Ze liggen op de loer bij elke comments-sectie van online taartrecepten: evangelisten van suikeralternatieven.
Zo is er ene Kelly, die je heel graag vertelt dat ze haar pompoen-chocoladekoekjes met agavesiroop heeft gemaakt in plaats van met bruine suiker – en dat haar man het niet eens doorhad! Iedereen op het kantoor van Bob vond zijn brownies nóg lekkerder toen hij manukahoning gebruikt had in plaats van gewone bijenhoning. En Sophie móet per se weten of je dat vegan bananenbrood ook met turbinadosuiker kan maken. Of misschien met kokossuiker? Zolang het maar geen witte of bruine suiker is, want daar gaat je bloedsuikerspiegel van flippen.
Videos by VICE
Nu is er natuurlijk niks mis met een beetje experimenteren in de keuken. En je zal inderdaad niet snel het verschil proeven tussen suiker en deze natuurlijke alternatieven, zeker niet als ze in een koekje verwerkt zitten. Maar zijn al deze ongeraffineerde suikers, die zelfs geprezen worden om hun gezondheidsvoordelen – ahornsiroop, bruine rijststroop, dadelsuiker, kokossuiker, agavesiroop – nou echt beter voor je dan ouderwetse kristalsuiker? En hoe dan precies?
Eerst de basics: zijn natuurlijke suikers beter voor je dan geraffineerde suikers?
Daar kunnen we kort over zijn: nee. Iedere voedingsdeskundige aan wie je die vraag stelt zal je dat antwoord geven.
“Wat calorieën en voedingsstoffen betreft, zijn alle soorten suiker hetzelfde,” zegt Audra Wilson bijvoorbeeld, diëtiste bij het Amerikaanse Delnor ziekenhuis. “Er zijn subtiele verschillen, maar een zoetstof een ‘gezond’ alternatief noemen is behoorlijk verkeerd.” Medisch voedingstherapeut Lauren Harris-Pincus voegt er nog aan toe dat de American Heart Association aanraadt om niet meer dan zes theelepels toegevoegde suiker per dag te consumeren (en maximaal negen als je een man bent). “Het maakt echt niet uit waar deze suiker vandaan komt. Toegevoegde suiker is ook gewoon suiker.”
Dat sommige suiker ’natuurlijk’ wordt genoemd, betekent niet dat het niet meetelt in die zes of negen theelepels. Het is niet zo dat je ongelimiteerd honing door je muesli kan scheppen, alleen maar omdat het ongeraffineerd is.
Maar hoe zit het dan met het bewerken van suiker? Het is toch niet goed voor je als suiker geraffineerd wordt?
Het kan best zijn dat kristalsuiker een minuscuul beetje voedingswaarde inlevert tijdens het verwerkingsproces, stelt medisch voedingsadviseur Susan Raatz, die ook als voedingsdeskundige actief was voor het Amerikaanse ministerie van Landbouw. Het ding is alleen dat suiker van zichzelf al amper voedingsstoffen bevat. “We hebben het hier niet over sperziebonen.”
Raatz verwijst naar een onderzoek dat zij gepubliceerd heeft in het Journal of Nutrition, waarin deelnemers 50 gram aan kristalsuiker, maissiroop of ongeraffineerde honing kregen toegediend. “Wat gezondheid betreft, was er geen enkel verschil,” zegt ze. “De bottom line is: het is niet goed voor je.”
Maar honing is wel volledig natuurlijk en bevat antioxidanten, toch? En agavesiroop toch ook?
Wilson zegt dat bepaalde onderzoeken er wel op lijken te wijzen dat honing antioxidanten bevat, maar het nooit definitief is bewezen. “Misschien zit er een beetje in,” zegt ook Raatz. “Maar vergeleken met een paar bieten stelt het weinig voor.”
Ook het idee dat ongeraffineerde honing zou helpen tegen allergieën is nooit volledig bewezen. Die theorie is geworteld in de immunologie (het gegeven dat door een klein beetje van iets te eten waar je allergisch voor bent, je weerstand kan vergroten). Maar de gezondheidsvoordelen van honing zijn op z’n best minimaal.
“En in agavesiroop zit helemaal niks bijzonders,” zegt Harris-Pincus. Sterker nog, er zit enorm veel fructose in, wat “niet zo prettig voor je lever kan zijn.” Maar mocht je je verder gewoon houden aan die maximale hoeveelheid theelepeltjes, dan kan er weinig fout gaan.
Oké, maar kan ik niet toch beter kokossuiker en agave gebruiken als ik niet wil dat mijn bloedsuikerspiegel flink piekt?
Kokossuiker en agavesiroop hebben wel een lagere glycemische index (GI) dan andere suikers, wat betekent dat je bloedsuikerspiegel minder snel omhoog schiet als je het binnenkrijgt. Dat is met name handig voor diabetespatiënten. Toch is het volgens Wilson moeilijk te bepalen of dit in de praktijk veel uitmaakt, aangezien andere voedingsstoffen dan suiker óók van invloed zijn op je bloedsuikerspiegel, zoals proteïnen en vetten. “Dat deze suikers een lagere GI-waarde hebben zou een reden kunnen zijn om kokossuiker of agavesiroop te verkiezen boven kristalsuiker, honing of normale stroop,” zegt Wilson. “Maar aangezien niemand alléén suiker eet, zegt het alsnog vrij weinig.”
Dat die suikers een lagere GI-waarde hebben, betekent dus niet dat ze gezonder zijn. Je moet naar het totaalplaatje kijken. “En daarbij gaat het er meer om dat je je algemene suikerinname zoveel mogelijk probeert te beperken, welke suiker het ook is.”
Maar als het dan allemaal toch niks uitmaakt, waarom liggen de schappen in de supermarkt dan vol met zoveel verschillende soorten suiker?
Onze suikerobsessie heeft ook positieve kanten, zegt Wilson. Het laat zien dat mensen de etiketten lezen en gezondere keuzes proberen te maken, met als gevolg dat voedselproducenten hier rekening mee houden. Maar dat je een etiket leest, hoeft natuurlijk niet te betekenen dat je ook begrijpt wat er staat. We moeten deze ‘bewustwording’ dan ook zeker niet zien als oplossing voor onze gezondheidsproblemen.
“Ik wil niemand teleurstellen, maar ik denk niet dat je de wereld gezonder maakt door bepaald voedsel te sensationaliseren,” zegt Wilson. “Je kunt beter goed voor jezelf zorgen en gezond voedsel koesteren, dan dat je in een oneindige zoektocht naar superfoods belandt, die ons moeten redden van het kwaad.”
Uiteindelijk kun je nog zo’n exotisch klinkende soort suiker bij de de biologisch-dynamische supermarkt hebben ontdekt, maar het blijft gewoon suiker. Dat niemand het doorheeft wanneer je je pompoen-chocoladekoekjes met agavesiroop maakt in plaats van met bruine suiker, zegt eigenlijk al genoeg.
Volg ons op Facebook voor meer gezondheidsverhalen en advies voor onvolmaakte mensen.