We gingen een dag mee met een illegale houtkapper in Indonesië
Alle foto's door de auteur

FYI.

This story is over 5 years old.

milieu

We gingen een dag mee met een illegale houtkapper in Indonesië

Het Leuserbos wordt beschouwd als beschermd natuurgebied, maar bomen worden nog steeds bij bosjes gekapt.

De oude Mitsubishi dieselauto pruttelde terwijl hij steil omhoog reed. We reden door het weelderige nationale park Gunung Leuser in Atjeh. De bestuurder Arul* probeerde langzaam te blijven rijden. Hij had deze reis al meerdere keren gemaakt en wist dat de lading achterin te duur was om hier een risico in te nemen.

Vijf flinke boomstammen waren achter de cabine gestapeld. Allemaal illegaal gekapt uit het laatst behouden tropische ecosysteem in Indonesië – een gebied dat ongeveer vijfmaal zo groot is als Bali en de natuurlijke habitat is van honderden zoogdieren, vogels en reptielen. Daar vallen ook een aantal met uitsterven bedreigde diersoorten onder zoals de Sumatraanse tijger, de neushoorn en de olifant.

Advertentie

"Ik ben altijd voorzichtig wanneer ik dit werk doe, want voordat we de boomstammen naar de baas brengen moeten we onszelf eerst verzekeren dat de situatie veilig is," vertelt Arul aan VICE. "We hebben ook een alternatief pad, waar de overheid geen weet van heeft."

Naar schatting heeft Indonesië miljarden Amerikaanse dollars verloren aan illegale ontbossing sinds 2003, zelfs meer dan viermaal de hoeveelheid die verdiend werd met de legale houtkap op de zwarte markt. Het land heeft sinds enkele jaren stappen ondernomen om de illegale ontbossing tegen te gaan, met een wisselend resultaat. Het ministerie van bosbouw en milieu beweerde onlangs dat de tarieven voor ontbossing met 21,2 procent gedaald zijn, dankzij het nieuwe regeringsbeleid dat zich bezighoudt met ruimtelijke ordening. Ze planten ook nieuwe palmolieplantages.

Maar de beschermde regenwouden van Indonesië zijn in totaal goed voor miljoenen hectares aan oppervlakte, waardoor de autoriteiten illegale ontbossing niet altijd even gemakkelijk kunnen vaststellen. Een voorbeeld hiervan is Arul, die illegaal kapt en nog nooit is gesnapt. Hij voedt op deze manier een industrie die verrassend genoeg overeind blijft staan.

Het niveau van illegale houtkap in Leuser is sinds 2016 meer dan verdubbeld volgens schattingen van Forum, een non-profitorganisatie die staat voor de instandhouding van het Leuser gebied (FKL). Ibnu Hasyim, de databasemanager van FKL vertelde VICE dat er vorig jaar 3.756 kubieke meter illegaal hout was gekapt. Het totaal aantal gekapt hout bedroeg 7.421,3 kubieke meter.

Advertentie

"Het Leuser ecosysteem is een nationaal strategisch gebied, dat beheerd en onderhouden moet worden door voortdurend te blijven werken aan bescherming, behoud en duurzaam gebruik," zegt Hasyim.

Volgens schattingen van de FKL is er ondanks de aanwijzing van het beschermde gebied zo'n 6.875 hectare regenwoud verdwenen door het illegaal kappen van bomen in 2017. Zolang mannen zoals Arul genoodzaakt zijn om hun brood te verdienen op de zwarte markt en er geen verhoogde controle en handhaving is zal het probleem waarschijnlijk niet verdwijnen.

Het kost Arul een halve dag autorijden door dichtbegroeide bossen en steile wegen voordat we de snelweg bereiken. Arul weet dat wat hij doet illegaal is, maar de manier waarop hij het vertelt lijkt het alsof hij weinig andere keuzes had. Hij is in armoede geboren in een provincie die al decennialang probeert te herstellen van een lange en bloedige burgeroorlog, met een overvloed aan immigranten. Arul vertelt me dat hij worstelt om zijn vrouw en vier kinderen te onderhouden.

"Ik heb geprobeerd om ander werk te vinden, maar alle posities waren al ingevuld door anderen," vertelt hij me. "Ik wou werken als bouwvakker, maar de werfleider had ons niet nodig omdat het bedrijf al werknemers had aangenomen uit Java en Noord-Sumatra. En alle velden met palmolieplantages worden beheerd door de rijken. Die zijn al voorzien van medewerkers. We zijn arm en als wij dit werk niet doen kunnen we onze gezinnen niet onderhouden."

Advertentie

Arul vertelde me dat hij beseft dat hij risico's neemt. Het illegaal kappen van hout in een beschermd woud kan hem achter de tralies doen belanden. En het loon is het eigenlijk ook niet waard. Hij krijgt 31,35 euro per ritje, maar als hij daar de benzine, loon voor zijn twee collega's en andere onkosten van af trekt houdt hij er maar 6,27 euro aan over.

"We maken twee ritten per dag zodat ik er 12,54 euro aan overhoud. Dat is genoeg om mijn gezin te onderhouden."

Terwijl Arul elke dag het regenwoud uitrijdt, slapen anderen 's nachts in het bos terwijl ze overdag bomen kappen, zoals Udin* (57).

"Ik kan elke dag 1 tot 2 kubieke meter hout kappen," vertelt Udin aan VICE. "Ik verdien 6,27 euro per kubieke meter. In een maand tijd kan ik 24 kubieke meter kappen.

Het kleine team, dat meestal bestaat uit vijf mannen bestaat, blijft in beweging om te voorkomen dat ze ontdekt worden. Binnen een maand kunnen ze zich verplaatsen over verschillende districten van Atjeh. Ze hoppen van heuvel naar heuvel binnen het uitgestrekte Leuserbos. Elk van hen krijgt van de baas een loon, een beetje eten en een kettingzaag. Udin zei ook dat de dreigende armoede waarmee hij te maken zou krijgen hem naar dit werk leidde.

"Het is beter om dit te doen dan helemaal niets te doen," zegt Udin. "Ik heb iets te eten en ik kan mijn gezin van geld voorzien."

Geen van beide mannen hebben ooit hun baas ontmoet. Alle bestellingen worden verzonden via een tussenpersoon. Het idee hierachter is dat wanneer de werknemers gearresteerd worden, ze in de pers beschreven worden als zzp’ers en dus geen onderdeel vormen van een groter bedrijf.

Advertentie

Ik ontmoette Abdul*, één van deze tussenpersonen in een klein dorpje aan de rand van het regenwoud. Abdul vertelde me dat hij miljoenen uitgeeft aan het opstarten van een bedrijf, het aankopen van kettingzagen en vrachtwagens en de betaling van het loon van de tien werknemers. Zijn houthakkers brengen hun nachten door in het bos en voorzien zijn bedrijf van voldoende hout zodat hij winst kan draaien.

Maar zo was het niet altijd, zei hij. In 2009, nog voor hij een grote baas of ‘panglong’ had leren kennen die in Banda Aceh woont, had hij moeite om zijn hout op de markt te verkopen.

"In het begin was het moeilijk omdat ik nog geen panglong kende maar nu is alles gemakkelijk," vertelde Abdul me. "Alles is nu beschikbaar."

Volgens Abdul’s schattingen is ten minste 70 procent van het hout dat verkocht wordt, en uit Atjeh komt, illegaal gekapt. Al dat gekapte hout voedt een hele bedrijfstak op de zwarte markt van de boskapperij. In Noord-Atjeh alleen al zijn er ongeveer 30 zagerijen zegt hij.

"Elke dag krijg ik zo'n 1,5 ton hout dat illegaal gekapt is," vertelt hij.

Het is ondertussen al weken geleden dat ik mijn tijd doorbracht met de teams van illegale ontbossing. En zonder dat ik er iets aan kan doen vraag ik me af hoeveel nachten Udin nog in het bos zal moeten doorbrengen. Of hoeveel boomstammen er nog op de achterkant van Arul’s vrachtwagen vervoerd worden, die verdwijnen in de wereldwijde toeleveringsketen.

Maar wat me vooral bijblijft is dat al deze mensen me vertelden dat ze dit werk doen door armoede. Gek genoeg krijg ik daardoor ook hoop, want als de politie en het leger de illegale ontbossing niet kunnen tegenhouden zal een welvarender Atjeh dat, op een dag, wel kunnen.

*Namen zijn aangepast.