FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

De paranoia-epidemie

Een essay van filosoof Rik Peters over onze honger naar paranoia.
Trevor Paglen, They Watch the Moon, 2010

Wat hebben Dan Brown, Geert Wilders en Slavoj Žižek met elkaar gemeen? Een thrillerauteur met een half dozijn bestsellers op zijn naam, een rechts-populistische politicus en een Marxistische filosoof met een achtergrond in Lacaniaanse psychoanalyse lijken drie volledig verschillende talen te spreken. Maar alle drie hebben ze hun succes te danken aan de manie die typisch is voor onze tijd: paranoia.

Eén van Nederland’s meest succesvolle politici wint zetels door angst te zaaien voor een verborgen grachtengordelcomplot dat met een combinatie van islamisering, kunstsubsidie en Europese samenwerking het land wil vernietigen. De meest succesvolle filosoof van het moment is beroemd geworden door vurige lezingen waarin hij aan de hand van films en moppen toont dat onze blik door ideologie vertekend is. Eén van de meest succesvolle auteurs ter wereld is beroemd geworden met boeken over complotten rondom religieuze, politieke en culturele instituties.

Advertentie

Het succes van deze drie apostelen van het wantrouwen toont onze honger naar paranoia, dat wil zeggen: naar de huis-tuin-en-keukenmanie die achter de verschijningen een diepere werkelijkheid postuleert – een werkelijkheid die spannender, interessanter en enger is dan de wereld van de alledaagse verschijnselen. In het meest archetypische geval van achtervolgingswaanzin leidt een patiënt af uit een krantenkop, een blik van een kassameisje en een overvliegende helikopter dat de KGB achter hem aan zit. Maar ook bijvoorbeeld angst voor ‘subliminal messages’, het idee dat de wapenlobby de wereldpolitiek beheerst en complexe theorieën over symboliek in films gelden als paranoia.

Natuurlijk is paranoia al zo oud als de mensheid zelf: verspreid door volksmeutes tijdens heksenjachten, door intellectuelen in voorspellingen van de dag des oordeels, en typisch voor machtsfiguren van de Romeinse keizers tot Stalin en Joseph McCarthy. Maar de moderne paranoia is anders: niet meer beperkt tot een niche van doemdenkers, maar aanwezig in het hart en de bloedstroom van de cultuur. De populariteit van Žižek, Brown en Wilders toont dat paranoïde ideeën bij een breed publiek in goede aarde vallen. De Illuminati, de Bilderberg-groep en de ‘9/11 truth movement’ zijn niet meer weg te denken uit de populaire cultuur. Links-academische kringen zien overal verborgen uitingen van fascisme, terwijl rechts Amerika overal socialisme in leest. Paranoia woekert tegenwoordig dus voorbij politieke, sociale, nationale grenzen, voorbij het onderscheid tussen links en rechts en voorbij het onderscheid tussen hoge en lage cultuur.

Advertentie

"Paranoia is de epidemie van onze tijd."

Vergelijk het met griep: er waart altijd wel een griepje rond, maar de alarmbellen gaan pas rinkelen wanneer er een epidemie is – bij een massale uitbraak en snelle verspreiding van besmettingen. Paranoia is de epidemie van onze tijd. Uitgebroken rond het jaar 2000, inmiddels verspreid over alle werelddelen en alle sociale klassen, met dagelijks honderden nieuwe besmettingen.

Zoals de pest verspreid werd door ratten, zo wordt paranoia verspreid door het internet. Ieder klein meisje kan er een kinderlokker zijn, iedere financiële transactie kan er miljoenenfraude zijn, iedere blind date kan een seriemoordenaar zijn. Internet is de perfecte voedingsbodem voor deze manie. Doordat het onderscheid tussen schijn en werkelijkheid in een virtuele wereld onmogelijk te bepalen is, kan irrationele angst op internet niet gesust worden. Binnen de logica van online communicatie is er geen enkele garantie mogelijk dat degene met wie je communiceert is wie hij beweert te zijn. Bovendien circuleert alle onbetrouwbare informatie enorm snel, zonder enige vorm van moderatie. Daarom kan een twijfel aan de goede intenties van andere internetgebruikers ongestoord uitwoekeren tot een volledige achtervolgingswaan.

"Het is interessanter om te geloven dat Jay-Z en Beyoncé leiders zijn van de Illuminati dan te geloven dat ze simpelweg succesvolle muzikanten zijn"

Het komt natuurlijk vaak genoeg voor dat schijn en werkelijkheid echt van elkaar verschillen. Maar paranoïde waanbeelden zijn in de regel te herkennen aan het idee dat de verborgen werkelijkheid interessanter en enger is dan de schijn. Het is interessanter om te geloven dat 9/11 een inside job van de overheid was dan om te geloven dat de VS de consequenties van een agressieve buitenlandpolitiek op hun bord kregen. Het is interessanter om te geloven dat Jay-Z en Beyoncé leiders zijn van de Illuminati dan te geloven dat ze simpelweg succesvolle muzikanten zijn.

Advertentie

De gevallen waarin algemene paranoia wel gerechtvaardigd lijkt , zoals de afluisterpraktijken van de NSA, zijn over het algemeen ‘selffulfilling prophecies’: doordat het internet veiligheidsinstanties infecteert met paranoia (achter iedere avatar kan een terrorist zitten), documenteren instanties als de NSA alles, waardoor de achtervolgingswaan van de doorsnee internetgebruiker nog een extra impuls krijgt. De ongrijpbaarheid van het internet vlamt overheidsparanoia aan, waardoor de complottheorieën van de gemiddelde internetgebruiker bevestigd worden.

Wanneer de diagnose van een epidemie gesteld is, wat is dan het plan van aanpak? De normale gang van zaken is quarantaine of algemene vaccinatie. Beide routes zouden erg onhandig zijn. De enige manier om op internet quarantaine af te dwingen is grootschalige censuur, wat paranoia alleen maar in de hand zou spelen. Ook vaccinatie is alleen mogelijk door middel van een gecentraliseerde actie – wat alleen maar meer complottheorieën zou genereren.

De laatste manier waarop een epidemie kan verdwijnen is dat ze uit zichzelf wegtrekt: een ecosysteem ontwikkelt na verloop van tijd zelf een afweermechanisme tegen een virus dat het bedreigt, waardoor de besmetting afneemt. Voor onze paranoia-epidemie is dit de enige hoop.

Steeds wanneer er een nieuw medium verschijnt brengt dit een golf van manie met zich mee, die wat tijd nodig heeft om weg te trekken. Het bekendste voorbeeld is de hysterie na de uitzending van Orson Welles’ hoorspel War of the Worlds: het radiopubliek was nog niet gewend om kritisch om te gaan met radionieuws, waardoor het bericht van een buitenaardse invasie op aarde zonder meer werd geloofd. Het is nu vrijwel ondenkbaar dat een enkele radio-uitzending zo’n enorme paranoia teweeg kan brengen: de cultuur is immuun geworden.

Het wachten is dus op natuurlijke afweermechanismes tegen internetparanoia. Het wachten is tot digitale communicatie zijn definitieve vorm heeft gevonden en zich mechanismen van controle en moderatie kunnen ontwikkelen. Tot er een echtheidskeurmerk voor websites en mailadressen is, tot er een onzinfilter op Google zit, en tot doemdenkende youtube-commentatoren niet meer geloofd, maar genegeerd worden. Het wachten is tot het internet volwassen wordt.

Dit essay verscheen ook bij deFusie. Wil je hier meer over horen? Rik Peters is aanstaande donderdag te gast bij De Idee, een filosofische talkshow in de Stadschouwburg