FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

Met de deur in gebedshuis vallen

Vrijwel alle religies prediken gastvrijheid, maar wat gebeurt er als je onaangekondigd binnen komt wandelen? Ik probeerde het bij vijf verschillende gebedshuizen.

Vrijwel alle religies op deze wereld prediken dat gastvrijheid—ook naar vreemden toe—belangrijk is. Niks hield mij dus tegen om als ongelovige onaangekondigd bij vijf verschillende  gebedshuizen in Amsterdam op bezoek te gaan en te recenseren hoe gastvrij ze daadwerkelijk zijn.

Boeddhistische tempel Fo Guang Shan He Hua

Het boeddhisme over gastvrijheid: “Vrijgevig zijn en elkaar helpen en schuldeloos zijn in je daden is de weg naar geluk.” – Boeddha

Advertentie

Eerste indruk: Hier baseren Chinese restaurants hun inrichting dus op.

Ontvangst: Geen hek, geen deur. Iedereen kan zo doorlopen.

Binnen: De inrichting is kleurrijk en uitnodigend, de kitscherige kroonluchter aan het plafond is een kwestie van smaak. De sfeer was goed: er stond leuke trommelmuziek op en het was vrij druk binnen. De meest random personen kwamen hier in- en uitlopen.

Zoals dit groepje Engelse naar AXE en wiet ruikende pubers die vanaf hun iPhone even inchecken @BuddhatempelZeedijk. Of Drentse koppels tijdens hun dagje Amsterdam die ideeën opdoen voor het behang in hun logeerkamer.

Voor vragen kon ik me richten tot dit lieve vrouwtje. “Iedereen is hier welkom. Het maakt niet uit of je boeddhistisch bent of niet.” Daarna trok ik na een donatie van vijftig cent een briefje uit een pot met daarop een spreuk.

“Not experiencing the bone chilling Coldness. The plum flower does not Release its flagrance. When the heat makes you sweat, The lotus also smells sweet.”

Naast de meerwaarde van hoofdletters op willekeurige plaatsen snapte ik ook de boodschap niet. Ik ging naar het vrouwtje. “Het betekent dat niets in het boeddhisme goed of slecht is; alles heeft een reden. Als het slecht gaat ook: dan moet je hard werken en komt er iets goeds.”

Eindoordeel: De gastvrijheid gaat hier werkelijk door het dak heen. Iedereen kan hier zomaar binnenwandelen. Het doet me denken aan het bejaardenhuis in mijn geboortedorp. Daar kon je ook altijd naar binnenlopen, waarna er altijd wel een bejaarde was die het leuk vond om je te zien, ook al kende je het oude mens helemaal niet.

Advertentie

Portugese synagoge

Het Jodendom over gastvrijheid: “Het aanbieden van gastvrijheid is groter dan communicatie met God.” - Talmoed, Shabbat, 127a

Eerste indruk:Een groot imposant gebouw met een muur eromheen. Ik kreeg niet de indruk dat het de bedoeling was dat Jan en alleman hier zomaar aan kon komen waaien, maar tegelijkertijd was er niets wat erop wees dat ik niet welkom was.

Ontvangst: Bij de synagoge hoort ook een museum, dus was er een receptie waar je een kaartje moest kopen. Ik vroeg de jonge, knappe vrouw achter de balie per ongeluk of het mogelijk was even de moskee binnen te gaan. “Schatje, voor een moskee moet je hier niet zijn. Bij mijn collega had je na zo’n opmerking minder geluk gehad,” zei ze licht spottend. Ik voelde me dom. Terecht natuurlijk. “Ik ben niet Joods, maar ik wil graag de synagoge in, kan dat?”, vroeg ik daarna. Ze lachte en vroeg of ik student ben. Ik antwoordde van niet. “Vandaag wel,” zei ze, en ze liet me binnen met studentenkorting. “En vergeet je keppel niet.” Ze pakte een glimmend leenkeppeltje voor me uit een bak.

Binnen: Het interieur was sober maar smaakvol. Blinkende gouden kandelaars in combinatie met donker hout. Het ding op mijn hoofd voelde ongemakkelijk.

Nadat ik deze foto met de zelfontspanner had gemaakt om mijn keppel vast te leggen zag ik dat hij scheef zat. Een professionele keppeldrager die bij me in de buurt stond zag het ook en zei dat ik dat makkelijk op kon lossen met haarspeldjes; dat deed hij zelf ook altijd.

Advertentie

Eindoordeel:Erg gezellig was het niet, maar ik was wel welkom en daar ging het om. Het was alsof je bij een tante op bezoek ging die je al heel lang niet meer hebt gezien. Wanneer je bij haar op de bank zit besef je dat ze eigenlijk best leuk is, maar als je de deur weer uitloopt is het enige wat je denkt: “Zo, daar hoef ik een paar jaar niet meer naartoe.”

Protestantse Kerk Amsterdam

Het christendom over gastvrijheid: “Wees gastvrij voor elkaar, zonder te mopperen.” - 1 Petrus 4:9-11

Eerste indruk:Hier zit geld.

Ontvangst: De deur zat op slot, maar toen ik via de intercom uit had gelegd dat ik even langskwam werd er opengedaan.

Binnen:Ik werd ontvangen door Jacqueline en had het idee dat ze de eerste minuut niet zo goed wist wat ze met me aanmoest. Daarna had ze de smaak te pakken en kletste ze gezellig een eind weg over wijkkerken. Jacqueline was ongeveer 50, al had ze ook 32 kunnen zijn. Haar laag foundation was te zien vanaf de maan, ze had platinablond haar, felroze nagels, een gouden neuspiercing in de vorm van een dolfijn, gouden ringen en ze droeg een paars fleecevest en glimmende zilveren sportschoenen. Niet iemand waarbij het meteen duidelijk is dat ze dagelijks met haar neus in de Bijbel zit. Ze was aardig en zei dat ik gerust zondag naar de dienst mocht komen.

Eindoordeel: Jacqueline leek me een superleuk mens. Ik bedoel: platinablond haar, een paars fleecevest en een dolfijnenneuspiercing! Het liefst zou ik die hele zondagdienst overslaan en meteen met haar de kroeg induiken.

Advertentie

Scientology Kerk

Scientology Kerk over gastvrijheid: Na lang zoeken kon ik geen statement vinden.

Eerste indruk: Wow, ik ga nu gewoon bij een moederkoeketende sekte naar binnen.

Ontvangst: Achter de receptiedesk zat een niet onaantrekkelijke vrouw van ongeveer 30. “Ik kwam zomaar even langs,” zei ik. “Leuk!”, antwoordde ze enthousiast. Ze liep op heel hoge hakken en vroeg of ik koffie of thee wilde. Ik vond haar beangstigend normaal.

Binnen: De vrouw begeleidde me naar een zithoek die ik als er geen witte plavuizen zouden liggen gezellig zou noemen. Ze zette een filmpje op over de leider van de Scientology Kerk: L. Ron Hubbard. Ik kwam onder andere te weten dat hij de 385ste zweefvliegpiloot van Amerika was.

Daarna kwam Pepijn erbij zitten om me meer te vertellen. Hij was ongeveer net zo oud als ik, had zijn modellencarrière aan de wilgen gehangen en werkte nu bij de Scientology Kerk. Hij behandelde ongeveer tweehonderd informatieaanvragen per week, via e-mail, telefoon of van mensen zoals ik, die zomaar binnen kwamen lopen. Alle sensatieverhalen uit de media zijn onzin, vertelde hij. Ze eten geen moederkoek. Tijdens zijn verhaal over de standpunten van Scientology dwaalde ik vaak af naar de gedachte dat het al een tijdje geleden was dat ik zulke lelijke plavuizen had gezien. Ik ving nog wel op dat hij mede-Scientology-lid Tom Cruise twee keer had gesproken en dat het een prima kerel was.

Advertentie

Eindoordeel:Dit is wat ik noem gastvrij. Ik had totaal niet het idee dat ik bij een sekte zat; er werd me niets opgedrongen.

El Tawheed moskee

De islam over gastvrijheid: “Wie in Allah en de Laatste Dag gelooft, dient zijn gast op een goede wijze te behandelen.” - hadith van de profeet Mohammed

Eerste indruk: Islam en gastvrijheid, heb ik die woorden sinds 9/11 eigenlijk ooit in één zin voorbij zien komen? Dit lijkt trouwens helemaal niet op een moskee. Waar zijn de pastelkleuren?

Ontvangst: Ik kwam binnen in een lege, sfeerloze hal waar een koffiemachine stond, naast een snackautomaat vol zakjes Doritos. In de hoek hing de microfoon waar de imam waarschijnlijk door preekte. Ook hier plavuizen, maar dat was eigenlijk nog het mooist aan deze hal.

Binnen:In een andere ruimte waren mensen aan het praten. Toen ik naar binnenging bleek het een soort islamitische boekwinkel te zijn vol Korans en gewaden in alle soorten en maten.

Walid (achter de toonbank) en Mohammed (voor de toonbank).

Achter de toonbank stond Walid, die me eerst sceptisch aankeek. “Wat kan ik voor je doen?”, vroeg hij na een paar ongemakkelijke seconden van stilte. Ik zei dat ik even langskwam en wat over de islam wilde weten. Walid pakte zijn mobiel erbij, belde iemand op en gaf hem aan mij. Het was de imam van de moskee; die zat op zijn werk. Hij was dolenthousiast en zei dat hij vrijdag in de moskee was, en dat ik dan zeker langs moest komen. Ik zei dat ik dat zou doen. Ik loog. In een moskee.

Ik was niet de enige bezoeker. Ook Mohammed was toevallig aan het shoppen. Hij vroeg me wat ik van de islam vond en waarom ik geïnteresseerd was. Mijn antwoorden vielen goed, hij schaterlachte de hele tijd en hoopte me nog eens terug te zien. Ik mocht die vent wel.

Eindoordeel: Ook hier werd ik goed ontvangen, ook hier beantwoordden ze al mijn vragen, ook hier mocht ik terugkomen wanneer ik wilde, ook hier werd me niks opgedrongen, ook hier lachten mensen vriendelijk naar een ‘heiden’.

Dus… is de moraal van dit artikel al duidelijk of moet ik het nog even uitspellen?