fullsizeoutput_242f
Sport

Hoe de grootste fan van het Nederlandse amateurvoetbal de coronacrisis beleeft

"Het duurt veel te lang."
Dave Aalbers
foto's door Dave Aalbers

De muur in de woonkamer van John Panhuijsen (67) is compleet bedekt met vaantjes van allerlei verschillende amateurclubs. Van v.v. De Gazelle uit Deventer tot attributen van s.v. Vogelenzang. Op zijn salontafel liggen sjaals uitgestald van AVC uit Sexbierum en HVV Tubantia uit Hengelo. Daarbovenop heeft hij nog twee ballen staan. “Ben een beetje voetbalgek,” lacht John.

John draagt zelf een rood shirt van Erica'86, een vijfdeklasser uit de buurt van Emmen. Het shirt heeft hij netjes in zijn broek gestopt. John heeft kort, grijs haar en praat met een Amsterdams accent. “Je bent naast de buren en de familie de eerste die ziet dat tegenwoordig mijn hele huis vol hangt,” zegt hij. De Amsterdammer heeft een bijzondere missie: alle amateurclubs van Nederland bezoeken.

Advertentie
John Panhuijsen

Iedere zaterdag en zondag stapt John in de trein om de voetbalvelden in alle uithoeken te bewonderen. Ik ben niet de eerste journalist die komt kijken naar het museum van John. Maar ik vraag me vooral af: hoe gaat het met John in tijden van corona? Nu al het amateurvoetbal al maanden op zijn gat ligt.

John loopt naar zijn eettafel en pakt een aantal kladblokken waarin hij in allerlei kleuren schema’s heeft bijgehouden. “Volgens mijn telling zijn er op dit moment 2292 amateurclubs in Nederland. Daar heb ik er nu 1604 van bezocht.” Hij voegt er nog wel even aan toe dat hij veel meer clubs heeft gezien, maar er meerdere clubs zijn omgevallen sinds hij in september 1984 met zijn passie begon.

Dit seizoen reisde hij met zijn eersteklas treinabonnement ook stad en land af, tot daar door de pandemie op 8 maart een abrupt einde aan kwam. “Het is heel erg dat het voetbal stilligt,” zegt hij. “Het was mijn doel om ooit in een heel seizoen geen enkele 0-0 te zien.” Dit seizoen stokte de teller op 48 wedstrijden, en bij al die wedstrijden viel een doelpunt. “Dus door de corona is mijn wens wel een beetje in vervulling gegaan.”

John Panhuijsen

“Hiervoor zat ik in een vast ritme,” vertelt John verder. Hij is dit seizoen door weer en wind gegaan en uitgerekend nu het lekker weer en langer licht is, ligt het voetbal stil. John geeft toe dat hij zich soms best wel verveelt zonder voetbal. “Het is best een beetje eenzaam. Gelukkig kan ik soms als vrijwilliger naar het stadsarchief om te werken. Daar heb ik nog wat aanspraak met collega’s, maar ook daar werken momenteel natuurlijk veel mensen thuis.”

Advertentie

John stelt al snel voor om me een rondleiding door zijn flat in Amsterdam te geven. Ook de gang hangt vol met vaantjes en kleine shirts van de meest willekeurige amateurclubs. “Nu ga ik op zaterdag en zondag maar fietsen,” verzucht hij. “Soms ben ik dan wel vijf uur van huis. Laatst ben ik helemaal naar Driemond geweest, maar begon het onderweg heel hard te regenen. Ik heb anderhalf uur onder een tunneltje gestaan om te schuilen. Het is even niet anders.”

John kijkt verliefd naar alle vaantjes en stickers op zijn muur. “Ik mis vooral het reizen en het avontuur. Iedere keer voelt het voor mij als een vakantiedag,” zegt hij. “Als ik bij zo’n club kom, kennen veel mensen me ook van de media of de krant. Dat was altijd zo’n fijn gevoel.” Gelukkig begint het profvoetbal nu wel weer langzaam op gang te komen. “Op Sportschau laten ze zelfs het tweede niveau en de vrouwen zien. Dat vervangt het een heel klein beetje.”

Ik loop achter John aan door de gang richting zijn slaapkamer, toch wel het walhalla van zijn huis. Daar ligt en hangt het ook vol met allerlei prullaria die hij bij zijn bezoeken aan de amateurclubs heeft gekregen: petten, medailles, teddyberen en broodtrommels. Ondanks dat hij momenteel verdrietig is dat het voetbal stilligt, fleurt hij helemaal op nu hij over zijn grote hobby mag vertellen. “Je moet me niet kwalijk nemen dat ik te snel praat, ik ben gewoon overenthousiast. Ik ben al in de zestig, maar voel me nog een jongetje.” Het is hem uiteraard vergeven.

Advertentie
John Panhuijsen

Als ik aangeef dat ik oorspronkelijk uit een klein plaatsje genaamd Huissen kom, tovert hij meteen twee artikelen van de plaatselijke amateurverenigingen tevoorschijn. Daarna trekt hij de kast open om nog meer spullen te laten zien. Ineens heeft hij De Bosatlas van het Nederlandse voetbal in zijn handen. “Ik sta zelfs in de Bosatlas! Grappig toch? Op pagina 37.”

Dat enthousiasme heeft John ook nog iedere keer als hij weer een complex van een voetbalclub op wandelt. Hij zegt dan: “Ik ben John Panhuijsen uit Amsterdam en ik bezoek al 35 jaar amateurclubs in heel Nederland.” Bij iedere club gaan alle deuren voor hem open. “Soms mag ik in de bestuursruimte zitten en krijg ik koffie. Soms zelfs een plakje cake!” Het is ook voorgekomen dat John als Pupil van de Week werd verkozen. “Iemand van in de zestig die de aftrap neemt,” lacht hij. “En ik heb nog gescoord ook!”

Het maakt John geen bal uit hoelang hij moet reizen om weer bij een nieuwe club te komen en weer een andere kantine of tribune te zien. Zo moest hij een keer vanaf een station anderhalf uur lopen om bij zijn gewenste club in Cadzand te komen. Alle profclubs heeft John ook al lang gezien, maar juist de amateurverenigingen vindt hij zo mooi om te bezoeken. “De spelers komen nog gewoon op de fiets, dat vind ik fantastisch.”

John Panhuijsen

Van de slaapkamer van John, loop ik achter hem aan langs de muren vol vaantjes richting zijn woonkamer. Op de tafel heeft hij meerdere mappen klaarliggen met alle artikelen die er door de jaren heen over hem zijn verschenen. Hij pakt er weer een kladblok bij. Hij houdt met lijstjes bij hoeveel programmaboekjes, sjaals en andere artikelen hij heeft verzameld. “Ik heb nu bijvoorbeeld 997 sjaals,” zegt hij. “Ik heb binnenkort weer een jubileum te vieren.”

Advertentie

John vertelt al zoekend door zijn uitgeprinte papieren dat hij veel gekke dingen heeft meegemaakt langs de amateurvelden. Zo eindigde een wedstrijd een keer in 11-4. Hij heeft ook weleens een kat en een konijn over het veld zien rennen. Soms maakt hij ook minder leuke dingen mee. Hij graait tussen zijn spullen op zoek naar een krantenartikel. “Hiero!” roept hij. Boven het krantenartikel staat: Het leek meer op oorlog dan voetbal. John vertelt dat de wedstrijd werd gestaakt en er flink werd gemat, tot de kleedkamer aan toe. “Was ik helemaal naar Terneuzen gegaan, voor maar een halve wedstrijd,” herinnert John zich. Hij vond het maar een enge ervaring in Zeeland.

John ratelt door en bladert door de verschillende kladblokken. Zo heeft hij ook alle oprichtingsdatums van de clubs genoteerd. “Ik weet dat VV Kloetinge bijvoorbeeld op 28 november is opgericht,” zegt hij. “En dan ben ik ook jarig!”

Hij kan niet wachten tot het amateurvoetbal na de zomervakantie weer gaat beginnen. “Het duurt veel te lang,” benadrukt hij. Hij speurt dagelijks het internet af om te kijken of er nieuws is wanneer het amateurvoetbal van start gaat. Ik zet John op verschillende locaties in zijn huis op de foto. “Sta ik er wel goed op?” vraagt hij. Tot slot schiet ik nog een foto van John op zijn bed in zijn slaapkamer. Op de achtergrond de oneindige stickers en vaantjes van Nederlandse amateurclubs. “Ik vind het knap van mezelf dat ik dit allemaal gedaan heb iedere zaterdag en zondag,” zegt John. “Ik mag trots op mezelf wezen.”

-

Tijdens de coronacrisis bellen we met voormalig spelers uit de Eredivisie, om erachter te komen hoe het nu met ze gaat. Van Shinji Ono in Japan tot Jozy Altidore in Canada. Al deze interviews zijn hier te vinden. Naast onze geschreven verhalen en video's hebben we nu ook een podcast: De Wereld van VICE Sports. De afleveringen zijn hier te luisteren bij Apple of hier op Spotify: