We spraken met vluchtelingen die in verlaten Servische fabrieken wonen

FYI.

This story is over 5 years old.

vluchtelingen

We spraken met vluchtelingen die in verlaten Servische fabrieken wonen

“Ze ontvangen je hier met een welgemeend "Welkom in Europa, we gaan je doden.”

Het is anderhalf jaar geleden dat Jamal* zijn huis verliet in Kunduz in Afghanistan. De laatste zeven maanden zit hij vast in Servië, achter het hek dat onlangs werd gebouwd in opdracht van de Hongaarse regering, onder leiding van premier Victor Orban. Jamal wacht met zo'n tweehonderd anderen op een kans om de grens over te steken. Ondertussen overleven ze in een verlaten baksteenfabriek bij Subotica, in het noorden van Servië. Hij weet niet wat verder weg voelt: zijn huis, zesduizend kilometer naar het Oosten, of de Europese Unie, twintig kilometer naar het Westen.

Advertentie

Jamal heeft een paar keer geprobeerd om over het hek te springen, maar werd steeds betrapt door grenswachters. "Ze lieten de honden op ons los toen we het laatst probeerden," zegt Jamal. "Ze ontvangen je hier echt met een welgemeend: welkom in Europa, we gaan je doden." Hij toont me de verwondingen die hij heeft opgelopen.

Jamal

De 22-jarige Hamza komt uit Pakistan. Hij is al drie jaar en vier maanden op de vlucht, sinds zijn familie door de Taliban uit hun huis is gezet. De laatste maanden in de fabriek heeft hij de hoop verloren ooit nog Hongarije binnen te komen. Toch denkt hij niet aan opgeven.

Afgelopen winter kwamen er zo'n honderd vluchtelingen per dag in Servië aan, de meeste uit Afghanistan en Pakistan. Sommigen melden zich niet bij de autoriteiten, omdat ze bang zijn voor deportatie. Ze gaan niet naar officiële vluchtelingenkampen, maar slapen buiten of in verlaten fabrieken. Alle vluchtelingen die in of bij de verlaten fabrieken verblijven zijn mannen, en de meeste reizen solo. Ze zijn zwaar afhankelijk van vrijwilligers, die langskomen om voedsel, kleding en dekens te brengen.

Elektriciteit en stromend water zijn er niet, dus ook geen wc's en douches. NGO's hebben kritiek geuit op de Servische overheid, die niet genoeg zou doen voor mensen die vastzitten in het land. Anderzijds kan een arm land als Servië ook maar beperkt hulp bieden, nu hun buurland de grenzen heeft gesloten. Terwijl de Hongaarse overheid een tweede hek aan de grens met Servië heeft aangekondigd, moet de EU nog met een humaan plan komen voor de mensen die vast zitten achter het eerste hek.

Advertentie

Fayaz heeft de laatste maanden doorgebracht in dezelfde fabriek als Hamza en Jamal. Hij is midden twintig en komt uit Afghanistan. "Weet jij wat oorlog betekent?" vraagt hij me, als ik zijn foto heb genomen. "Ik heb oorlog gezien," zegt hij, "en ben gevlucht. Maar dat betekent niet dat ik nu veilig ben."

*Jamal heeft gevraagd of we zijn echte naam niet wilden gebruiken.

Scroll verder voor meer foto's van Klaus

Hamza

Vrijwilligers brengen eten naar de verlaten baksteenfabriek bij de Servisch-Hongaarse grens

Fayaz