Yung Nnelg is lekker bezig in de Nederlandse hiphopgame. Zo bracht hij vorig jaar, na talloze bejubelde tracks met de andere leden van SMIB, zijn langverwachte EP’s Contra en Serena uit, en schoot hij de ene videoclip na de andere. Maar naast muziek heeft de 23-jarige rapper uit Amsterdam-Zuidoost nog een ander talent: hij kan namelijk een aardig potje koken. Zijn vrienden van The New Originals (TNO) hebben hem dan ook niet zonder reden gevraagd om volgende week een dag chef-kok te zijn bij hun tijdelijke milkshakebar.
MUNCHIES was benieuwd naar de kookkunsten van Nnelg, dus we vroegen hem of hij zijn specialiteit, Ghanese jollof, samen met ons wilde maken. Dat wilde hij wel.
Videos by VICE
We spreken af bij Yung Nnelg thuis in Amsterdam. Hij woont in een ruim appartement, dat zowel zijn huis als zijn werkplek is. Nnelg vertelt dat hij ‘s ochtends meestal vroeg opstaat om in zijn woonkamer muziek te maken: “Dan zit ik namelijk nog heel erg in die ochtend-high, waardoor ik heel productief ben.” Zijn huisgenoot Kiet en jeugdvriend Eben zijn ook thuis, en zitten aan de eettafel waar de microfoon binnen handbereik staat. De ingrediënten voor de Ghanese rijstschotel liggen al klaar in de keuken.
Tekst gaat door onder de afbeelding
Nnelg begint met de uien. Als hij ze heeft gepeld, pakt hij een grote blender uit de kast, waar hij de uien in gooit. “Ik houd dus niet echt van uien, maar ze horen wel echt in de jollof,” zegt hij. “Daarom hebben mijn ma en ik ooit bedacht om de uien te pureren. Dan komt de smaak wel in het gerecht terug, maar dan hoef ik het niet te zien. Hetzelfde heb ik met tomaat.” Nnelg zet de keukenmachine aan. Ik vraag hem of hij ook altijd zijn hamburgers zonder ui en tomaat bestelt. “Ja, zonder ui en tomaat, maar mét augurk. Die augurk haal ik er dan wel af, maar dan proef ik die smaak nog wel.” Tevreden kijkt hij hoe de stukken ui veranderen in een witte puree. “Kijk, daar is de uienpuree. Nu kunnen we beginnen.”
Terwijl Nnelg op zoek is naar iets om een blikje pekelvlees mee open te maken, vertelt hij hoe hij dit recept op zestienjarige leeftijd van zijn moeder leerde. “Mijn moeder ging drie weken op vakantie naar Ghana en ik bleef alleen thuis met mijn broertje. Ik moest voor hem zorgen en daarom had ze me geleerd om dit te koken. Ik zag die drie weken echt als een test voor het leven en mijn mannelijkheid. Nu heb ik mijn eigen huis en weet ik dat daar bepaalde plichten bij horen. Het is hier bijvoorbeeld altijd opgeruimd en netjes – niet alleen omdat jullie hier nu zijn. Mijn moeder heeft me dat bijgebracht.”
“Dat is best bijzonder,” gaat Nnelg verder. “In de Ghanese cultuur heerst normaal gesproken een beetje het idee dat de vrouw in de keuken hoort. Maar mijn moeder had zoiets van: schijt, jij moet het ook gewoon leren. Eigenlijk ben ik daardoor best wel genderneutraal opgevoed.”
Als het blikje pekelvlees open is, vertelt Nnelg dat hij eigenlijk niet zo van dit ingrediënt houdt: “Vlees uit blik is helemaal geen chill idee, maar je moet de jollof ermee maken.” Hij gooit het vlees bij de uienpuree in de stoofpan.
“Er is eigenlijk een hele strijd gaande over dit gerecht,” vervolgt Nnelg, terwijl hij ondertussen de tomatenpuree in de pan doet. “Het gaat over de vraag uit welk land het nou precies komt, en wordt gevoerd tussen Ghanezen, Nigerianen en Senegalezen. Het verhaal gaat dat het gerecht uit Senegal komt, of laten we zeggen: uit de streek waar het huidige Senegal ligt. Maar de grenzen in Afrika zijn natuurlijk heel arbitrair getrokken, dus eigenlijk zullen we er nooit achter komen uit welk land de jollof echt komt. Ghanezen zeggen dat de jollof uit Ghana komt, en dat zij de lekkerste maken. De Nigerianen zeggen hetzelfde over zichzelf. De Senegalezen zijn eigenlijk stil, maar zijn er ook van overtuigd dat ze ermee zijn begonnen. Maar ja, naar mijn mening is de Ghanese natuurlijk de beste.”
Het gerecht begint vorm te krijgen. De basis van uienpuree, tomatenpuree en pekelvlees begint op te borrelen. Nnelg doet de kruiden erbij: nootmuskaat, kerrie, cayennepeper en chilipoeder. Tussendoor vraag ik hem of hij zelf vaak naar Ghana gaat. “Ik was er vorig jaar nog,” zegt hij, terwijl hij het water voor de rijst begint af te meten. “Het was echt leuk. Ik was er al zes jaar niet meer geweest. Toen ik er weer was, begreep ik ineens weer waar bepaalde gewoontes van mij vandaan komen.Toen je hier net bijvoorbeeld binnenkwam, vroeg ik of je jouw schoenen uit wilde doen. In Ghana is dat een gewoonte; mensen doen het daar uit zichzelf.”
Nnelg spoelt een plastic zak af en legt die op de jollof in de pan. “Dit is de geheime truc. Als de jollof de juiste temperatuur heeft, dan dek je het af met een plastic zak. Ik weet eigenlijk niet precies waarom, maar het moet wel. Als mensen dit lezen, gaan ze zeker commenten dat het ongezond is om plastic op je eten te doen.” Terwijl ik zie hoe Nnelg zorgvuldig de plastic zak op het rijstmengsel legt, zegt hij: “Nu moeten we het twintig minuten laten borrelen.”
Ik vraag Nnelg waarom hij ervoor heeft gekozen om nou juist dit gerecht voor ons te maken. “Ik wil de Ghanese keuken graag aan mensen introduceren, want weinig mensen hier in Nederland kennen het. Dat is zonde, want het is superlekker. Zeker dit gerecht, dat we nu compleet gaan maken met bakbanaan en kip.” Nnelg snijdt de bakbanaan in kleine stukjes, en legt die op de bakplaat. “Dit wordt een snackje voor zo meteen, terwijl we wachten tot de jollof klaar is. Dat duurt namelijk nog wel even.”
Als de bakbanaan in de oven zit, vertelt Nnelg wat zijn jollof zo speciaal maakt: “Het is gewoon mijn hele manier van voorbereiden. Dat heeft eigenlijk niets met eten te maken, maar ik trek bijvoorbeeld altijd een chille outfit aan, en kom helemaal in die positieve kookvibe. Die energie proef je terug in mijn jollof.” Ik denk hardop aan de mensen die weleens zeggen dat ze proeven dat iets met liefde is gemaakt. “Juist! Daarom vind ik het ook altijd zo chill om naar lokale toko’s te gaan. Ik vind het eten daar meestal veel lekkerder dan in al die haute cuisine-restaurants, waar de koks altijd gestrest zijn.”
Nnelg roert nog een keer door de jollof en legt de plastic zak er weer op. Dan bakt hij de kip. “We zitten nu bijna in de laatste fase,” zegt hij. “De kip stop ik zo nog ongeveer tien minuutjes in de oven, en dan kunnen we eten.” Het huis ruikt inmiddels naar een mengsel van gebraden kip, jollof en bakbanaan. Door al die geuren begint mijn maag flink te knorren. Dankbaar neem ik een bakje bakbanaan aan. Ik begin te begrijpen waarom TNO hem heeft gevraagd om een dagje te komen koken bij de milkshakebar. “We zijn met onze vriendengroep al best vaak met elkaar naar het buitenland geweest. Ik ben dan meestal wel de persoon die dan gaat koken. Ik denk daar ook niet echt bij na – het gaat gewoon vanzelf. Iedereen heeft ineens z’n functie, en toevallig loopt het vaak zo dat ik de kok ben.”
Als Nnelg de kip uit de oven heeft gehaald, maakt hij de borden op. “Koken moet uiteindelijk vooral gewoon gezellig zijn. Het draait natuurlijk wel om het eten, want dat is het middelpunt. Maar ook het sociale gedeelte hoort erbij. Ik denk dat ik het daarom zo leuk vind,” zegt hij. “Eet smakelijk!”
Wil je de jollof van Yung Nnelg ook proeven? Kom dan gezellig langs bij de tijdelijke milkshakebar van The New Originals, waar Yung Nnelg en andere vrienden van TNO een dagje komen koken. De milkshakebar is van 28 april tot en met 5 mei geopend op Spui 23 in Amsterdam.