gezondheid

De enige oplossing voor burn-outs is om radicaal anders te gaan werken

Het zou niet nodig moeten zijn dat we ons allemaal de tering in werken.
Illustratie door Nanna de Jong
Illustratie door Nanna de Jong voor het artikel "Jonge mensen vertellen hoe ze over hun burn-out heen kwamen".

De meeste mensen zijn gedoemd om een groot deel van hun leven werk te doen wat ze niet leuk vinden. Maar het idee dat werk op z’n minst niet compleet gekmakend zou moeten zijn, begint wereldwijd steeds meer te leven.

Eerder deze week nam de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) de burn-out op in de elfde editie van de International Statistical Classification of Diseases (ICD), onder het kopje ‘beroepsfenomenen.’ Ook is er een reeks aan diagnostische criteria voor burn-out vastgelegd. Het is het meest recente (en verreweg het meest officiële) teken dat onze relatie tot werk niet per se gezond is. We doen ons uiterste best om door te kunnen blijven werken in een zinloze mars richting de dood, enkel om iemand anders nog rijker te maken dan-ie al is. Maar goed, nu lijkt de medische wereld eindelijk op het punt te zijn waar schrijvers, arbeidsactivisten en onderzoekers naar volksgezondheid al een tijdje waren.

Advertentie


“Het lijkt alsof er een limiet zit aan wat mensen kunnen bijdragen aan de samenleving, en aan de manier waarop werk geregeld wordt,” zegt Torsten H. Voigt, socioloog aan de RWTH Aachen Universiteit in Duitsland, en co-auteur van een reeks invloedrijke onderzoeken naar burn-out. “Met de toename van technologische productie en automatisering zou het eigenlijk niet nodig moeten zijn dat we ons allemaal de tering in werken.”

Burn-out werd in 1974 een semi-officieel erkend fenomeen, toen Herbert Freudenberger, een Duits-Amerikaanse psycholoog, de term gebruikte om “fysiek of mentaal instorten als gevolg van overwerken of stress” te beschrijven. Ondanks het wijdverspreide gebruik van de term heeft het alsnog 45 jaar geduurd voordat burn-out officieel erkend werd als syndroom.

Maar in die tijd is een burn-out helaas ook steeds normaler geworden. Vandaag de dag is een burn-out meer dan alleen het gevoel overwerkt te zijn – het is een generationele aandoening. In 2016 profileerde psychoanalyticus Josh Cohen het fenomeen op een treffende wijze, in The Economist’s 1843 Magazine . Een kort maar aangrijpend fragment:

"Burn-out neemt toe nu werk steeds meer ruimte in onze levens opeist – zelfs als een vrij uurtje al gebruikt kan worden om een boek te lezen, de hond uit te laten, of met je familie te eten, dan nog wordt zelfs deze tijd snel besmet met verdwaalde gedachten over opdoemende deadlines. Zelfs tijdens de nachtrust doen flakkerende beelden van spreadsheets en flarden kantoorjargon hun intrede, terwijl sluimerende vingers boven de dekens op een fantoomtoetsenbord typen.

Advertentie

Eerder dit jaar schreef Anne Helen Petersen een artikel voor Buzzfeed met de pakkende titel ‘Hoe millennials de burn-out-generatie werden.’ Het stuk ging viral en werd massaal gelezen, waardoor Petersen uiteindelijk op The Today Show te zien was. Dat fragment, waarin de hosts uit alle macht proberen het idee te verwerken dat ‘millennials dit soort emoties kunnen voelen’, blijft een bizarre kijkervaring.

Burn-out is een trend die wereldwijd gevoeld wordt. Deze aankondiging van de WGO komt niet lang nadat er in Japan een nieuwe wet werd aangenomen met als doel de schijnbaar eindeloze werkdagen ietwat in te perken. De wet stelt dat grote bedrijven hun arbeiders niet meer dan 720 overuren per jaar mogen laten werken, en was een reactie op een toename van ‘karoshi’ – sterfte door overwerken – waar in 2017 iets minder dan 200 officiële gevallen van plaatsvonden.

Het is niet de eerste keer dat het bestaan van burn-out wordt erkend door de ICD, maar deze nieuwe classificatie is wel een upgrade – in de vorige versie, ICD-10, werd burn-out voor het eerst officieel genoemd, zegt Voigt, maar enkel als “aanvullende diagnose.”

Dat betekende bijvoorbeeld dat als een psycholoog die de ICD-10 aanhield iemand met een burn-out wilde behandelen, ze eerst een meer ‘officiële’ diagnose moest stellen, zoals bijvoorbeeld een lichte depressie, en die dan kon behandelen – wat in theorie ook de burn-out zou moeten oplossen, op een indirecte manier.

Advertentie

In deze nieuwe ICD – die nog opgesteld wordt, en formeel gezien pas vanaf 2022 van kracht zal gaan – zal de burn-out an sich een diagnose worden, zo legt Voigt uit. De nieuwe versie zal volgens de WHO-website drie daadwerkelijke criteria bevatten: een gevoel van uitputting en extreme vermoeidheid, toegenomen mentale afstand van werk, of negatieve/cynische gevoelens over werk, en gereduceerde professionele effectiviteit.

De effecten van een burn-out zijn niet de enige potentieel negatieve gevolgen van overwerk; volgens een onderzoek uit 2015 kan te veel werken minstens even slecht zijn voor de gezondheid als aanhoudend meeroken, volgens de onderzoekers van Harvard en Stanford. Dus hoewel het fijn is dat de WHO erkent wat de tol kan zijn van structureel overwerken, zou het misschien ook tijd worden om je af te vragen of deze aandoening moet worden behandeld of voorkomen.

Volgens Eric Blanc, socioloog, vakbondsleider en auteur van het boek Red State Revolt: The Teachers’ Strike Wave and Working-Class Politics, gaat het hele idee van het behandelen van werkstress als een diagnosticeerbaar probleem "voorbij aan de realiteit, namelijk dat de werkdruk – die al tientallen jaren toeneemt – nu, dankzij het uitroeien van de arbeidersbeweging, de bron is van wat ervaren wordt als een individuele burn-out.”

Zijn voorstellen om burn-out aan te pakken omvatten kortere werkdagen en sterkere vakbonden.

Advertentie

Pleiten voor vakbonden in plaats van mentale zorg klinkt misschien een beetje kort door de bocht, maar zo bedoelt Blanc het niet. Hij is zich bewust van de effecten van een burn-out. Maar “de stress van ieder moment ontslagen kunnen worden, of het idee dat je alles moet doen wat je manager van je eist, kan worden verzacht door een soort van collectieve vertegenwoordiging,” zegt hij.

Toen Voigt begon met het bestuderen van burn-out, midden jaren ’00, was het een andere wereld. De crisis van 2008 had nog niet plaatsgevonden, er was nog geen Occupy-beweging, en de Franse econoom Thomas Piketty had de ideeën van Marx nog geen nieuw leven ingeblazen. Toentertijd had het concept van burn-out nog een “deels positieve connotatie, in ieder geval in de Duitse context,” aldus Voigt.

“Dit had te maken met werkethiek in de VS – het idee dat je hard moet werken, maar dat je ook zo goed als alles kunt bereiken als je maar hard genoeg werkt. Het was een soort ideologie, eigenlijk,” verklaart hij. “Het was bijna hip om over je burn-out te praten, en om toe te geven dat je er zelf last van had. Het idee was dat je alleen maar ‘burned out’ kon zijn als je daarvoor ‘on fire’ was.”

De focus van moderne arbeiders op glorieuze productiviteit was voor Blanc wat de aankondiging van de WHO minder dan ideaal maakte, met name de het derde diagnostische criterium: verminderde professionele effectiviteit. Op Blanc kwam dat over alsof burn-out alleen de moeite van het oplossen waard is als het effect is dat er nog meer winst uit werknemers geperst kan worden.

Petersen sloeg eenzelfde, radicale richting in met haar essay: “We beginnen eindelijk te begrijpen wat ons dwarszit, en het is niet iets wat opgelost kan worden met een zuurstofmasker of een bureau met een loopband ervoor,” schreef ze. “Verandering kan ontstaan als gevolg van wetgeving, collectieve actie of continue, feministische belangenbehartiging, maar het is dwaas om te denken dat bedrijven zelf de eerste stap zullen zetten.”

Inderdaad: totdat een burn-out-diagnose een daadwerkelijke compensatieclaim voor een echt bestaande arbeider oplevert, is het moeilijk voor te stellen dat de beslissing van de WGO veel effect gaat hebben op mensen die geen of weinig toegang hebben tot mentale zorg – zoals miljoenen Amerikaanse arbeiders in de retailindustrie.

“De realiteit is”, zegt Blanc, “dat het helemaal niet zo gek is om burn-outsymptomen te ervaren als je in een groot warenhuis werkt, en het is nogal begrijpelijk dat je niet de hele dag even hard wilt werken als je bazen van je vragen.”

Dit artikel verscheen eerder op VICE US.