Mensen met een reukstoornis vertellen hoe je snipverkouden alsnog lekker eet
Illustratie door Sander Abbema

FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Mensen met een reukstoornis vertellen hoe je snipverkouden alsnog lekker eet

“Van snotterige substanties als doorgekookte asperges of oesters word je echt niet vrolijk.”

Als je een flinke verkoudheid hebt opgelopen, en een soort labiel weekdier bent geworden dat de hele dag zijn halve neusinhoud naar buiten snottert, is er een dikke kans dat je ook wat minder goed ruikt. En dat kan behoorlijk zuur zijn. Niet alleen omdat je dan totaal niet meer door hebt wanneer je stinkt, maar ook omdat je je eten veel minder goed proeft. Je reukvermogen speelt daar namelijk een grote rol in; de basissmaken zoet, zuur, zout, bitter en umami kun je nog proeven, maar voor alle nuances daaromheen ben je toch echt aangewezen op je neus.

Advertentie

En eten zonder te kunnen ruiken is nogal saai. Zet anders een keer een wasknijper op je neus terwijl je een lekker gekruid gerecht oppeuzelt. Dan kan je nog zoveel kardemom en kruidnagel in je curry madras hebben geflanst, maar het enige dat je proeft is een prutje rijst met een wat zoutig sausje eroverheen. En dan kan je nog zoveel knoflook en komijn in je Marokkaanse tajine met lamsvlees laten sudderen, maar wat rest is een schotel met wat laffe stukjes vlees erin.

De vraag is dus hoe je als snipverkouden persoon tóch nog een beetje van je eten kunt genieten. Wie daar al een stuk langer over hebben nagedacht, zijn mensen met een reukstoornis. Mensen die niet of nauwelijks kunnen ruiken, of van wie de waarneming van geuren juist vervormd is – wie bijvoorbeeld kakosmie heeft, kan een vieze stank ruiken terwijl daar helemaal geen aanleiding voor is. Deze reukstoornissen kunnen aangeboren zijn, maar ook het gevolg zijn van hoofdletsel of een infectie.

We vroegen een stel mensen met reukstoornissen hoe je toch nog een beetje van eten kunt genieten als je neus is uitgeschakeld.

Julie Velthoven (20), kan haar hele leven al niks ruiken

MUNCHIES: Hoe kwam jij erachter dat je niks kunt ruiken?
Julie: Op de basisschool kregen we een keer les over zintuigen. We werden geblinddoekt en kregen allerlei kruiden voor onze neus, en we moesten raden welke dat waren. Denk aan oregano, thijm, dat soort dingen. Ik had er niet één goed. Na wat onderzoeken en testjes kreeg ik de diagnose anosmie, en dat luchtte wel op. Ik begon al aan mezelf te twijfelen, maar wist nu tenminste waar het aan lag. Mijn zenuwen zetten de geurprikkels simpelweg niet om.

Hoe merk je dit tijdens het eten?
Ik proef alleen de basissmaken. Bij Fruittella-snoepjes kan ik geen onderscheid maken tussen aardbei en citroen, maar ik kan wel zeggen dat het gewoon heel zoet is. En als ik bijvoorbeeld met vrienden langs een warme bakker loop, krijgen zij ineens trek van die geur van versgebakken broodjes, terwijl het voor mij gewoon voelt alsof er een glazen wand tussen zit. Verder stond ik laatst met een vriendin bij een viskraampje te wachten, en kneep ze haar neus dicht voor de heftige geuren die er vanaf kwamen. Het schijnt best een sterke geur te zijn, maar zelf heb ik daar dus absoluut geen last van.

Advertentie

"Ik heb geen flauw idee wat komijn zou moeten toevoegen. Dat is toch dat spul in het gele potje?"

Ik ben nooit een goede eter geweest, maar vind het wel steeds leuker om te koken. Al kan ik niet veel anders dan het simpel houden; ik heb geen flauw idee wat komijn bijvoorbeeld zou moeten toevoegen. Dat is toch dat spul in het gele potje? Tijdens het koken heb ik trouwens ook weleens dat ik per ongeluk het gas open laat staan – gisteren nog. “Heb je toevallig gekookt?” vroeg mijn huisgenootje toen.

Wat voor advies heb je voor mensen die vanwege hun verkoudheid nauwelijks iets kunnen proeven?
Zelf kies ik in ieder geval eerder voor eten dat qua textuur nog iets te bieden heeft. Sushi is bijvoorbeeld interessant, omdat het uit veel verschillende soorten textuur bestaat die dicht op elkaar zitten. En krokante dingen zijn over het algemeen top. Daarmee wil ik trouwens niet zeggen dat je alles maar moet frituren. Het is meer dat ik van snotterige substanties als doorgekookte asperges of oesters niet echt vrolijk word. Als ik voor pasta ga, dan kies ik bijvoorbeeld niet voor iets glibberigs als carbonara, maar tomatensaus met groente en vlees.

Verder vind ik het zelf fijn om eten wat pittiger te maken, door er bijvoorbeeld een pepertje in te gooien. Dan komt er alsnog een soort minisensatie in je neus, al is me al eerder uitgelegd dat dat niks met ruiken te maken heeft.

George Dooper (41), neemt geuren niet of vervormd waar

MUNCHIES: Hoe kom je aan je stoornis?
George: Twee en een half jaar geleden viel ik bij een fietsongeluk op mijn achterhoofd. In het ziekenhuis viel me al op dat de hutspot die ik kreeg nergens naar smaakte, maar ik vermoedde nog niks. Pas zes weken later, toen ik weer thuis was en stokbrood met zachte kaasjes at met mijn vriendin, kreeg ik het idee dat er iets niet klopte. Ook daar proefde ik namelijk niks van, terwijl gorgonzola toch een vrij sterke smaak heeft. Mijn geursensoren bleken één groot zooitje te zijn.

Advertentie

Die geursensoren kun je zien als een soort sliertjes die vanuit je neus naar je hersenen lopen. Sommigen waren nog heel, sommigen waren afgescheurd. En sommigen waren afgescheurd en vervolgens op de verkeerde plek weer opnieuw verbonden. Daardoor ruik ik bepaalde dingen vervormd. Bij geuren als uitlaatgassen of sigarettenlucht ruik ik bijvoorbeeld een soort zuur luchtje dat ik verder niet echt thuis kan brengen. Al merk ik dat ik het vanzelf alweer associeer met iets dat niet zo lekker is. En als een biefstuk een wat aangebakken randje heeft, ruik ik dat veel sterker dan eerst. Zo sterk dat ik die hele biefstuk verder nauwelijks meer proef.

Het heeft dus flink wat roet in je eten gegooid.
Over het algemeen zijn dingen eerder viezer dan lekkerder geworden; chocolade lust ik bijvoorbeeld niet meer, behalve witte. Daar zit geen cacao in. En bananen smaken heel weeïg, alsof ze allemaal al bruin zijn. Balen natuurlijk, maar ik probeer de situatie tegelijkertijd ook juist te benaderen als een nieuwe ontdekkingstocht naar wat lekker is en wat niet. Ik vond het altijd al leuk om wat met eten te experimenteren, maar nu moet ik het zelf opnieuw weer spannend zien te maken.

En welke tips zou je daarover kunnen geven?
Ik probeer mijn smaakpapillen extra goed te stimuleren. Ik doe bijvoorbeeld stukjes ananas over mijn zuurkool heen, zodat er wat meer zurigheid bij komt. En ook reepjes bacon om het zout beter te proeven. Bij desserts probeer ik ook vaak iets anders, zoals stukjes kokos of karamelsaus.

Advertentie

Wat wijn betreft, kom ik tegenwoordig uit bij de wat zwaardere en sterkere soorten. Ik heb nu een wijn gevonden met een pepertje erin, die is erg lekker. En ik drink eigenlijk alleen nog maar de wat kruidige biertjes. Ik hield nooit zo van Palm, maar tegenwoordig eigenlijk juist wel. Zo kan het dan ook weer lopen.

Joke Boon (56), kan sinds haar vierde niet ruiken, maar schrijft wel kookboeken

MUNCHIES: Je kunt niet ruiken, maar brengt wel kookboeken uit. Dan heb je vast ook wel goede eettips voor mensen die verkouden zijn?
Joke: Ieder zintuig speelt een rol in het proeven van voedsel – maak daar ook gebruik van. Je kunt eten voelen, proeven en ruiken, maar ook zien en horen. Als je ergens in bijt, hoor je ook hoe het kraakt, en dat zegt weer iets over de textuur. Een walnoot klinkt bijvoorbeeld heel anders dan een hazelnoot.

"Vooral de semantiek van woorden is voor mij belangrijk. Als iets vies klinkt, dan lust ik het meestal ook niet."

Hoe dan?
Walnoten zijn veel vetter, die hebben een hoge krak. Een hazelnoot heeft meer een doffe plof.

En het oog wil uiteraard ook wat. Hoe zou je eten visueel aantrekkelijker kunnen maken?
Kies bewust voor bepaalde kleuren. Als je bijvoorbeeld wat lusteloos bent, dan zou ik gaan voor geel, rood of oranje. Dat zijn hele lekkere, enthousiasmerende kleuren, die je weer een beetje oppeppen. Ik eet elke dag wel alle kleuren denk ik.

Uiteindelijk zijn er een hoop dingen die een rol spelen bij het proeven van eten. Het bord waarop je eet, het glas waaruit je drinkt – zelf hou ik bijvoorbeeld helemaal niet van water uit een mok – en of er muziek op staat. Wie snelle muziek opzet, eet sneller, en neemt ook het eten minder goed waar. Het is ook lastiger om eten te proeven als het te heet is. Qua temperatuur dan, want een pepertje kan juist je neus juist prikkelen.

Hoe zou je dit allemaal kunnen vertalen naar één gerecht?
In een van mijn boeken staat bijvoorbeeld een gerecht met roze kippensoep, daar kook ik bieten in mee. En ik laat een rode peper en gemberwortel in de bouillon meetrekken, dat maakt het nog wat scherper.

Zijn er ook gerechten die je echt niet lust?
Ja, vooral de semantiek van woorden is voor mij belangrijk. Als iets vies klinkt, dan lust ik het meestal ook niet. Bloedworst bijvoorbeeld, zure zult of hoofdkaas. Of tongenworst. Mijn man eet dat wel, die eet alles. Maar ik moet er niet aan denken. Tongenworst, gadverdamme!