FYI.

This story is over 5 years old.

holocaust

Ik ging met museumvermoeide jongeren naar het beste museum voor jongeren

Het Holocaust Museum is de winnaar van de N8 Award, voor beste programmering van de afgelopen Museumnacht in Amsterdam.
Links: Joost. Rechts: Mattanja. Beeld: Toon Heesakkers

Kunst kijken is leuker en makkelijker dan je denkt. Tijdens de Nationale Museumweek is er op Creators extra veel aandacht voor kunst die je – je raadt het al – in het museum kan bekijken. Er zijn werkelijk o-ver-al musea waar veel leuks te beleven is. Je hebt echt geen reden meer om je reet niet linea recta naar het museum te bewegen.

Er zijn betere manieren om Mattanja (20) een plezier te doen dan haar mee te nemen naar een museum. Toch staan we in een expositiezaal, bij een installatie van de Amerikaans-Nederlandse kunstenaar Willem Volkersz. Naast ons staat Joost (23), eveneens niet bepaald een liefhebber. "Mij maak je er niet blij mee. Musea zijn vaak ontzettend statisch."

Advertentie

"Tijdens de middelbare school werd ik met KCV doodgegooid met musea," zegt Mattanja. "Grieken en Romeinen dit, Barok dat. Voor de komende tien jaar ben ik er wel even klaar mee."

Waarom ik in een museum ben met twee mensen die daar levend noch dood gevonden willen worden? Nou, we staan niet zomaar in een museum, maar in het Nationaal Holocaust Museum in Amsterdam. Gisteravond won deze instelling de N8 Award, wat wil zeggen dat ze volgens een 37-koppige undercoverjury de beste programmering hadden tijdens de afgelopen Museumnacht. Belangrijke criteria waren daarbij niet alleen de mate waarin de programmering aansloot bij het jaarthema 'culturele inclusiviteit,' maar ook hoe goed de musea jongeren weten aan te spreken. De juryleden letten onder meer op de bereidheid om te experimenteren en de relevantie voor mensen tussen de 18 en 35 jaar oud.

Als het bij de winnaar van de N8 Award dus niet zou lukken om deze niet zo enthousiaste museumgangers wat enthousiaster te krijgen, dan nergens.

Beeld: Toon Heeakkers

Het Holocaust Museum heeft deze prijs gewonnen omdat het "toegewijd blijft aan haar eigen aard," maar tegelijkertijd "niet vies is van het experiment," aldus het juryrapport. Tijdens de Museumnacht dus. Dat was op een feestelijke zaterdagavond in november, en de sfeer van de druilerige woensdagochtend waarop we het museum nu twee maanden later bezoeken is daar natuurlijk nauwelijks mee te vergelijken. Maar de avond herbeleven is ook niet ons doel – we hebben er alle vertrouwen in dat het museum ook ná de nacht des oordeels nog genoeg te bieden heeft.

Advertentie

Als iemand ons meer kan vertellen over hoe je jonge mensen naar musea trekt die daar eigenlijk niet zoveel zin in hebben, dan zijn het jonge mensen die daar eigenlijk niet zoveel zin in hebben. Daarom nam ik drie jongeren mee die alleen al bij de gedachte aan een museum wat benauwd beginnen te kijken, en eigenlijk het liefste meteen zouden willen wegrennen naar een plek waar je in de verste verte geen museum tegenkomt.

Voor een van de drie gold dit blijkbaar iets te letterlijk, want ze kwam überhaupt niet opdagen. Tja, dan niet.

Beeld: Toon Heesakkers

Het Nationaal Holocaust Museum bevindt zich in de gebouwen van de voormalige Hervormde Kweekschool en de Hollandsche Schouwburg, die tegenover elkaar staan. In de Schouwburg werden tijdens de Tweede Wereldoorlog tienduizenden Joden samengebracht om te worden gedeporteerd, en de kweekschool werd door verzetsgroepen gebruikt om de kinderen van de opgepakte Joden te redden – die bevonden zich in een crèche naast de kweekschool. Volgens directeur Emile Schrijver zouden er ruim zeshonderd kinderen op deze manier heen-en-weer zijn gesmokkeld. Het verhaal gaat dat daarbij dankbaar gebruik werd gemaakt van de tram die tussen de gebouwen reed (en nog steeds rijdt trouwens), en af en toe het zicht van de Duitse bewakers ontnam.

Mijn twee gasten zijn onder de indruk van dit gegeven. "Van mij hadden ze daar zelfs wel wat meer uit mogen halen," zegt Mattanja. "Een reconstructie of iets dergelijks. Dat vind ik boeiender dan wat oude gebruiksvoorwerpen die in een vitrine liggen, dat hebben zoveel musea."

Advertentie

Joost voegt eraan toe dat het gebouw de inhoud van het museum veel tastbaarder maakt. De klaslokalen zijn nog duidelijk herkenbaar. "En het is ook qua grootte wel een fijn museum. Het is niet zo massaal, je hoeft er niet uren voor uit te trekken."

Beeld: Toon Heesakkers

Het Nationaal Holocaust Museum is geopend in mei 2016, maar officieel is het nog altijd 'in oprichting.' De bovenste etages zijn nog niet verbouwd tot expositieruimtes – daar is meer geld voor nodig – en totdat het zover is wordt het behuisd door het kunstenaarscollectief Ondertussen in de Kweekschool. De leden daarvan komen uit allerlei hoeken van de wereld, en meerderen hebben een vluchtelingenstatus.

Voor het museum zijn deze etages een soort flexibele ruimtes, waarin activiteiten kunnen plaatsvinden. Zoals tijdens Museumnacht, toen er een soort meervoudig rollenspel plaatsvond: bezoekers werden uitgenodigd om van naam te wisselen met de kunstenaars. De kunstenaars presenteerden niet hun eigen werk, maar dat van een collega.

Deze activiteit had niet direct iets met de Jodenvervolging te maken, maar ging wel over thema's die daarboven hangen, zoals culturele identiteit, religie en integratie. Dat sloot natuurlijk goed aan op het hoofdthema van de Museumnacht: culturele inclusiviteit. Maar het Holocaust Museum heeft eigenlijk nauwelijks nagedacht over de invulling daarvan, vertelt de organisatie tussendoor. Waarom zouden ze ook eigenlijk? Dit thema is inherent aan het hele museum.

Advertentie

Op het moment dat wij het museum bezoeken, zijn de kunstenaars aan het werk in hun ateliers. "Die activiteit had me leuk geleken, zoiets brengt het museum echt een stap verder," zegt Joost. "Het is juist het tegenovergestelde van statisch – je kunt erin opgaan, op de manier waarop je dat zelf wilt. En die persoonlijke touch maakt het heel concreet."

Beeld:Toon Heesakkers

We komen aan bij een installatie van Willem Volkersz, genaamd In Memoriam. Deze bestaat uit 172 houten koffers en een neonsculptuur van een jongen, die eveneens een koffer vasthoudt. De koffers staan voor de joodse leerlingen van de 1e Amsterdamse Montessorischool die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord. Ze zijn allemaal voorzien zijn van de naam van een slachtoffer, en liggen precies in de ruimte zoals het publiek dat wil. Netjes opgestapeld in torentjes, kriskras door elkaar heen – net waar je zelf zin in hebt.

Tijdens de Museumnacht werden de bezoekers hierin begeleid door theatermakers, en dat zag dat er ongeveer zo uit:

De koffers werden in oktober naar het museum gebracht door huidige leerlingen van de school – ieder kind kreeg een eigen koffer toegewezen. Het werk gaat weliswaar over een groep kinderen, maar wordt beleefd vanuit het individu. Mattanja en Joost snappen het punt, al beginnen ze niet meteen met koffers te stapelen. "Het interactieve aspect werkt wel," zegt Mattanja. "Maar ik denk dat die kinderen meer onder de indruk waren dan ik, ook al heb ik ook wel de aandachtsspanne van een klein kind."

Advertentie
https://lh5.googleusercontent.com/h7tmLsd3hI4L4lREcwJDofQzMaeVPgDwb4200zOR7M9U_3LIhlEVIG5ubTq0n_7eH4DR5ZE6tl9vN5Dkba2hEQp-LrYokmTUmy3TN1Ituam64xFr8xu74-JzybXcpEGJ-MBuFrE

Het Nationaal Holocaust Museum heeft een ruimte voor wisselende tentoonstellingen. Momenteel is deze gevuld met de video-installatie k.364 van Douglas Gordon, net als tijdens  de Museumnacht. Daarin zie je hoe twee Pools-Israëlische musici met de trein reizen van Berlijn naar Warschau, om het Mozart-stuk k.364 ten uitvoer te brengen. Een beladen route, want het is precies hetzelfde spoor als waarover hun familieleden ooit werden gedeporteerd.

De video bestaat uit een loop van een klein uur. Hoewel Mattanja en Joost zich er wel degelijk open voor stellen, heb ik niet het idee dat het realistisch is om de hele rit uit te zitten. "Mijn partner gaat graag naar musea," vertelt Joost. "Hij kan zo drie uur naar een schilderij blijven staren. Maar ik kan dat niet. Concerten zijn dan eerder mijn culturele uitlaatklep."

Mattanja sluit zich daarbij aan, en stoot bijna een vitrinekast om terwijl ze dat zegt. "Ik uit me bijvoorbeeld meer met mijn kleding. In een museum ben ik meestal vrij snel klaar, maar ik vind niet dat ik daarmee gelijk een cultuurbarbaar ben."

https://lh6.googleusercontent.com/6kLgXJ7l-gO5IzzzfVfERprjM3mIl7EQgvoeylBhFWQwIU0i0g1QQq8x5q-wwIZt8qeJGDR6t-kOW6GRvMg5mFrv2bmanEYVt8XyS-JNuweo_5Z-EYRXDQhaSYcuZGlrmt9y95g

Tijdens Museumnacht. Foto: Jonna Bruinsma

Ergens is het best opvallend dat juist dit museum de N8 Award heeft gewonnen. Niet alleen omdat het pas net geopend is, maar ook omdat het trouw moet blijven aan een nogal zwaar beladen thema. Probeer iets als de Jodenvervolging maar eens luchtig te presenteren op een avond als de Museumnacht, waar continu jeugdige bezoekers in- en uit lopen.

Maar misschien onderschat zo'n opmerking ook wel een beetje het museumpubliek. Juist deze winst laat zien dat het goed mogelijk is om een brug te slaan tussen heftige materie waar je de tijd voor moet nemen, en de ogenschijnlijk grillige manier waarop bezoekers deze tot zich moeten zien te nemen.

Het is niet zo dat Mattanja en Joost na dit museumbezoek gelijk een museumkaart hebben aangeschaft, maar die doelstelling was misschien ook wel wat ambitieus geweest. En wie weet hadden ze een ander museum nog wel interessanter gevonden – het Holocaust Museum is natuurlijk nogal specifiek.

Tegelijkertijd benadert het Holocaust Museum dat ene onderwerp op uiteenlopende manieren, en sommige daarvan slaan wel degelijk aan bij mijn museumvermoeide metgezellen. "Als de volgende wisseltentoonstelling me aanspreekt, zou ik er zeker naartoe gaan," zegt Joost.

Daar doen we het voor.