Drugs

Hoe het eraan toegaat in studentenhuizen waar veel gesnoven wordt

Sinds de lockdown verdrijven sommige studenten hun stress en verveling thuis met harddrugs. "Het is maandag, doen we dit echt?"
Zakjes
Beeld via Shutterstock.

Als ik terugdenk aan mijn studententijd, denk ik vooral aan bier. Anderhalf jaar lang was ik lid van een studentenvereniging en daar werd behoorlijk gedronken, maar over harddrugs hoorde ik veel minder. Voor zover ik weet speelde het onder mijn medestudenten niet zo.  

Voor studenten Valerie Lhoëst en Charlotte Stikkelbroeck is dat anders: zij zitten in het bestuur van de Utrechtse studentenvereniging U.V.S.V. / N.V.V.S.U, de grootste vrouwelijke studentenvereniging in Nederland. Vorige maand trokken ze aan de bel omdat ze zich zorgen maken over het overmatig drugsgebruik dat ze om zich heen zien. Volgens hen lijkt regelmatig gebruik van cocaïne en mdma onder hun medestudenten steeds normaler te worden – zeker sinds dat gebruik sinds de coronacrisis van festivals en clubs naar de studentenhuizen zelf is verplaatst. “Het gaat ons niet om af en toe een pilletje. Wel om het normaliseren van het excessieve gebruiken van harddrugs sinds corona,” vertelde Charlotte aan De Volkskrant. Om hiervoor aandacht te vragen organiseerden alle Utrechtse studentenverenigingen samen in mei het symposium Tijd om het op tafel te leggen in de Domkerk. Ook in de podcast Waar trek jij de lijn?, gemaakt door een groepje studenten, wordt dit onderwerp besproken.

Advertentie

Hoe gaat dat drugsgebruik binnen studentenhuizen er precies aan toe? Op welke avonden komen de zakjes met drugs op tafel? Hoe ontstaat zo’n drugsdynamiek binnen een studentenhuis? En wat als je niet meer wil meedoen, omdat het je teveel wordt?

Ik vroeg drie studenten, die in een studentenhuis hebben gewoond of dat nog doen, naar hun drugservaringen.

 

Let op: in dit artikel wordt gesproken over suïcide.

 

Louise* (21) is derdejaarsstudent in Groningen

Ik woonde anderhalf jaar in een studentenhuis met vijftien andere studenten. Voor corona gingen we drie keer per week uit, en dan gebruikten we altijd wel een lijntje coke op de wc. Toen de lockdown kwam, liep het gebruik uit de hand. Omdat we geen geld meer uitgaven in de stad, hadden we meer te besteden. Minimaal een keer in de week lagen er meerdere pakjes op tafel. We hadden een grote spiegel afgebakend, met daarop verschillende hoopjes coke, zodat je een lijntje nam van de hoop waar je aan had meebetaald. We maakten er iets ‘leuks’ van, hadden speciale snuifsleutels en gouden rietjes. We mixten het vaak met ketamine, dat ook gebruikt wordt als verdovingsmiddel voor paarden. Voor de ketamine stuurden we elkaar een Tikkie met: ‘paard gaat neer’, voor de coke met ‘paard staat op.’ Destijds vond ik dat grappig, maar inmiddels zie ik in hoe problematisch het is om er zo lollig over te doen.

Met mijn huis feestten we de hele nacht door. Als er mensen langs kwamen tijdens de avondklok, gingen we door tot je weer over straat mocht. Eerst gebruikten we het op feestjes, maar daarna was het ook uit verveling. Dan zeiden we tegen elkaar: “morgen toch online les, boeie.” We waren elkaar daarin ook aan het opfokken. Het moe-zijn kon ik me veroorloven, omdat ik tijdens online college  in een trui en joggingbroek achter mijn laptop kon zitten. Soms grapten we wel vlak voordat we een lijn namen: “Het is maandag, doen we dit echt?” En dan deden we het alsnog. We relativeerden het ook door onszelf met anderen huizen te vergelijken. Dan zei ik tegen een huisgenoot: “Nou het kan erger, we zijn in ieder geval niet huize zus of zo.” Tegen de tijd dat de lockdown voorbij was, was het zo genormaliseerd dat ik een keer een snuif nam op het terras – toen ik thuiskwam, was ik van mezelf geschrokken.

Advertentie

Ik ben een keer enorm bad gegaan. Tot die keer was ik niet bezig met de risico’s. Ik kreeg last van paniekaanvallen en wilde niet meer gebruiken. Ik kon daar goed met mijn huisgenoten over praten, maar het veranderde niets aan hun gebruik, ook al hadden ze bij mij kunnen zien hoe erg het mis kan gaan. “Liever niet,” zei ik als ze vroegen of we vanavond gingen gebruiken. Dan zat ik alleen op mijn kamer terwijl zij in de kamer naast me aan het feesten waren. Ik ben op een gegeven moment volledig uit die vriendengroep gestapt, en verhuisd. Inmiddels woon ik in een leuker en rustiger huis. Op de studentenvereniging is het me nog wel eens aangeboden, maar daar is een no drugs policy. Naast dat ik niet meer wil gebruiken omdat ik bad ben gegaan, zou ik ook niet het risico willen lopen om geschorst te worden. Omdat ik in een omgeving zat waarin heel veel werd gebruikt, dacht ik dat het normaal was. Het had me geholpen om te weten dat de meeste jongeren geen drugs gebruiken. Dan was ik eerder geconfronteerd met hoe heftig mijn gedrag was. 

 

Job (22) woont in Leiden en zit, vanwege zijn verslavingsproblematiek, tussen twee studies in 

 

Drie á vier jaar geleden begon ik voor het eerst met harddrugs. Met mijn huisgenoten gingen we een paar keer per jaar naar een festival en eens in de zoveel tijd gebruikten we coke tijdens het stappen, maar dat was zelden. Toen corona begon, ik was toen derdejaars, gingen we niet meer naar de kroeg. In plaats daarvan werd het doodnormaal om op vrijdagavond coke te gebruiken, bij ons thuis of in een ander studentenhuis.

Ik ben geboren met een aanleg voor verslaving en dat is er in coronatijd uitgekomen – ik raakte verslaafd. En de coke ging samen met alcohol, slaappillen, pijnstillers en wiet. Als ik bij ouders van vrienden thuis kwam om te BBQ’en, zat ik op de wc te snuiven. Ik ging eraan onderdoor, ik werd een koning in liegen. Ik sprak met vrienden af op verschillende dagen, zodat ze niet doorhadden dat ik elke dag gebruikte. Of ik ontkende het gewoon. Ik schaamde me dood, want ik wist dat het niet goed ging. In een jaar tijd is het totaal geëscaleerd: ik woog 59 kilo, zat in de schulden en heb een suïcidepoging gedaan. Ik ben opgenomen in de kliniek. Inmiddels ben ik een jaar nuchter, ook qua drank. Het gaat het goed met me, ik kan zelfs naar feestjes. Omwille van mijn veiligheid en herstel heb ik de wereld van de studentenverenigingen wel achter me gelaten. Gelukkig ben ik in contact gebleven met de vrienden die ik daar had. Als ik erbij ben, drinken ze niet: nogal een zeldzaamheid in de studentenwereld. “Liever jou erbij dan alcohol,” zeggen ze dan. Ik merk dat mijn verhaal mijn vrienden aan het denken heeft gezet. Ik ben net als zij, gewoon een gozer die lid was bij een vereniging. Je hoeft niet in slechte omstandigheden op te groeien of dakloos te zijn om verslaafd te raken.”

Advertentie

Drie jaar geleden was je de uitzondering als je gebruikte. Tegenwoordig komt het van alle kanten, ik zie het ook bij mensen van wie ik het nooit zou verwachten. Meelopen en groepsdruk spelen daarbij een rol, zeker bij studentenverenigingen. Ik zag om me heen dat coke wordt verheerlijkt, het wordt opgehemeld. Als eerstejaars doe je wat de ouderejaars doen, dus als zij coke gebruiken, doe jij het ook. Zo heb ik het mensen wel eens letterlijk horen zeggen: ik wil niet gebruiken, maar iedereen doet het. Wat ook meespeelt: eerst moest je nog een beetje je best doen om aan drugs te komen, nu is het er sneller dan Gorillas. En als de dealer niet opneemt, heeft de buurjongen of huisgenoot nog wel wat liggen.

Ik ben niet anti-drugs, maar het lijkt me goed als mensen gaan nadenken over hoeveel en waarom ze gebruiken. Bij mij begon het onschuldig, maar ik weet nu waar het kan eindigen: in de gevangenis, in een instelling of zelfs de dood. Zeker studenten denken niet na over de gevolgen van hun acties. Ik vind het daarom fantastisch dat er in Utrecht nu aandacht wordt gevraagd voor dit onderwerp. Er moet bewustwording over de negatieve gevolgen komen. En dan heb ik het niet over de ‘mocromaffia’ – wij zijn de oorzaak, want een deel van die illegale drugs wordt besteld door studenten. Ik hoor rechtenstudenten zeggen: “Schandalig dat advocaten niet meer veilig hun werk kunnen doen.” Maar diezelfde avond snuiven ze wel coke.

Advertentie

  

Lieke* (22) is vierdejaarsstudent in Utrecht.


Toen ik begon met studeren, vond ik het heel heftig hoeveel coke er werd gebruikt. Inmiddels ben ik eraan gewend, omdat het om me heen veel gebeurt. Ik weet niet of het heel best is, maar ik ben het normaal gaan vinden. Ik woon met veertien studenten: vooral mensen van twintig. De oudsten zijn een jaar of 23, de jongsten zijn 18. Op een iemand na gebruikt iedereen drugs. De oudere mensen  gebruiken wat minder en de mannen gebruik iets meer, maar het wisselt wel een beetje wie wanneer gebruikt. 

Ik denk dat het meer in studentenhuizen gebeurt, omdat de kans op een huisfeestje groot is. Als je met z’n allen gaat borrelen, is er al snel een feestvibe. Er zijn periodes geweest dat we in drie weken tijd drie keer coke gebruikten, want het sluipt er makkelijk in. Maar dan zeiden we wel tegen elkaar: oké, nu moeten we het even wat minder doen. We praten daar open over, we letten goed op elkaar. Als iemand vaker gebruikt, spreken we elkaar daarop aan. Zo van: moet je het nou wel weer doen? Hoe we het nu doen vind ik het oké – een keer in de drie weken, en af en toe tussendoor. De afgelopen maand gebeurde het misschien iets meer, want er waren veel feestjes. Tijdens de lockdowns deden we het vaker. Vooral omdat er in die tijd regelmatig mensen uit ons huis weggingen en er weer nieuwe mensen voor in de plaats kwamen, en dan was de hype er weer. 

Advertentie

Als we naar de stad gaan, gebruiken we niet. Het gebruik gaat altijd samen met huisfeestjes, omdat die tot heel laat duren – en dat willen we volhouden. Er is altijd wel iemand die drugs heeft liggen. Het rouleert een beetje: eens in de zoveel tijd koopt iemand een pakje, net zoals we het doen met de boodschappen. Het is niet dat we denken: we moéten drugs, meestal hebben we eerst gewoon een gezellige avond. Dan drinken we bier, spelen we spelletjes, dansen we – en dan rond 2 of 3 uur zijn we dronken en dan gebruiken we. Nooit heel veel en we doen geen rare shit, meestal gebruik ik twee puntjes. Misschien lijkt het nu of ons huis superverslaafd is en dat we heel veel gebruiken, maar dat valt wel mee, hoor. Ook omdat er periodes zijn dat we minder gebruiken. Mijn ouders weten niet dat ik gebruik –  als ze dat zouden weten zouden ze me onterven.

Natuurlijk denk ik weleens: het is niet goed voor me. Als ik last heb van mijn neus, besef ik dat het niet oké is. Dan neem ik voor om de volgende keer niet te gebruiken. Daarnaast ben ik me er bewust van dat wij bloed aan ons handen hebben, als je kijkt naar de drugshandel en de onderwereld. Maar of ik daardoor minder ga gebruiken? Niet per se. Als ik een paar borrels op heb en het zakje komt tevoorschijn, dan denk ik: een puntje kan geen kwaad. 


Heb jij vragen over alcohol of drugs, voor jezelf of voor iemand anders? Neem contact op met het Trimbos-instituut, bel naar 0900-1995. Wil je met iemand praten over depressieve gedachten of gedachten over suïcide? Check de site 113 of bel naar de crisishulplijn 0800-0113.

*Achternamen zijn bekend bij de redactie.