FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Doe iets aan het afvalprobleem: eet je waterfles gewoon op

Het internet stond op z’n kop toen KFC aankondigde eetbare koffiebekers te gaan verkopen, maar het idee is alles behalve nieuw. Shotglaasjes van aardappelen en waterflesjes van algen zijn prima oplossingen voor het afvalprobleem.

Verpakkingen zijn de zondebok van de voedselindustrie. Ze eindigen op de vuilnisbelt, de giftige stoffen uit plastic vervuilen onze rivieren en oceanen en volgens onderzoekers kan het zelfs een nare smaak in onze mond achterlaten. En toch hebben we er een soort haat-liefdeverhouding mee: hoe meer we naar binnen gieten en proppen, hoe meer we weggooien.

Vorige maand kondigde KFC aan dat ze van plan zijn in hun vestigingen in de UK koffie te gaan verkopen in eetbare bekers. Deze 'Scoff-ee' bekers zullen worden gemaakt van koek en hittebestendige witte chocolade. Naar schatting gebruiken we elk jaar wereldwijd 2,5 miljard wegwerpbekers, dus het opeten van onze bekers zou een behoorlijke verschil kunnen maken in de afvalberg die we op ons geweten hebben.

Advertentie

Het internet ontplofte na de onthulling van het Scoff-ee plan – sommige mensen vonden het briljant, anderen vonden het idioot. Maar het idee om je verpakkingen en bestek na gebruik op te eten is niks nieuws, zegt Tracy Sutton, consultant op het gebied van duurzaam design en oprichter van Root Innovation. Voedsel en verpakking hebben een vreemde, symbiotische relatie.

"Suiker en zout waren de traditionele materialen voor verpakkingen, totdat we polymeer uitvonden op basis van olie," legt Sutton uit. "Chinees rijstpapier, zeewier dat om sushi zit, het (blader)deeg van een pasteitje; dit zijn traditionele vormen van eetbare verpakkingen die al eeuwen bestaan. De peul is een van mijn favoriete voorbeelden: de erwten zitten netjes opgeborgen in een smakelijke, verse en knapperige verpakking die die inhoud perfect beschermt."

Sutton zegt dat dankzij de vooruitgang in de technologie en de wetenschap de "mogelijkheden voor eetbare verpakkingen eindeloos lijken". Een aantal moderne Willy Wonka's denken dat ze op het gebied van duurzame verpakkingen en technologie het gouden ticket in handen hebben. Wie zijn deze uitvinders?

Loliware-cups-packaging

Eetbare bekers gemaakt van agar, een vegetarisch alternatief voor gelatine – foto met toestemming van Loliware.

Pioneer in het veld is David Edwards, een professor aan Harvard en de bedenker van WikiPearl: balletjes van yoghurtijs in een skin die lijkt op de schil van echt fruit. Ze worden verkocht door biologisch zuivelfabrikant Stonyfield. In 2012 won Pepceuticals uit Leicester een miljoenencontract om een eetbaar verpakkingslaagje voor vlees te ontwikkelen. En een start-up uit Brooklyn, Loliware, verkoopt een lijn van kleurige glazen gemaakt van agar (een vegetarisch alternatief voor gelatine) en hoopt ze uiteindelijk te kunnen versturen in eetbare dozen.

Advertentie

Net zoals KFC wil Loliware een rol spelen in het verminderen van de hoeveelheid wegwerpbekers in ons afval. De bekers zijn er in verschillende smaken, maar vooral met citrus (een combinatie van roze pompelmoes en yuzu). De smaken zijn ontworpen om goed samen te gaan met toetjes en alcoholische dranken. Na een shotje of een chardonnay op je glas staan kauwen is natuurlijk niet hetzelfde als een wilde nacht feesten, maar oprichters Chelsea Briganti en Leigh Ann Tucker zijn ervan overtuigd dat er een markt is voor hun product, met name onder jonge New Yorkers.

De Belgische start-up Do Eat doet wat vergelijkbaars met hun eetbare verrines: eetbare glazen en bordjes voor feesthapjes en cupcakes.

"Onze verrines zijn gemaakt van aardappel en water. Ze hebben een neutrale smaak, dus je kan ze gebruiken bij zowel hartige als zoete gerechten, warm of koud," vertelt mede-oprichter Hélène Hoyois. "En als je na de maaltijd geen honger meer hebt, dan kan je ze gewoon op de composthoop gooien. Ze zijn honderd procent biologisch afbreekbaar."

Ze denkt dat mensen enthousiast zullen zijn over het concept, omdat het ook enorm scheelt in de afwas. "Ze creëren een nieuwe culinaire ervaring, ze smelten gewoon in je mond," voegt Hoyois er nog aan toe.

Dat de eetbare verpakkingen een beetje lekker smaken, is natuurlijk ook belangrijk – ik bedoel, waarom zou je iets in je mond willen stoppen als het niet lekker is? Maar smaak is ook niet alles. Volgens Rodrigo García González, mede-oprichter van de Ooho – een eetbare waterfles – zullen we het bevredigen van onze smaakpapillen af en toe moeten opofferen uit praktische overwegingen. "We hebben water nodig om te overleven en idealiter gezien zou het niet nodig moeten zijn om het te verpakken," zegt hij nogal bot.

Advertentie

De Ooho is gemaakt van bruine algen en het uiterlijk kan alleen maar worden omschreven als een misvormde siliconentiet. De structuur is kwal-achtig en de smaak is flauw, en González begrijpt waarom dit sommige mensen zal afschrikken.

"Hoewel we het membraan subtiel van smaak proberen te maken, weten we ook dat het in ons voordeel zou kunnen werken als we er aroma's aan toe zouden voegen," zegt hij.

Maar de magie van Ooho ligt in het feit dat – mocht je kokhalsneigingen krijgen van het idee van stukjes membraan tussen je tanden – het maar een paar weken duurt voordat het spul afgebroken is in de grond. Even ter vergelijking: bij normale plastic flessen kan het tientallen, zo niet honderden jaren duren.

Naast de kwesties van smaak en afval zijn er nog andere knelpunten bij eetbare verpakkingen volgens Sutton, namelijk hygiëne, materiaal en prijs. Maar het concept heeft gigantisch veel potentie en ze is ervan overtuigd dat het de huidige voedselindustrie zou kunnen ontwrichten.

"De meeste verpakkingen zijn ontworpen om langer mee te gaan dan hun inhoud," zegt ze. "Het voelt veel natuurlijker om een verpakking na gebruik op te eten of te composteren."

Dus dan weet je het vast: in de keuken van de toekomst is geen plastic bekertje te vinden, maar kun je je te buiten gaan aan een smörgåsbord van eetbare bekers, bordjes en bestek.