeien”), aangezien het een impliciete aanval was op de leiders van het land.

Zijn telefoon werd ingenomen om bewijsmateriaal te verzamelen, maar hij had nog een tweede telefoon. Daarmee nam hij foto’s van een brief die hij moest ondertekenen, waarin stond dat hij zijn “bedreiging” niet zou herhalen. Ming heeft deze foto aan VICE laten zien.

Advertentie

China heeft al veel onder vuur gelegen voor zijn trage reactie op de virusuitbraak, maar ook het censuurapparaat liep al snel achter op de negatieve berichten die online verschenen.

“Er was een korte periode waarin de censuur niet zo streng was, en journalisten beter hun werk konden doen in China,” zegt Fergus Ryan, een analist van het Australian Strategic Policy Institute (ASPI) die onderzoek doet naar social media in China.

Dit onvermogen om negatieve geluiden in de kiem te smoren zou veroorzaakt kunnen zijn doordat de censoren niet op hun plek zaten. Tijdens deze periode was het namelijk ook Chinees Nieuwjaar, en reisden veel mensen af naar hun families.

Volgens Ryan kan de censuur ook opzettelijk wat minder strikt zijn geweest, aangezien het ook in het belang van Beijing zelf was om snel meer informatie te krijgen over de omvang van de uitbraak.

“Voor de Communistische Partij is dit geen typische manier om censuur te plegen,” zegt een van de medeoprichters van GreatFire.org, die het pseudoniem Charlie Smith gebruikt. GreatFire.org is een organisatie die de online censuur van China in de gaten houdt. “Ze snappen dat het delen van informatie belangrijk is om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Maar er zijn zoveel mensen bezorgd over hoe het virus wordt bestreden, dat de autoriteiten het lastig vinden om te bepalen wat ze wel en niet moeten censureren.”

Nadat president Xi Jinping zich op 20 januari voor het eerst openlijk had uitgelaten over de crisis, werd er ineens veel meer gedaan om critici van het regime het zwijgen op te leggen. Ming heeft gehoord dat terwijl hij ondervraagd werd, ook tien anderen gearresteerd werden omdat ze content hadden gedeeld met betrekking tot het coronavirus.

Advertentie

Smith zag deze nieuwe aanpak terug in een browser die de groep had opgericht waarop nieuwsberichten kwamen van Chinese burgers, die in het land zelf gecensureerd zouden worden: het aantal bezoekers schoot flink omhoog. “Tot 24 januari waren er tussen de 18.000 en 29.000 kliks op de verhalen op onze startpagina,” zegt hij. “Maar sinds 25 januari zijn dat er meestal rond de 50.000.”

Het laat zien dat mensen meer behoefte krijgen om informatie te vinden die normaal gesproken gecensureerd zou worden. Net als Ming gebruiken ook veel andere burgers daar een vpn voor, maar de regering probeert sinds de laatste weken ook dat soort diensten de kop in te drukken.

De Chinese overheid verwijdert ook online protestgeluiden, die zijn ontstaan nadat de arts overleed die de wereld in december voor de virusuitbraak probeerde te waarschuwen. Ondertussen wordt er dankbaar gebruik gemaakt van de populariteit van WeChat, om mensen buiten China stil te krijgen die proberen om informatie te delen met mensen binnen China.

In Xiantao, een stad waarin ongeveer 1,6 miljoen mensen wonen, heeft de gezondheidscommissie deze week richtlijnen gepresenteerd voor zorgmedewerkers en overheidsfunctionarissen. Ze mogen de virusuitbraak niet noemen in groepschats, niets anders retweeten dan is afgesproken en geen interviews geven zonder toestemming.

“Na die korte periode in januari werd het censuurapparaat weer aangezwengeld en nam ook de propaganda weer toe, om een rooskleuriger beeld te schetsen van hoe de overheid met de uitbraak probeert om te gaan,” zegt Ryan. “We zijn dus weer terug bij af – terug in dat beperkende systeem.”

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op VICE US.