Een basisinkomen voor popmuzikanten is zo’n slecht idee nog niet
Illustraties door Sander Ettema

FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Een basisinkomen voor popmuzikanten is zo’n slecht idee nog niet

De economische structuur van de popindustrie moet aangepakt worden om geestelijke gezondheidsproblemen te voorkomen.

Op vrijdag 19 januari hosten wij tijdens Eurosonic Noorderslag in de Oosterpoort een panel over psychische problemen binnen de muziekindustrie. Met Farid Benmbarek (Top Notch), Lucky Fonz III, Geert van Itallie (Melkweg) en Esther van der Poel (PACCT) praten we over dit belangrijke onderwerp dat in de wondere wereld van muziek soms vergeten lijkt te worden. Popmuzikanten hebben bovengemiddeld vaak te maken met geestelijke gezondheidsproblemen. De oorzaak daarvan ligt niet alleen in het brein verscholen, maar heeft ook te maken met de financiële onzekerheid waar muzikanten mee moeten dealen. Daarom stel ik voor om de economische structuur van de popindustrie aan te pakken. Een muzikanteninkomen, afgeleid van het basisinkomen, is zo’n slecht idee nog niet.

Advertentie

De sociale oorzaak van depressies
In een onderzoek van de University of Westminster naar de gezondheid van Britse popmuzikanten gaf zo’n zeventig procent aan te kampen met geestelijke gezondheidsproblemen als depressies. Het gaat om zelfrapportage, dus de kans is groot dat het werkelijke percentage lager ligt. Toch is het waarschijnlijk alsnog veel hoger dan de rest van de bevolking. Opvallend is dat de onderzoekers een directe link leggen tussen dit hoge aantal en de economische situatie van muzikanten: moordende concurrentie en financiële onzekerheid worden als belangrijkste oorzaken genoemd.

De conclusies passen in het wetenschappelijk denken over depressies, waarbij niet alleen naar het brein en traumatische jeugdervaringen wordt gekeken, maar ook naar sociale factoren. Zo wees de UK Council for Psychotherapy er afgelopen zomer op dat de grote toename aan depressies onder werklozen verband heeft met bezuinigingen op sociale zekerheid. Die kennis komt van pas bij beleid om de volksgezondheid te verbeteren: je kunt naast antidepressiva en therapie ook kijken naar maatregelen die de financiële zekerheid van economisch kwetsbare individuen vergroot.

Alle illustraties door Sander Ettema

De financiële situatie van Nederlandse popmuzikanten
Financiële onzekerheid speelt ook in de Nederlandse popindustrie. Ruim de helft van de Nederlandse popmuzikanten verdiende in 2015 zo’n 9000 euro bruto aan hun muziek. De gemiddelde gage per optreden is 125 euro per persoon, maar 40% van de optredens leverde een gage van 50 euro of minder op. Minder dan 30% van de popmusici kan volledig van muziek leven. Optreden is gemiddeld ongeveer de helft van dit inkomen, lesgeven 20%. De meesten doen er nog iets naast.

Advertentie

De afgelopen zeven jaar is er, onder leiding van de VVD, enorm bezuinigd op cultuur. De 200 miljoen die in 2010 uit het cultuurbudget werd gesneden is het bekendste voorbeeld. Maar ook de WWIK (Wet Inkomensvoorziening Kunstenaars) werd afgeschaft. Popmusici maakten daar veel gebruik van. Het was een vier jaar durende variant op de bijstand, specifiek gericht op kunstenaars, zonder sollicitatieplicht, maar met een per jaar oplopende bijverdiennorm. Dat werkte goed: zo’n 80% werkte na 2,5 jaar als zelfstandig kunstenaar, 6% viel terug in de bijstand.

Die bezuinigingen komen voort uit de politieke visie van de VVD. Ze zien het liefst dat cultuur volledig wordt gefinancierd door rijke particulieren en het publiek. Ook popmuziek bekijken ze vanuit het vrijemarktdenken: er is vraag, er is aanbod, iedereen heeft evenveel kans om rijk te worden en als dat je niet lukt, is het je eigen schuld. Deze manier van denken (als je niet rond kan komen, ligt het aan jezelf) kan een gigantische druk opleggen. Factoren die dit gevoel van ‘falen’ (en bijbehorende gezondheidsproblemen) veroorzaken zijn dus deels structureel.

De economie van de kunsten
De belangrijkste reden dat het zo lastig is om van popmuziek rond te komen, is de manier waarop de muziekwereld georganiseerd is. Er is simpelweg weinig geld te verdienen, zelfs als je redelijk populair bent. Zoals gezegd, optredens leveren weinig op. Voor repeteren krijg je vaak niet betaald. Een album opnemen verdien je in het streamingtijdperk niet snel terug: honderd miljoen Spotify-streams van Get Lucky leverden Daft Punk in 2013 slechts 26.000 dollar op. Voor de meeste acts zijn singles en platen geen serieuze bron van inkomsten meer, maar vooral een visitekaartje.

Advertentie

Voor Ronnie Flex is de huidige markt geen probleem. Maar voor zijn Deuxperience-band, waarmee hij elke zaal plat speelt, misschien wel. Als Ronnie besluit om weer met een dj te gaan optreden – wat z’n goed recht is – moeten deze muzikanten op zoek naar nieuwe klussen. Gezien je met de huidige gages nauwelijks kan sparen, brengt dat in de competitieve popwereld veel financiële onzekerheid met zich mee. In het laatste advies van de Raad voor Cultuur kwam naar voren dat zelfs veel landelijk bekende muzikanten niet of nauwelijks rond kunnen komen. Dat geldt zeker voor bands met veel leden, zoals Jungle by Night.

Een muzikanteninkomen
Een structureel probleem verdient een structurele oplossing. Kunst in het algemeen – en dus ook popmuziek – laat zich lastig organiseren volgens het vrijemarktprincipe, zo leert socioloog Pierre Bourdieu. Vrijwel iedereen zal zeggen dat artistiek succes belangrijker zou moeten zijn dan economisch succes. Het gaat om het kunstwerk zelf, de ideeën erachter en de culturele betekenis ervan. Maar dat soort waarden botsen met de economische praktijk: iets dat artistiek innovatief is, levert niet per se veel geld op. Om ervoor te zorgen dat muzikanten met zo min mogelijk stress volgens artistieke principes kunnen werken, is het nodig om na te denken over nieuwe manieren om de popsector te organiseren. Gezien muzikanten hun muziek vrijwel gratis weggeven, lijkt me dat een eerlijke ruil.

Daarom pleit ik voor een muzikanteninkomen: een professionele muzikant die niet van z’n werk kan leven krijgt door de overheid een inkomen op bijstandsniveau uitgekeerd. Naast dit inkomen kan hij of zij blijven bijverdienen. Wie te veel gaat verdienen, krijgt geen muzikanteninkomen meer. Wat betreft ingangs- en evaluatie-eisen zou je kunnen kijken naar opleiding, labelaffiliatie en optredens bij gerenommeerde podia. Een issue blijft de betaalbaarheid. Het vereist politieke wil: de WWIK was te betalen, dus kan een muzikanteninkomen dat ook zijn. Naast publiek geld, zou je aan muzikanten die van de regeling gebruik hebben gemaakt en daarna financieel succesvol zijn geworden, kunnen vragen een klein percentage af te staan.

Een muzikanteninkomen heeft een aantal belangrijke voordelen. Het belangrijkste is dat het popmuzikanten structureel meer financiële zekerheid biedt, om er zo voor te zorgen dat de problemen rondom geestelijke gezondheid afnemen. Er kunnen bovendien positieve neveneffecten zijn. Meer artistieke vrijheid en innovatie bijvoorbeeld, omdat muzikanten meer tijd hebben om te repeteren en experimenteren. Het zou ook tot een inclusievere popsector kunnen leiden. Nu verdient 80% van de vrouwen 18.000 euro of minder per jaar, tegenover bijna 50% van de mannen. Een muzikanteninkomen zou de positie van vrouwen, en andere ondervertegenwoordigde groepen, kunnen versterken. Genoeg redenen, kortom, om het idee serieus te overwegen. Dit artikel vind je in de officiële Eurosonic Noorderslag-guide die gemaakt is door – je raadt het nooit – Noisey. Gedrukt op papier, met een prachtige cover en even mooie stukken, deze week overal in Groningen op te pakken.