Iraanse muzikanten verdienen iets beters dan de documentaire ‘Raving Iran’

FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Iraanse muzikanten verdienen iets beters dan de documentaire ‘Raving Iran’

De boodschap die de film overbrengt is problematisch, of dit nu bewust gebeurt of een ongelukkig misverstand is.

Je hebt inmiddels ongetwijfeld gehoord over de documentaire Raving Iran. Zo niet: geen zorgen, daar heb je de rest van dit artikel voor. Ik, als Iraanse technoliefhebber, kreeg de trailer doorgestuurd van een stuk of vijftien verschillende vrienden. De documentaire van Susanne Regina Meures, volgt twee techno-dj’s uit Iran – Arash Shadram en Anoosh Raki van Blade&Beard – terwijl ze hun dromen waar proberen te maken in de Islamitische Republiek Iran.

Advertentie

Het zal je niet verbazen dat dit niet eenvoudig is. De Iraanse overheid staat bekend als onderdrukkend als het gaat om publieke vertoningen van ‘westerse’ muziek, en de jeugdcultuur in het land speelt zich voornamelijk af in de underground. Kort samengevat: we zien de twee jongemannen draaien op privéfeestjes, op een illegale rave in de woestijn, 1600 kilometer van Teheran. We zien hoe ze proberen (en falen) om hun muziek uit te brengen via de officiële kanalen, tegengehouden worden door de politie, zich zorgen maken over de toekomst en alle andere dingen die komen kijken bij opgroeien in Iran. Uiteindelijk worden ze uitgenodigd om te draaien op de Street Parade in Zwitserland, het grootste technofestival van Europa, waar meer dan een miljoen mensen op afkomen. Ze moeten daar beslissen of ze die kans aangrijpen om asiel aan te vragen en Iran achter te laten voor een ‘vrijer’ leven in het Westen.

De documentaire duurt een uur en is uit veiligheidsoverwegingen en vanwege privacy voor een groot deel gefilmd op mobiele telefoons in het donker. De film kreeg lovende recensies van de muziekpers, en volgens de regisseur ook van veel Iraniërs. De film was te zien op meerdere internationale filmfestivals, van Belgrado tot Toronto en werd opgehemeld als een fascinerende kijk in de elektronische muziekscene van Iran, een land dat voor veel mensen gehuld is in mysterie en onbegrip. Die twee dingen zijn uiteindelijk ook de reden waarom deze documentaire bestaat.

Advertentie

Mijn twijfel over deze documentaire begon toen ik de trailer zag. “Twee dj’s riskeren elke dag zware straffen,” krijgen we te horen. “Alleen maar omdat ze hun dromen volgen.” Ik rolde met mijn ogen. Na jaren van complete stilte en desinteresse over de muziekscene van Iran, werd het recentelijk ineens een van de favoriete onderwerpen van de muziekindustrie. Het discours rond Iran wordt gedomineerd door onderwerpen als onderdrukking en ballingschap. Ik zag de bui al hangen: nog meer journalistiek over Iran met deze invalshoek. Mijn vrees werd werkelijkheid nadat ik de film daadwerkelijk te zien kreeg. De documentaire werd omschreven als een portret van ‘feesten als verzet’, een slogan die verdacht veel lijkt op andere oriëntalistische uitspraken die vaak gedaan worden over Iran (bijvoorbeeld ‘Achter de sluier’). Het lijkt erop dat elk portret over Iran te maken heeft met ‘verzet’, of het nou gaat om je haar blonderen of twee liedjes in elkaar mixen terwijl je één vuist in de lucht heft.

Meures besloot deze documentaire te maken nadat ze een artikel las over technofeesten in de Perzische woestijn. “Ik las dat en dacht: wow, seks, drugs en rock-‘n-roll in een van de meest onderdrukkende regimes ter wereld,” vertelde ze me aan de telefoon vanuit Duitsland. “Ik wilde geen film maken over technofeesten, maar ik wist dat dit aspect kon leiden naar iets interessants waar nog niet veel reportages over waren.”

Advertentie

Mijn grootste kritiekpunt na het zien van de film, was dat hij gemaakt is door een witte, Europese vrouw, die Iran bekijkt met een westerse blik. Het leek me dat er een aantal scenes in zitten puur en alleen om de westerse kijker te laten zien hoe vreemd en repressief Iran is. Meures ontkent dit niet als ik dit punt aan haar voorleg. “Absoluut, ik denk dat de film gemaakt is voor westerse ogen. Ik denk dat dit belangrijk is, omdat die westerse ogen het anders niet zouden begrijpen. Het zou niet werken als het te cryptisch was, of diepgeworteld zat in een cultuur en een mentaliteit die ze niet echt begrijpen, omdat ze nooit in Iran zijn geweest.”

Dat is begrijpelijk, maar het eindresultaat lijkt situaties te manipuleren. Het wil het zijn van een muzikant in Iran moeilijker laten lijken dan het al is. Films als deze kunnen zorgen voor meer begrip bij het westerse publiek dat Iran niet begrijpt, maar het laat het perspectief van echte Iraniërs achterwege. Een scène die me is bijgebleven gaat erover dat Blade&Beard een winkelier zover proberen te krijgen dat hij hun cd’s gaat verkopen. Het zal je niet verbazen dat die poging mislukt. Mahdyar, een Iraanse producer en pionier in de Iraanse hiphopscene, herinnert zich dat hij moest lachen bij het zien van die scène. “Wie doet zoiets? Er is gewoon internet in Iran, net als in het grootste deel van de wereld. Wie koopt er nog cd’s? Wie probeert er illegale cd’s genaamd blade&beard met Engelse teksten op het hoesje in een Iraanse winkel te verkopen? Elke Iraniër met een stel hersens snapt dat zoiets niet werkt. Je kan dit geen documentaire noemen, omdat in werkelijkheid niemand het zo zou aanpakken. De regisseur heeft dit overduidelijk in scène gezet voor het westerse publiek dat er niks van begrijpt.” In dit opzicht is de film misschien ‘echt’ op een basaal niveau, maar als je goed kijkt klopt er weinig van. Net als in de rest van de wereld, speelt het grootste deel van de Iraanse muziekscene zich af op internet. Cd’s zijn overbodig. De documentaire werd gefilmd in 2014, maar zelfs dan is het onrealistisch. Deze scène lijkt puur te bestaan om Iran als vreemde, onderdrukkende plek te bevestigen.

Advertentie

Er ging ook nogal wat mis met de ondertiteling. Die waren vaak verkeerd of zelfs misleidend. Mahdyar wijst naar een scène waarin de dj’s skypen met een adviseur voor asielverzoeken, om informatie te krijgen over wat voor soort asiel ze aan kunnen vragen en wat hun kansen zijn. De adviseur zegt: “Het is niet genoeg om te zeggen dat je mee hebt gelopen in demonstraties, je moet serieuze, fundamentele problemen hebben met het regime.” Dit wordt vertaald als: “Je hoeft niet mee te lopen in demonstraties, het is genoeg om het regime af te keuren.” Ik hoef je hopelijk niet uit te leggen dat die twee dingen iets heel anders betekenen. De originele quote focust op de bureaucratie waar asielzoekers mee moeten worstelen om veiligheid te vinden, terwijl de ondertiteling veel meer gefocust is op ‘het regime’. De aanpak van Meures verdraait op een smerige manier het beeld dat veel mensen hebben die oprecht asiel aanvragen. Het lijkt misschien klein, maar deze documentaire vertegenwoordigt een andere werkelijkheid. Eentje die niet bestaat.

De ondertiteling laat ook weinig ruimte over voor sarcasme, humor of nuance. Het taalgebruik van Iraniërs zit vol hyperbool die wel begrepen wordt door mensen die de taal goed spreken, maar niet goed kan worden vertaald. Alles in deze documentaire wordt klakkeloos vertaald, waardoor het beeld dat geschept wordt van Iran op een veel grotere dystopie lijkt dan het in werkelijkheid is. Iran heeft problemen, en die hoeven echt niet overdreven te worden om een interessant verhaal te maken. De realiteit van muzikanten is moeilijk genoeg zonder toegevoegde drama. Dit komt het duidelijkst naar voren in een scène waarin een winkelier tegen Blade&Beard zegt dat ze zullen worden vermoord als hun muziek politiek geladen is. Deze scène wordt gepresenteerd als een schokkende kijk in het autoritaire regime van Iran, maar het is enorm overdreven. Er is nog nooit iemand vermoord in Iran voor het maken van muziek. Vorig jaar waren er roddels op het internet over een Iraanse metalband die geëxecuteerd zouden worden omdat ze de islam hadden beledigd. Dat bleek niet zo te zijn, al werden ze wel gearresteerd.

Advertentie

Raving Iran presenteert zich als documentaire, en het beeld dat geschept wordt van het leven in Iran is gelimiteerd – al is het in dat opzicht geworteld in de waarheid. Maar de regisseur lijkt te verdwalen in haar eigen visie. Een realistischer portret is te vinden in No-one Knows About Persian Cats, ­­­een semi-fictieve film uit 2009 over de problemen waar muzikanten in Iran mee te maken krijgen. De film werd geregisseerd door de Koerdisch-Iraanse Bahman Ghobadi en volgt twee jonge rockmuzikanten die een band vormen en zich voorbereiden om Iran te verlaten, kort nadat ze vrijkomen uit de gevangenis – een plot dat niet ver verwijderd is van het verhaal in Raving Iran. Maar waar de focus in Raving Iran ligt op hoe ‘vreemd’ en ‘raar’ het land is, is NOKAPC veel intiemer en genuanceerd in het laten zien van het leven van Iraanse muzikanten. Er zijn realistische scènes waarin mensen gearresteerd worden voor alcoholbezit en buitenlandse dvd’s, illegale raves waar politie-invallen zijn met dodelijke gevolgen, en heavymetal-optredens in koeienstallen. Zo laat deze film zien dat er geen noodzaak is voor sensatie als de realiteit al zo bizar is.

Ash Koosha, een Iraanse muzikant die in de film te zien was en nu in Londen woont, heeft ook problemen met het verhaal van Meures. “Voor mij gaat Raving Iran over een ongeïnformeerd of bewust uitbuitende Europese regisseur die haar sociaal-politieke gedachten heeft uitbesteed aan twee dj’s uit het ‘ontwikkelingsland’ Iran,” vertelt hij me. “Er is geen twijfel over het feit dat Iran een van de meest problematische en verwarde landen is als het gaat over mensenrechten en intellectuele en politieke vrijheid, maar het lijkt er voor mij op dat ze deze dj’s heeft gebruikt om haar Europese perspectief te projecteren. Het is uitbuiting om selectief een aantal karikaturale clichés gebaseerd op bestaande sociale en politieke problemen in het Iran van na de revolutie te gebruiken. Het is bovendien totaal betekenisloos voor het verhaal in deze film.”

Het is onduidelijk of de documentaire dingen bewust verkeerd interpreteert, of dat het gewoon een ongelukkig mistverstand is. Wat het ook is: de boodschap die het overbrengt is problematisch. Als ik Meures vraag of er dingen zijn waar ze spijt van heeft bij het maken van de film, zegt ze: “Nee, zeker niet nu de film het zo goed doet, waar ik erg dankbaar voor ben. Natuurlijk had het achteraf een andere film kunnen worden, maar toen ik het maakte, was dit wat ik had en waar ik het mee moest doen. Ik denk dat een ‘making of’ van de film nog beter had geweest, omdat ik dan de moeilijkheden van het maken ervan had kunnen laten zien op een luchtigere manier. Dat had misschien nog meer kunnen zeggen over de omstandigheden van het leven in Iran, of het maken van een film in Iran.”

Als je het mij vraagt, is Raving Iran geen documentaire. Scènes van illegale housefeesten met daaronder oriëntaalse housemuziek die overgaan in de oproep tot gebed zijn banaal.

Arash en Anoosh, de dj’s die gevolgd worden in Raving Iran, hebben sinds het verschijnen van de film twee jaar doorgebracht in een vluchtelingenkamp in Zwitserland. Onlangs werd hun de toegang tot Engeland ontzegd. Er is genoeg aan hun verhaal dat laat zien welke moeilijkheden Iraanse jongeren mee te maken krijgen als ze dromen proberen na te jagen die het regime niet tolereert, zonder een laag sensationele hysterie. In dat opzicht laat Raving Iran een boel te wensen over.