FYI.

This story is over 5 years old.

Vegan

2018 was het jaar waarin veganisme definitief normaal is geworden

Mensen worden tegenwoordig niet alleen vegan vanwege hun overtuiging, maar ook omdat het simpelweg kan.
Hannah Ewens
London, GB
vegan eten
de auteur die van een vegan maaltje geniet

Als je een paar jaar geleden veganist was, moest je je daar nog weleens voor verantwoorden. Dan kreeg je gelijk de vraag op je afgevuurd waarom je het nodig vindt om voor zo'n levensstijl te kiezen. Vind je dat dieren niet als eten gezien moeten worden? Dat je je ecologische afdruk op de wereld moet verkleinen? Of ben je gewoon een hipster die z’n imago wil oppoetsen door zich een plantaardig dieet aan te meten?

Advertentie

Tegenwoordig is dat anders. Veganisten anno nu hoeven nauwelijks uit te leggen waarom ze vegan zijn, misschien vooral omdat die uitleg ook gewoon niet zo interessant is. Het maakt eigenlijk niemand iets uit – behalve m’n oma dan, die nog steeds nogal verbouwereerd reageert als ik geen melk in m’n koffie doe.

Het hele beeld van veganisme heeft de afgelopen jaren een enorme transformatie ondergaan. In 2014 werd het nog vaak als pretentieus gezien, en in 2016 schreef ikzelf nog dat het regelmatig met clean eating werd verward, terwijl dat toch echt iets totaal anders is. Maar in een tijd waarin plekken als de Vegan Junkfood Bar als paddestoelen uit de grond schieten en je in iedere supermarkt makkelijk aan producten als veganistische kaas kunt komen, is veganisme steeds normaler geworden. Volgens de Nederlandse Vereniging voor Veganisme kent Nederland momenteel 119.000 veganisten. 2018 zou je kunnen zien als het jaar waarin veganisme definitief mainstream is geworden.

Veganisme heeft niet meer dezelfde lading die het eerst had. Je hoeft er veel minder voor op te offeren, en er helemaal niet per se van in de ban te zijn. Het is niet meer zo dat je door veganist te zijn bij een specifieke groep mensen of subcultuur hoort, of een bepaalde levensovertuiging moet hebben – al kan dat natuurlijk ook alsnog wel zo zijn.

1545389897402-image1

Als je goed oplet zie je het overal, zeker als je zelf al lang vegan of vegetarisch bent geweest. Ook de meest breedgeschouderde mannen noemen zichzelf steeds vaker flexitariër of proberen veganisme uit, terwijl ze in zo'n geval vroeger als mietje zouden zijn afgeschilderd. Nog opmerkelijker is dat carnivoren nu vaak in één keer alle dierlijke producten aan de kant schuiven, terwijl dat eerst veel geleidelijker ging. En het gebruikelijker was dat je als vleeseter eerst pescotariër werd, dan vegetariër, en dán pas eventueel veganist.

Advertentie

Het is niet voor niks dat dating-apps voor vegans nooit zo van de grond zijn gekomen – ze laten een vorm van veganisme die al achterhaald was voordat ze überhaupt waren gelanceerd. Een type veganisme dat een ware martelgang moest zijn, alsof het een geloofsovertuiging was waar je je hele leven op moet aanpassen. Dat je niet uit eten kunt gaan zonder dat je een bediende in totale verwarring achterlaat, en vrienden je irritant vinden omdat je je eigen leven bewust een stuk moeilijker maakt – en dus ook dat van hen. Zo'n dating-app is inmiddels totaal overbodig, aangezien de meeste mensen van jouw leeftijd nauwelijks iets tegen veganisme hebben, en de meeste vegans ook zélf vooral jongvolwassenen zijn. Mede-vegans kun je net zo goed vinden op Tinder, of gewoon in het echte tegen het lijf lopen.

2018 was ook het jaar waarin de Britse vegan-activist Wesley Omar ineens een landelijke bekendheid werd, nadat hij een varken uit een dieronvriendelijke boerderij redde. En het jaar waarin de eveneens Britse Jordi Casamitjana naar de rechter stapte omdat hij ontslagen zou zijn omdat hij veganist was – de rechtbank moet beslissen of veganistisch zijn een levensovertuiging of een religie is. En als Jordi de rechtszaak wint – en de kans daarop is redelijk groot, gelet op de vereisten waar veganisme aan moet voldoen om een levensovertuiging genoemd te mogen worden – dan maakt dat de positie van veganisme alleen nog maar steviger.

Dat veganisme normaler is geworden, weerhield organisaties als PETA er niet van om zich fanatiek voor dierenrechten in te blijven zetten. Ze wilden bijvoorbeeld een monument aan de kant van de weg laten neerzetten, als eerbetoon aan de kreeften die bij een verkeersongeluk om het leven waren gekomen. Ook noemden ze melk een "symbool van blanke overheersing" en trokken ze koeienpakken aan, omdat het melken van koeien met "geweld en verkrachting" gepaard zou gaan. En ze publiceerden een lijst met uitdrukkingen die wel wat diervriendelijker zouden moeten zijn: in plaats van "de koe bij de horens vatten" zou je bijvoorbeeld beter "een roos bij de doorns pakken" kunnen zeggen.

1545389963156-image2

Hoewel PETA vaak bekritiseerd is geweest vanwege hun acties, hebben ze met hun gewaagde vorm van activisme veel succes geboekt. “PETA is een organisatie die niet bang is om in het nieuws te komen, of het nou goed of slecht is,” vertelde een woordvoerder van PETA me in 2016. “PETA heeft ook niet het doel om aardig gevonden te worden, maar om een gesprek op gang te brengen. We zijn niet alleen een liefdadigheidsorganisatie, maar ook een protestgroep." De woordvoerder wijst ook op de controversiële campagne die ze eerder rondom bont hebben gemaakt, waarbij beroemdheden "liever naakt waren" dan dat ze bont zouden dragen. Die leidde tot irritatie, maar deed ook de publieke opinie over bont nogal kantelen.

Dat laatste geldt ook voor veganisme. Het hoeft tegenwoordig niet ergens meer voor te staan, en juist dat maakt het succesvol. Dierlijke producten zijn niet langer een vanzelfsprekend onderdeel van het westerse dieet, en als je toch iets zoekt dat lijkt op vlees, dan liggen de schappen vol met vervangers. Mensen zijn niet alleen vegan vanwege hun overtuiging, maar ook omdat het simpelweg kan.