Armworstelen.
Sport

Welkom bij de beste armworstelaars van Nederland

"Als ik bij een tegenstander recht in z’n waffel m’n ontlading eruit gooi, loopt het soms bijna uit op knokken."
Dave Aalbers
foto's door Dave Aalbers

Tussen de honderden visgroothandels op een industrieterrein op Urk zit een sportschool verscholen. Het is geen normale gym, maar het hoofdkwartier van twee van de beste armworstelaars van Nederland: Erik Kurvink (36) en Meindert Nentjes (33). Ze vielen eind september weer in de prijzen tijdens het NK. Ze zijn grote jongens in de sport en reizen de hele wereld over om mee te doen aan internationale toernooien.

Advertentie

In Nederland is de sport nog lang niet zo groot als in sommige andere landen. In Amerika worden armworstelwedstrijden bijvoorbeeld live uitgezonden op televisie. Om meer te weten te komen over de sport ging ik naar Urk, om Meindert en Erik te spreken over gebroken armen, grote potten prijzengeld, doping en hun droom om ooit van het armworstelen te kunnen leven.

VICE: Ha mannen, goed feestje gehad na het NK?
Erik: We zijn helemaal los gegaan. Twee biertjes gedronken, het dak ging eraf. Eigenlijk willen we een beetje van dat kroegsportimago af.
Meindert: Het is niet zo dat we constant bezig zijn om niet te drinken, maar rondom belangrijke wedstrijden werken wij net als alle andere topsporters.
Erik: Dat imago komt een beetje doordat armworstelen vroeger vaak op de bar van een kroeg werd gedaan. Onder het mom van: de verliezer betaalt het volgende rondje. Mensen hebben het vaak over armpje drukken, maar dat horen we liever niet.

Stoort het jullie dat andere mensen de sport minder serieus nemen dan jullie?
Erik: Ik heb er inmiddels zoveel schijt aan, dat ik stront tekort kom. We doen de sport ook voor onszelf, en we zijn op veel grote toernooien geweest zoals in Manchester en Las Vegas. Dat geeft wel aan dat het meer is dan alleen armpje drukken.
Meindert: Vroeger ging ik er nog weleens op in, maar tegenwoordig denk ik: ach, zo kennen mensen het nou eenmaal. Ik noem darten ook weleens pijltje gooien.

Advertentie
Meindert Nentjes, armworstelaar.

Hoe zijn jullie begonnen met armworstelen?
Erik: Ik had hier tien jaar geleden op Urk bij een bruiloft van mijn maatje. Er was daar een gozer die heel sterk was, een soort lokale kroegheld. Ik deed een potje tegen hem en die gozer had geen schijn van kans. Hij vertelde me dat er net een nieuwe armworstelvereniging was opgericht op het dorp. “Daar trekken jongens van zestig kilo je armen eraf,” zei hij. Dat beeld bleef nog een paar weken door mijn hoofd malen. Ik besloot eens te gaan kijken en ben nooit meer weggegaan.
Meindert: Ik deed het vroeger weleens voor de lol op school of in de kroeg, tot iemand me vertelde dat er daadwerkelijk wedstrijden in waren. Ik ging eens naar zo’n toernooi in Alkmaar. Ik keek om me heen wat voor figuren er rondliepen en dacht: dit komt wel goed. Nou, ik werd gewoon weggeveegd door een ventje die nog niet eens de helft van mijn lengte en gewicht was. Hoe kan dat joh? De pot erna liet een vent die de pensioenleeftijd al gepasseerd was niets van me heel. Ik ging een beetje sneu naar huis toe. Thuis begon ik met researchen en kwam ik erachter dat de sport veel groter en technischer is dan ik dacht. Vanaf toen was ik compleet door de sport geïntrigeerd en ben ik gaan trainen.

Hoe vaak trainen jullie in de week?
Meindert: Vijf keer per week, waarvan twee trainingen specifiek zijn voor het armworstelen. Vaker is gewoon niet mogelijk. Ik kan heel veel achter elkaar bankdrukken, maar dan vraag ik puur wat van mijn spieren. Bij armworstelen krijg ik steeds klappen op mijn pezen en aanhechtingen. Dus als je vaker dan twee keer in de week gaat trainen, hou je dat een paar maanden vol, maar daarna knapt het af. Je lichaam moet ook heel erg wennen aan de spierpijn in de aanhechtingen en pezen. Die peespijn is echt verschrikkelijk, ik breek nog liever wat.
Erik: Daar is geen woord aan gelogen. Het heeft bij mij een jaar geduurd voordat ik ermee kon leven.
Meindert: Ik heb er vooral aan het begin een aantal keer flink last van gehad. Bij de trainingen parkeerde ik mijn auto vast in de versnelling, want ik wist dat schakelen na de training weleens een probleem kon worden. Dan reed ik op mijn eigen tempo naar huis. De auto achter me had dan wel een probleem.

Advertentie
Meindert Nentjes, Erik Kurvink.

Hebben jullie weleens last gehad van andere blessures?
Meindert: Ik heb mijn bicep, borstpees en de pees in mijn onderarm een keer gescheurd. O ja, ik heb ook nog een zenuwontsteking gehad in mijn hand, en een botsplinter.
Erik: Ik heb in tien jaar tijd alleen een keer twee maanden last gehad van een schouderblessure. Ik vergeet nooit meer dat Meinderts bicep een keer scheurde, in Antwerpen. Zijn bicep leek gigantisch. Mijn eerste reactie was: “Dat wil ik ook!” Het zag er wel vet uit.
Meindert: Het deed wel echt zeer. Toen de pees in mijn onderarm afscheurde, viel de pijn wel mee. Alleen toen ik de volgende ochtend wakker werd, was mijn hele onderarm paars. Stond ik het later bij de huisarts uit te leggen. Die dacht natuurlijk dat ik een of andere pannenkoek was die stoer zat te doen in de kroeg.

Er zijn op YouTube veel compilaties van mensen die hun arm breken bij het armworstelen. Gebeurt dat alleen bij amateurs?
Meindert: Het gebeurt ook weleens bij de profs. Maar ik kan jouw arm niet breken, dat kun je alleen zelf. Een bot kan een druk van honderden kilo’s hebben, maar met een verkeerde draai kan een druk van veertien kilo al genoeg zijn. Een arm breken komt dus alleen voor als je zelf een verkeerde draai maakt.
Erik: Bij mijn allereerste NK zag ik de armworstelaar Ginovi Baskov zijn arm breken. Vooral die schreeuw en het geluid van de breuk vergeet ik nooit meer.
Meindert: Ik krijg ook vaak van die filmpjes doorgestuurd. Ik zet dan het geluid even uit, want dat trek ik echt niet.

Advertentie
Erik Kurvink

Het klinkt als een sport waar kracht en techniek heel belangrijk zijn, maar moet je ook mentaal sterk zijn?
Erik: Zeker, want het is een sport waarbij je één tegen één staat. Als iemand net wat beter is, kan het mentale aspect net het verschil maken. Meindert is iemand die het heel erg in zijn spel betrekt door iemand een beetje te zeiken, of heel erg te gaan wijzen na een overwinning.
Meindert: Ik stond een keer in Engeland tegen de kampioen van Groot-Brittannië. We hadden een super match tegen elkaar: dat zijn zes potjes achter elkaar. Ik wist vooraf al dat ik in zijn hoofd kon kruipen, omdat die Engelsman een hele aardige kerel is. Een dag voor het toernooi kwam hij even gedag zeggen. “Oprotten man, we zijn geen vrienden nu,” zei ik. Later zocht ik hem nog even op: “Goed dat je bent gekomen, want je gaat zometeen af voor eigen publiek.” Op het toernooi zag ik al dat hij met twijfel het podium op kwam. Ik won de eerste pot en zei meteen: “Ik kan dit de hele dag doen, kom maar door.” Zo pakte ik hem op het mentale spelletje.
Erik: Ik ben voor een wedstrijd veel meer in mezelf gekeerd. Ik start altijd explosief en ram er dwars doorheen. Vervolgens schreeuw ik mijn tegenstander recht in zijn bek. Dan kan een duwtje over en weer daarna weleens voorkomen. Soms loopt het bijna uit op knokken, als ik bij een tegenstander recht in z’n waffel m’n ontlading eruit gooi.

Wordt het ook weleens echt matten?
Meindert: Soms bij internationale wedstrijden, voornamelijk tussen jongens uit het Oostblok. Uiteindelijk heb je alleen jezelf ermee als je iemand op z’n bek slaat. Je wordt gediskwalificeerd en vaak komt er ook nog een schorsing overheen. Die ontlading hoort er ook gewoon bij.
Erik: Precies, zeker als ik bijvoorbeeld iemand net kan tegenhouden en alsnog win. Dat is hetzelfde als een kickbokser die iemand knock-out mept of een voetballer die de bal in de kruising parkeert.

Advertentie
Meindert Nentjes, armworstelen

Kun je een beetje geld verdienen met armworstelen?
Erik: In Nederland niet, maar in bijvoorbeeld Amerika, Kazachstan en Rusland wel. Voor die gasten daar is het gewoon hun werk. In Kazachstan worden jochies ook vanaf hun vierde opgeleid op een speciale armworstelschool. Het is daar net zo groot als voetbal in Nederland. De armworstelaars daar zijn echt nationale helden.
Meindert: In 2017 waren we allebei in Las Vegas en daar konden de kampioenen 12.500 dollar pakken. In Amerika is alles helemaal over de top. Daar was bijvoorbeeld ook jarenlang de Harley Pull. Iedere winnaar uit een gewichtsklasse kreeg een sleutel, waarvan er eentje in een splinternieuwe Harley Davidson paste. Er zijn ook gloednieuwe Mustangs de deur uitgegaan.

Lekker.
Meindert: Ja, in veel landen is de sport gewoon veel groter dan hier. In Amerika heb je bijvoorbeeld de WAL, The World Armwrestling League, dat wordt live op ESPN uitgezonden. In Polen is er zelfs een nationaal armworstelkanaal. Ik ben ook een keer op een toernooi in Spanje geweest. Daar zaten tussen de vijf- en tienduizend mensen in de zaal. Ik won dat toernooi en liep van het podium af. Toen vroegen de bodyguards: “Wil je weg of naar je fans?” Ik wist niet wat ik hoorde: naar mijn fans? Stond er een hele rij mensen die een handtekening of een foto wilde. Ik stond er behoorlijk ongemakkelijk bij als nuchtere Hollander.

Armworstelen

Op het internet staat een behoorlijke lijst met armworstelaars die zijn gepakt met doping. Is dit een groot probleem in de sport?
Erik: Op die lijst staan voornamelijk veel jongens uit het Oostblok. Bij een groot toernooi moet één iemand van de top drie vaak plassen als dopingcontrole. Er zijn al verschillende gevallen geweest waarbij mensen hun medaille moesten inleveren. Er is bijvoorbeeld een Rus, die al twee keer door de mand is gevallen. Die is tien jaar geschorst.
Meindert: Die jongens komen vaak uit de achterbuurten van Moskou en hebben de kans op een atletenstatus te pakken. Voor hen is die stap naar dopinggebruik wat sneller gemaakt dan voor ons.
Erik: Het is daar niet de vraag of je het doet, maar vooral hoe je ervoor zorgt dat je niet gepakt wordt. Het is daar een kwestie van precies uitkienen dat je qua kracht piekt en met het plassen net goed zit.

Wat willen jullie nog bereiken in het armworstelen?
Meindert: Aan de WAL meedoen zou wel heel mooi zijn. Ik denk dat wij al op dat niveau zitten. Er zijn wel wat lui waar wij niet bij in de buurt komen, maar dat zijn er niet veel. Er doen ook heel veel mensen mee waarvan ik zeker weet dat we beter zijn. We hebben internationaal al veel bewezen en we horen allebei in de top tien van de wereld. Binnen nu en drie jaar kan ik je een gouden plak laten zien, want dan ben ik wereldkampioen.
Erik: Voor de WAL moet je een uitnodiging krijgen en er hebben al weleens wat buitenlanders meegedaan. Zolang we blijven presteren zit het er zeker in dat we een keer mee mogen doen. De flappen liggen er letterlijk op tafel, dus meer motivatie kun je niet krijgen. Al zou het mij meer om de beleving dan het geld gaan.
Meindert: De droom zou natuurlijk zijn dat we van het armworstelen zouden kunnen leven. Eten, armworstelen en slapen.

Meindert Nentjes en Erik Kurvink.