FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Als mestmode ooit een ding wordt, dan is het allemaal begonnen in Eindhoven

Handschoenen, sokken en onderbroeken van koeienpoep kunnen ons van een enorme berg mest afhelpen.

Als Cara Delevingne over een paar jaar in kleding van koeienpoep rondloopt, bedenk je dan dat dit allemaal is begonnen in het pittoreske Eindhoven. Begin dit jaar nam ontwerper Jalila Essaïdi een emmer mest mee naar haar laboratorium bij BioArt. Ze wilde eens iets doen aan de grote overvloed aan mest, en na uitgebreid onderzoek kwam daar vervolgens haar nieuwste project uit: Mestic, waarvoor ze koeienpoep gebruikt om bioplastic, biotextiel en biopapier te maken.

Advertentie

Het Nederlandse mestoverschot begon al in de jaren zestig met de toename van intensieve veehouderij. Tegenwoordig is het overschot nog steeds een probleem: "Door te veel mest kunnen meststoffen (stikstof en fosfaat) in het grond- en oppervlaktewater terechtkomen. De meststof nitraat is schadelijk voor het drinkwater," zegt een rapport van de Nederlandse overheid hierover. Wereldwijd is het ook een groot probleem. Via rivieren komt er zo veel stikstof in de zeeën terecht dat er gigantische dead zones ontstaan waar zeeleven nauwelijks mogelijk is. Daar moet dus snel een oplossing voor komen.

Ondanks dat de Nederlandse overheid al maatregelen heeft genomen, zijn dit soort alternatieven van harte welkom. Voor het minderen van de mestproductie zouden namelijk minder dieren moeten worden gehouden: laat dat nou net voor veel landen geen optie zijn. De hoeveelheid koeienpoep zal er dus voorlopig niet minder op worden. Naast dat Mestic een welkome oplossing biedt, past het initiatief ook nog eens perfect in de trend richting een circulaire economie. Er worden namelijk afvalstoffen gebruikt voor het produceren van nieuwe producten.

"Meer dan 25 procent van de vaste koeienpoep is cellulose," schrijft projectmanager George van Trier in een e-mail aan Motherboard. "Wij halen deze cellulose uit de mest, waarna het wordt verpulverd tot cellulose-pulp." Deze pulp verandert door een chemisch proces – acetylering, om precies te zijn – in kunststoffen of nieuwe vezels. Hiermee kan vervolgens bioplastic, biotextiel of biopapier gemaakt worden.

Advertentie

Maar dat is niet alles. Want buiten die 25 procent cellulose houden we dan nog steeds een heleboel poep over. "Onze methode voor het vervaardigen van de cellulose gebruikt ook chemicaliën die uit andere onderdelen van dezelfde mest worden gehaald," schrijft Van Trier. "En het deel van de mest dat we niet kunnen gebruiken voor het produceren van materialen zit vol mineralen, waardoor het een goedkope vervanger is voor kunstmest." En zo wordt alle koeienmest gebruikt.

De textiel gemaakt van koeienpoep. Beeld: Mestic/Mike Roelofs

Waar koeienmest voor 25 procent uit cellulose bestaat, is dat bij varkensmest slechts een schamele 5,5 procent. "Daarom richten we ons voorlopig volledig op de koeienmest," aldus Van Trier. "Daar is genoeg van: alleen in de EU wordt al meer dan duizend miljard kilo koeienmest per jaar geproduceerd." Dat lijkt in ieder geval meer dan genoeg mest om de komende jaren mee te werken. Het is daarom belangrijk dat deze methode zich verder verspreidt, want Mestic kan moeilijk op eigen houtje deze hele poepstapel verwerken.

"We zullen Mestic ook gaan licentiëren, zodat anderen ermee aan de slag kunnen," vertelde Essaïdi aan e52. In de toekomst kunnen bedrijven over de hele wereld met de techniek aan de slag. Daarnaast opent Mestic alvast een vestiging in Moerdijk, waar producten worden gemaakt van koeienmest. En uiteindelijk moet het product ook geschikt zijn voor 3D-printers.

Maar laten we ons eerst op het heden focussen. Er lijkt eindelijk een efficiënte methode te zijn gevonden om koeienmest te hergebruiken. Hoe meer bedrijven de technologie gaan gebruiken, hoe beter. De kans is groot dat we over een paar jaar allemaal onderbroeken van koeienpoep hebben.

Het project Mestic

is deze week nog te zien

op de Dutch Design Week. Mocht je in de buurt zijn, neem dan eens een kijkje bij de toekomst van onze kleding.