Steeds meer Jamaicaanse LGBT’s vluchten naar Nederland

FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

Steeds meer Jamaicaanse LGBT’s vluchten naar Nederland

Marlon en Romario zijn naar Nederland gevlucht, uit angst voor geweld tegen homo's op Jamaica.

Marlon Meeks. Alle foto's door Berksun Çiçek

In Nederland wordt steeds vaker asiel aangevraagd door Jamaicaanse homo's, lesbo's, bi's en transgenders: dat aantal is in de laatste twee jaar meer dan verdubbeld.Nagenoeg alle asielzoekers die zich vanuit Jamaica in Nederland melden, zeggen in de LGBT-groep te vallen en krijgen een status.

Het gaat absoluut niet om enorme asielstromen, maar wel om een sterke stijging: volgens VluchtelingenWerk Nederland waren er in 2013 een kleine dertig Jamaicaanse LGBT-vluchtelingen en in 2015 bijna zeventig. Het is niet zo gek dat dat aantal stijgt: Jamaica staat bekend als een van de meest homo-onvriendelijkste landen van de wereld, en doet geen moeite om die reputatie te veranderen. Niet alleen het gros van de bevolking keurt homoseksualiteit af (bijvoorbeeld op basis van hun geloof), maar de overheid maakt die afkeuring ook nog eens reëel doordat het hebben van anale seks verboden is, op straffe van tien jaar in de gevangenis.

Advertentie

Op straat in Jamaica vinden er dagelijks aanvallen op LGBT'ers plaats. Tussen 2009 en 2012 noteerde de Jamaicaanse LGBT-organisatie J-FLAG 231 gevallen van LGBT-gerelateerd geweld. Dat geweld is er vier jaar later zeker niet minder op geworden, vertellen de Jamaicaanse asielzoekers Marlon Meeks en Romario Seaton. "In 2011 liep ik op straat in Kingston, de hoofdstad van Jamaica. Ik liep langs een groepje gewone jongens van mijn leeftijd. Opeens renden ze met z'n allen naar me toe en beroofden me. Ze stalen mijn portemonnee uit mijn zak en renden hard weg. Ik weet dat ze dat deden omdat ik homo was, want ze riepen 'Batty boy', een scheldwoord voor homo's,"vertelt Marlon (23).

Hij draagt een strakke spijkerbroek en een dito shirtje, en een roze sjaal om zijn nek. "En dan had ik niet eens aan wat ik nu aan heb, waar ik me het liefst in kleed. Dus hoe ze wisten dat ik homo was, wist ik niet. Misschien hebben ze het via via gehoord, of zagen ze het toch aan me. Maar zeker weten deden ze het niet, want dan hadden ze me vermoord."

Romario Seaton

Ook Romario Seaton (21) ontkwam niet aan de homohaat op Jamaica. Toen hij in de Jamaicaanse parish Hanover studeerde ging hij een keer met zijn beste vriend naar een huisfeestje in de stad Montego Bay. "Die vriend van me droeg wat vrouwelijke kleding en make-up. Een meisje riep toen dat hij een jongen in vrouwenkleding was, en toen kwam iedereen op ons af. Ze sloegen en schopten hem, trokken messen en staken hem neer. Uiteindelijk trok iemand ook een pistool en is hij doodgeschoten. Daarna sleepten ze hem naar buiten en legden ze hem op straat neer. Daar is hij nogmaals overreden. Al die tijd kon ik niets doen – daar was de groep te groot voor."

Advertentie

Romario draagt geen vrouwenkleding, maar door zijn stijl viel hij op Jamaica wel snel op. "Ik zei niet hardop dat ik homoseksueel ben, maar ik vind het wel fijn om redelijk strakke kleren te dragen. Dat was voor mensen op Jamaica genoeg om te zien dat ik op mannen val, en daardoor werd ik vaak lastiggevallen. Vooral op school, want toen was ik ook nog lid van een theatergroep. Medestudenten scholden me elke dag uit, sloegen me soms en probeerden me zelfs te bestelen. De leraren zagen het vaak wel, maar negeerden het gewoon."

In 2011 is er in samenwerking met J-FLAG een speciale politie-eenheid opgericht waar slachtoffers van LGBT-geweld geweld kunnen rapporteren. Het officiële overheidsadvies is ook om dat te doen, maar volgens Marlon werkt het zo niet:"Ik kan na zo'n aanval echt niet naar de politie, die doet niets. Soms scheldt de politie je ook uit."

Op 6 september vertrok Romario uit Jamaica. "Toen ik zelfmoord overwoog, kwam er toch een overlevingsdrang in me naar boven. Maar ik wilde wel mezelf kunnen zijn, en daarom wist ik dat ik weg moest. Vrienden van me waren vier jaar geleden naar Nederland vertrokken en van hen hoorde ik goede verhalen, dus ik besloot ze achterna te gaan. Ik wilde eigenlijk met mijn vriend gaan, maar we konden maar één ticket betalen. Omdat ik door de pesterijen moest stoppen met school, kozen we ervoor dat ik als eerst zou gaan. Als dat goed af zou lopen, zou hij volgen."

Advertentie

Op Schiphol meldde hij zich zoals verplicht bij het aanmeldcentrum. Hij kwam terecht in een gesloten opvangcentrum, waar asielzoekers terechtkomen waarvan de IND verwacht dat de asielprocedure langer duurt – bijvoorbeeld omdat ze geen geldig paspoort hebben of een ingewikkelde reden hebben om te vluchten."Het was verschrikkelijk. Dertien dagen lang mocht ik niet naar buiten en gingen om half tien de deuren van mijn kamer dicht. Elke dag werd ik ondervraagd. Ze willen alles weten over je: wanneer je wist dat je homo was, wie je eerste vriendje was en hoe je je voelt als je seks met een man hebt. Je moet bewijzen dat je homo bent. De persoon die me ondervraagde maakte ook nog fouten, dus mijn advocaat moest extra interviews aanvragen.

Uiteindelijk mocht ik weg. De taxi haalde me op en bracht me naar Nijmegen, waar een asielzoekerscentrum is dat bekend staat als homovriendelijk. Daar zijn er een paar van in Nederland – in Dronten ook, bijvoorbeeld." Romario heeft het naar zijn zin in Nijmegen. Drie keer per week krijgt hij Nederlandse les, hij heeft vrienden, gaat regelmatig uit in de gayscene en voelt zich veilig met een COC in de buurt.

Voor Marlon, die sinds september in een AZC in Drachten zit, is het een ander verhaal. "Ik heb hier geen vrienden, dus ik ben best eenzaam. Er zijn in dit centrum veel Syriërs en Somaliërs die niet open staan voor homoseksualiteit. Ik kan wel naar buiten, maar in Drachten zijn er volgens mij niet veel gays en is er niet veel te doen voor ons. Maar ik kan hier veilig over straat, en dat is heel veel waard."

Romario en Marlon hebben grootse plannen voor de toekomst. Romario:"In Jamaica deed ik verpleegkunde. Daar deden veel medestudenten lacherig over, omdat het een vrouwelijk beroep zou zijn. Hier in Nederland niet, dus ik wil daar heel graag mee verder. Het COA heeft al gezegd dat ze graag helpen om een passende opleiding te vinden, maar ook dat ik eerst goed Nederlands moet leren. Daarom neem ik mijn lessen Nederlands heel erg serieus. Zo hoop ik snel mijn opleiding af te kunnen ronden aan de slag te kunnen als verpleger. Waarschijnlijk krijg ik over een paar maanden een huis in Arnhem, en dan hoop ik dat mijn vriend hier ook al is en we samen kunnen leven."

Marlon heeft geen vriend op dit moment en zijn familie zal niet snel naar Nederland komen."Mijn zus en moeder weten wel dat ik homo ben, en vinden dat heel vervelend. Als ik weer eens aangevallen waswaren ze wel verdrietig maar niet verbaasd. Ze weten dat homo's daar mishandeld worden, dus het is normaal voor ze. Ze zeggen ook vaak dat ik moet veranderen: dat ik me anders moet gedragen, anders moet kleden, naar de kerk moet en een vriendinnetje moet krijgen. Toen ik had besloten om naar Nederland te gaan, heb ik ze alleen verteld dat ik wegging uit Jamaica. Maar daarop zeiden ze ook niets. Ik heb nog wel redelijk veel contact met ze via WhatsApp, maar ze weten niet dat ik in Nederland ben en ze zullen hier nooit heen komen. Ik zou mijn moeder wel willen bezoeken, maar dat kan pas over een paar jaar: als je eenmaal gevlucht bent uit Jamaica mag je niet zomaar terug. Daarom richt ik me hier helemaal op goed Nederlands leren en een baan vinden. Elk baantje is goed – als ik maar kan werken en een toekomst kan opbouwen."

Om veiligheidsredenen is één van de namen van de geïnterviewden gefingeerd. De echte naam is bij de redactie bekend.