FYI.

This story is over 5 years old.

Vice Blog

OTTOBOY: EENMANSBAND ZIJN MAAKT JE ALCOHOLIST

Foto door Titia Hahne

Wat is een land zonder op z'n minst één fatsoenlijke eenmansband? Gelukkig hebben wij Ottoboy, die in navolging van mannen als John Schooley en Bob Log een gitaar, een basdrum en een hi-hat oppakte en vanuit de Twentse weilanden naar de grote stad toog om daar zijn smerige, rammelende bluesy garagetrash te laten horen. Veel meer woorden wil ik er eigenlijk niet aan vuil maken, want veel meer is het ook niet. Raw und primitive is waar het om gaat. Zo klinkt het en zo hoort het te klinken. Stinken moet het ook. Zijn eerste album heet Down With The Upbeat, en die kun je vast ook wel ergens kopen. Omdat het album nu precies honderd jaar oud is stelde ik Ottoboy een paar vragen.

Advertentie

Vice: Volgens mij heb ik je ooit gesproken na een concert van The Stilettos. Geweldige band, maar toch, waar zij drie man voor nodig hebben, doe jij in je eentje. Kon je niet kiezen uit zingen, gitaarspelen en drummen of ben je gewoon vrij slecht in de omgang met andere mensen?
Jaap Elzenga: Nee, ik ben helemaal niet lastig met mensen. Ik zat een paar jaar geleden in een bandje. We oefenden bij mij thuis en als iedereen dan naar huis ging, bleef ik in m'n eentje over. Dan ging ik gewoon nog de hele nacht door. Het heeft ook voordelen: ik kan lekker improviseren en het geld is allemaal voor mij. Ook staat er nu steeds een krat bier voor mij alleen. Maar daardoor ben ik wel alcoholist geworden. Nooit eenzaam on the road?
Gelukkig heb ik altijd een geluidsman mee. Hij heeft een rijbewijs en een auto. Dat is ook handig aangezien ik nu een alcoholist ben.

Hoe serieus moeten we dat hele trashverhaal eigenlijk nemen? Douche je bijvoorbeeld wel eens en lig je elke nacht stomdronken te kotsen in een weiland bij Enschede?
Ik zie mezelf als de zingende vuilnisman. Ik ben tien jaar lang vuilnisman geweest, daar komt dat hele trashverhaal vandaan. Ik moet wel zeggen dat m'n huis wel weer eens opgeruimd mag worden. En ik woon in een heel vies kraakpand.

Is het belangrijk dat je nummers doorgaans niet langer dan twee minuten duren?
Meestal heb ik maar één of twee ideetjes voor een liedje, en dan heb je het in één á twee minuten wel gehoord. Ik gebruik m'n nummers eigenlijk meer als kapstok om te rocken, en dan kan het alle kanten op vliegen – het liefst uit de bocht. Ik kan me voorstellen dat wanneer je achter je drumstel zit en tegelijkertijd ook nog druk aan het zingen en gitaarspelen bent, het lastiger is om contact met je publiek te krijgen dan wanneer je de vrijheid hebt om in het rond te springen en dansen. Wat is jouw strategie?
Ik heb eigenlijk geen strategie, ik kijk gewoon wat er gebeurt. Gewoon kijken hoe je het stickertje loskrijgt. Ik roep vaak iets van 'huh!' of 'hé!', en als je dan ook maar één reactie terugkrijgt, is het goed. Soms gaat het ook totaal mis, en dan sta je voor lul.

Levert het nog veel groupies op? Want die hou je als eenmansband natuurlijk ook allemaal lekker voor jezelf.
Nee, nee, maar ik heb wel een vriendinnetje die ik heb ontmoet na een concert van mezelf. Groupies zijn zó jaren tachtig.

MARK VAN DER PLOEG