Zelfs jouw lullige vodje van een afstudeerscriptie is misschien eigenlijk wel nuttig

Ik vind het maar vreemd: afstudeerscripties met conclusies als ‘dikke kinderen hebben het zwaar’ of ‘alcohol zorgt voor geheugenverlies’. Ik bedoel… dat is best logisch toch? Wetenschap is lastig—dat begrijp ik—maar het lijkt me dat je als wetenschapper iets wilt onderzoeken dat niet voor de hand ligt, of waar je van tevoren het antwoord niet op weet. Coen Turk (21) ontvangt vandaag de prijs voor de beste afstudeerscriptie van 2012als het gaat om luchtvaarttechniek. Hij legt uit waarom ‘nutteloze’ onderzoeken wel belangrijk zijn—zelfs als ze over Kim Kardashian gaan.

VICE: Hoi Coen, gefeliciteerd met je prijs!

Videos by VICE

Coen Turk: Dankjewel.

Waar gaat je scriptie over?

Aircraft Redelivery, het ontwikkelen van een non-profitorganisatie die de samenwerking in de Nederlandse luchtvaart bevordert als het gaat om het leasen van vliegtuigen.

Waar werd je scriptie op beoordeeld?

Op wetenschappelijke inhoud, relevantie en innovatie. Overigens ben ik afgestudeerd samen met Tom Belgers: hij is nu in Miami om zijn helikopterbrevet te halen.

Jij weet natuurlijk precies wat een scriptie goed maakt.
Naast de standaarddingen, zoals een verzorgd uiterlijk en een duidelijke en constante structuur, heeft een goede scriptie veel diepgang, maar is deze op een simpele manier geschreven. Iedereen moet het kunnen begrijpen, hoe complex het onderwerp ook is. De scriptie moet uitstralen dat de student die afstudeert zelfstandig kan werken en in staat is zelf initiatief te nemen en de juiste bronnen weet aan te spreken.

In de lijst van afstudeerscripties van 2012 kwam ik een onderzoeksvraag tegen die luidde: ‘Heeft alcohol invloed op het geheugen?’. Is dat niet een beetje te simpel?

Als je aan een medische richting afstudeert is dat een prima onderwerp. De hoofdvraag ziet er alleen wat kinderlijk uit op deze manier; het is beter als er enkele dimensies worden bijgevoegd.

Dimensies?

Ja, een specifiekere hoofdvraag insinueert dat er meer diepgang wordt geboden.

De uitkomst van dit onderzoek ligt vrij voor de hand. Na een avond zuipen weet je sommige dingen niet meer.

Dat klopt.

Wat is het nut dan van dit soort onderzoeken, als je het antwoord al van tevoren weet?

De resultaten kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden om de overheid te adviseren als het gaat om alcoholpreventie. Elk onderzoek heeft zijn eigen rol, hoe nutteloos dat ook op het eerste gezicht lijkt. Als we iets niet met 100% zekerheid weten, heeft het onderzoek nut.

En een vraag als: ‘Wat is de relatie tussen een duidelijk zelfbeeld en Kim Kardashian zien als rolmodel?’

Dat vind ik heel goed.

Echt?

Ja. In zo’n scriptie wordt juist wel diepgang geboden. Het feit dat een specifiek persoon is gekozen, heeft als resultaat dat er gericht onderzoek wordt gedaan om tot het gewenste resultaat te komen. Daarnaast lijkt het erop dat de student een duidelijk doel voor ogen heeft—in tegenstelling tot de voorgaande vraag.

De kwaliteit van scripties is vaak in het nieuws, zeker na de diplomafraude bij Nederlandse hogescholen.

Het doel van afstuderen is een resultaat leveren dat boven het gemiddelde niveau van de opleiding uitsteekt. Dat is altijd al zo geweest; als dat lukt mag de student het diploma innen.

Maar regelmatig heeft een onderzoek een conclusie die toepasbaar is op allerlei scripties, bijvoorbeeld bij het vinden van een gepaste marketingstrategie.

Daarom is het belangrijk om de scriptie te specificeren op één bepaald product of bedrijf. Dan kan het bijna niet anders dan dat je nuttige informatie vindt in je onderzoek. Zo niet, dan is het een slechte scriptie. In crisistijd kan een eenzijdige conclusie soms wel handig zijn: het betekent dat bedrijven in de onderzoekssector in ieder geval geen geld hoeven uit te geven aan het bedenken van een nieuwe marketingstrategie.

Zijn slechte scripties de fout van docenten, of zijn de scriptieschrijvers wellicht zelf dommer geworden?

Dat kan per geval verschillen, maar in negen van de tien gevallen is de student zelf aansprakelijk. Die is verantwoordelijk voor het eigen werk. Een docent moet alleen ingrijpen als het uit de hand loopt. De onderwijsinstelling moet de student wel de middelen bieden om tot een goede prestatie te komen. De student bepaalt dan zelf in hoeverre die daar gebruik van maakt.

Bedankt, ik voel me een stuk minder kortzichtig nu.

En terecht.