FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

Mijn eerste vriendje was een loverboy en mijn tweede vriendje mishandelde me

Ik ga liever niet terug naar mijn oude woonplaats, omdat ik altijd bang ben om een van mijn twee exen tegen te komen. ​
Milou Deelen
zoals verteld aan Milou Deelen
Naomi* in het opvanghuis waar ze woont – foto door Vera Kurpershoek
Naomi* in het opvanghuis waar ze woont – foto door Vera Kurpershoek 

Deze week publiceren we verhalen van vrouwen die in een opvanghuis wonen, omdat ze door huiselijk geweld thuis niet meer veilig zijn. In Nederland krijgt één op de vijf vrouwen ooit te maken met fysiek geweld dat wordt gepleegd door een (ex-)partner of iemand uit huiselijke kring, en jaarlijks worden 200.000 tot 230.000 volwassenen slachtoffer van ernstig of herhaaldelijk huiselijk geweld.

Naomi* van 24 uit Noord-Holland vertelt hoe zij op haar achttiende in handen viel van een loverboy. Sinds haar achttiende heeft ze gezworven en in verschillende opvanghuizen gewoond, omdat ze in haar eigen woonplaats niet veilig is.

Advertentie

In het ziekenhuis heb ik tegen mijn wil in seks met een jongen gehad die ik niet kende. Toen werd het duidelijk dat mijn vriendje een loverboy was.

Rond mijn achttiende ging ik samen met mijn beste vriendin vaak de stad in, en daar leerden we een groepje jongens kennen met wie we vaak rondhingen in de kroeg. Ik werd verliefd op een van hen, C. Hij gaf me alles wat ik wilde en was heel lief voor me – ik had geen idee dat hij een loverboy was.

In de tijd dat ik met C was, belandde ik door mijn suikerziekte in het ziekenhuis. Er kwam toen steeds een onbekende jongen bij me op bezoek. Ik kende hem niet en wist niet hoe hij wist dat ik daar lag. Achteraf bleek het een vriend van C te zijn.

In het ziekenhuis heb ik tegen mijn wil in seks met hem gehad, en toen werd voor mij duidelijk dat C een loverboy was. Ik lag op de kinderafdeling, en om mij te beschermen heeft het ziekenhuis me toen naar de intensive care verplaatst. Ik kreeg een andere naam, en mensen die mij wilden bezoeken moesten een code doorgeven. C heb ik daarna nooit meer gesproken.

Toen ik uit het ziekenhuis ontslagen werd, was het niet veilig voor mij en mijn familie dat ik thuis zou wonen – C en zijn vrienden mochten namelijk niet weten waar ik was. En nog steeds niet. Ik woonde in verschillende opvanghuizen, totdat ik M leerde kennen. Al snel ging ik met hem samenwonen. Mijn hele omgeving vond dat een slecht idee, omdat hij was al vaak in aanraking geweest met justitie.

Advertentie

Ik ga liever niet terug naar mijn oude woonplaats, omdat ik altijd bang ben om een van mijn twee exen tegen te komen.

M en ik zijn 3,5 jaar samen geweest, en in 2014 kreeg ik voor het eerst te maken met huiselijk geweld. M zou die dag twee scooters verkopen aan een vriend, die uiteindelijk niet kwam opdagen. Hij was daar zo boos over, dat hij mij bij mijn keel greep. Ik heb de politie gebeld, maar ze zeiden dat ze niks voor mij konden betekenen omdat ik hem had teruggeduwd. Uiteindelijk heeft M toch twee weken vastgezeten, voor de openstaande boetes die hij niet betaalde. Ik kon nergens heen, dus gaf ik hem een tweede kans en bleef bij hem.

In die tijd zijn we samen dakloos geweest, hebben we onder toezicht gewoond, en hebben we een half jaar in een caravan gewoond met onze hond. Vanaf dat moment ging het echt mis. We hadden elke dag ruzie om de kleinste dingen, en vooral vaak om geld. Hij schold me uit, en als ik weg liep, kwam hij achter me aan. Ik had regelmatig de neiging om hem te slaan, maar dat heb ik nooit gedaan. Om te voorkomen dat het uit de hand zou lopen en ik zou ontploffen, heb ik aan de bel getrokken. We stonden al een tijdje onder toezicht van een hulporganisatie voor jongeren die het thuis moeilijk hebben, en ik heb toen mijn begeleider ingeschakeld. Zij heeft geregeld dat ik naar de vrouwenopvang kon.

Toen ik hier net woonde, had ik nog contact met M. Maar toen hij vast kwam te zitten voor diefstal, heb ik onze relatie beëindigd. Hij probeert nog wel contact te zoeken met mij en met mijn zusjes, maar ik heb tegen ze gezegd dat ze hem niet moeten vertellen waar ik ben, omdat het niet veilig is.

Advertentie

Mijn moeder woont samen met mijn zusjes een uur verderop, mijn vader is overleden. Heel soms ga ik een weekend naar huis, maar dan vraag ik of mijn zus me komt ophalen met de auto van het station. Ik vertel dan precies hoe laat ik aankom, zodat ik niet met de bus hoef – ik wil geen vijf minuten alleen buiten staan.

Ik ga liever niet terug naar mijn oude woonplaats, omdat ik altijd bang ben om M of C en zijn vrienden tegen te komen. Op mijn moeders verjaardag ging ik met mijn zusje de stad in en kwam ik een vriend van C tegen. Ik schreeuwde tegen mijn zusje dat we moesten rennen. Ze vroeg waarom, en toen heb ik het hele verhaal verteld. Ze zei: “Had het me meteen gezegd, dan had ik hem een stomp op zijn neus gegeven.”

Het moeilijkste was om alles aan mijn moeder te vertellen. Halverwege het gesprek ben ik weggelopen – ik trok het niet.

Binnenkort begin ik met therapie; ik heb nog niks van wat er gebeurd is kunnen verwerken. Ik vind het moeilijk om erover te praten. Sinds ik in handen ben gevallen van loverboys, kan ik niet meer helder nadenken. Het moeilijkste was om alles aan mijn moeder te vertellen. Uiteindelijk heb ik dat gedaan met hulp van een maatschappelijk werker, maar halverwege het gesprek ben ik weggelopen – ik trok het niet.

We hebben er daarna nooit meer over gepraat, maar ze belt regelmatig om te vragen hoe het met me gaat. Ze weet waarom ik hier woon, dat vind ik het belangrijkste. De rest van mijn familie weet dit niet, en dat hoeft ook niet. Op mijn MBO-opleiding kennen ze mijn verhaal wel, omdat ik het heb verteld. Mijn docenten moeten het weten, zodat ze mij in de gaten kunnen houden voor het geval er iets gebeurt.

Sinds een jaar heb ik een nieuwe vriend. Ik heb hem ontmoet toen hij op de fiets voorbijreed, en hij stopte omdat ik achterom keek. Ik heb zijn nummer gevraagd en sindsdien zijn we verliefd. Hij mag hier niet komen, dus ik hoop volgend jaar een eigen huis te hebben dat door de vrouwenopvang wordt geregeld. Ik krijg veel hulp van de mensen hier; het belangrijkste dat ik in het afgelopen jaar heb geleerd, is dat ik weet dat ik er niet alleen voor sta.

Naomi* is een gefingeerde naam

Mocht je na het lezen van dit verhaal met iemand willen praten of op zoek zijn naar hulp, kijk dan op deze site waar je terecht kunt, of neem direct contact op met Stichting Het Kopland: 050 - 599 14 20.

College voor de Rechten van de Mens zet zich tot en met 10 december in voor de Europese campagne UNiTE to end violence against women.