FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

Hoe ik een beruchte neonazi werd

Ik veranderde van een onzekere tiener in een van de leiders van de Amerikaanse whitepowerbeweging.

Omslagfoto: de schrijver op zijn vijftiende. Toen ik achttien was stond ik op het podium van een kathedraal in Duitsland, terwijl duizenden neonazi's "Heil Hitler!" schreeuwden, samen met de naam van mijn band.

Alle adrenaline die door de aderen pompte, alle elektriciteit die in de lucht hing, en al het zweet dat van de kaalgeschoren hoofden afdroop was op dat moment aan mij te danken. Een totale toewijding aan white power was hetgeen wat het publiek op die mistige avond in maart 1992 met elkaar verbond. Ik was het kopstuk van de eerste Amerikaanse whitepower-skinheadband die in Europa speelde. Ik was geschiedenis aan het schrijven. Ik stelde me voor dat Hitler zich ongeveer hetzelfde moet hebben gevoeld, toen hij zijn troepen aanspoorde om de wereld te veroveren.

Advertentie

Ik zong over de wetten die ervoor zorgden dat zwarten onze banen inpikten, en hoe blanken overbelast werden dankzij alle zwarten in de bijstand. Ik geloofde dat de buurten vol nette, hardwerkende blanke families overrompeld werden door minderheden en hun drugs. Homo's – een bedreiging voor het voortbestaan van onze soort – werden overal voorgetrokken. Onze vrouwen werden overgehaald tot relaties met minderheden, en de joden waren vooral bezig met het voorbereiden van onze ondergang. Het blanke ras was duidelijk in gevaar.

Tenminste, dat had ik altijd van iedereen te horen gekregen.

Het begon allemaal in 1987, toen ik net veertien was. Ik wilde iets nobels doen met mijn leven, en zocht een diepere betekenis, iets anders dan de dagelijkse sleur waar ik zoveel van de volwassenen uit mijn buurt mee zag strijden. In plaats van me over te geven aan de gebaande paden, wilde ik iemand zijn – iemand die ertoe deed. En eigenlijk puur toevallig kreeg ik een manier in mijn schoot geworpen om dat te bewerkstelligen.

Mijn jeugdige onschuld ging in één klap het raam uit toen ik op een avond Clark Martell ontmoette.

Ik stond in het steegje achter mijn huis te blowen, toen de ronkende motor van een auto de stilte verbrak. Een matzwarte Pontiac Firebird uit 1969 kwam met piepende banden tot stilstand op het asfalt naast me. Onder het licht van de lantaarnpaal klapte de zijdeur open. Een wat oudere gast met een kale kop en zwarte kisten kwam recht op me af lopen. Hij was niet buitengewoon lang of breed, maar zijn kale hoofd en glimmende kisten straalden een soort extreme autoriteit uit. Over de schouders van zijn perfect witte t-shirt hielden twee dunne, bordeauxrode bretels zijn gebleekte spijkerbroek omhoog.

Advertentie

Hij stopte vlak voor mijn neus, en boog zich naar me toe. Zijn grijze ogen keken me strak aan. Het oogwit om zijn pupil heen zag er oud en geleefd uit. Hij opende zijn mond amper en sprak zacht, op een manier die je onverdeelde aandacht opeiste. "Weet je niet dat dit precies is wat de kapitalisten en joden hopen dat je doet, zodat ze je kunnen bespelen?"

Niet wetend wat een kapitalist nou precies was of waar hij op doelde, nam ik uit automatisme nog maar een hijs van mijn joint. Door de spanning hoestte ik de rook per ongeluk in zijn gezicht uit. Met één hypersnelle beweging sloeg hij me op mijn achterhoofd met zijn rechterhand, en griste hij tegelijkertijd de joint uit mijn hand met zijn linker, om hem vervolgens met zijn glimmende Dr. Martens uit te stampen.

Lees ook: Deze voormalige skinheads vechten nu tegen racisme

Ik stond met mijn bek vol tanden. Alleen mijn vader had me ooit op die manier een klap gegeven.

De man met zijn stoppelbaard en vlijmscherpe kaaklijn strekte zich uit, en pakte me stevig bij mijn schouder, en trok me naar hem toe. "Ik ben Clark Martell jongen, en ik ga je fucking leven redden." Ik stond daar maar wat, en wist niet of ik hem bewonderde of bang voor hem was. Waarschijnlijk allebei. Deze man was de leider van de eerste Amerikaanse neonazi-skinheadgang, en dit moment markeerde de geboorte van de whitepower-skinheadbeweging.

Zo snel als hij verscheen stapte hij weer in zijn auto en scheurde hij de steeg uit, terwijl hij me achterliet in een wolk van uitlaatgassen en verbijstering.

Advertentie

Het duurde niet lang voordat ik besloot dat ik mijn leven als tiener – met mijn gebrek aan zelfvertrouwen en mijn behoefte aan macht – wilde inruilen voor iets anders. Een maand later fietste ik naar huis van een potje honkbal, en werd ik onderweg staande gehouden en in elkaar gestompt door drie zwarte jongens uit de andere kant van de buurt. Ze stolen mijn gloednieuwe zwartrode BMX die ik twee weken geleden had gekocht met mijn verjaardagsgeld. Ik herinner me weinig van de rest van die dag, behalve dat ik enorm kwaad op mezelf was omdat ik niet meer had gedaan om mijn fiets te verdedigen. De woede gierde door mijn aderen. Een buitenstaander was hier gekomen, in mijn buurt, en had mijn eigendom afgenomen.

Martell kwam me later die avond ophalen – hij wilde me nog steeds redden. Toen hij me uitnodigde voor een feestje, greep ik, nog met een vers blauw oog, mijn kans.

Tegen de tijd dat ik aankwam op het feestje hadden al ongeveer dertig mensen, waarvan de meesten begin twintig, zich in een krap appartement gepropt: skinheads uit Michigan, Wisconsin, Texas en Illinois. Ik herkende sommige gezichten uit mijn eigen wijk, maar ik was met mijn veertien jaar verreweg de jongste in de kamer.

Iemand gaf me een koud blikje bier aan. Ik was al helemaal high van de spanning van deze situatie, maar het feit dat ik minderjarig was ging me er niet van weerhouden om dit teken van acceptatie te weigeren. Overal waar ik keek zag ik geschoren schedels, tattoo's en kisten. In plaats van gordijnen hingen er nazivlaggen. Veel jongens droegen armbanden met swastika's. Een paar van de grotere gasten hadden indrukwekkende vrouwen aan hun arm, waardoor het niet moeilijk was om in te schatten wie de zware jongens waren.

Advertentie

Nog voordat ik mijn allereerste biertje op had werd de bijeenkomst ingeleid door een gespierde, pokdalige man met een grote tatoeage van een swastika op zijn keel. Hij stond op, in de hoek van de kamer, en schreeuwde een kreet die ik aan het eind van de avond uit mijn hoofd zou kennen – een kreet die de komende zeven jaar bepalend voor mijn leven zou zijn.

"VEERTIEN WOORDEN!" bulderde hij.

Iedereen onderbrak zijn gesprek, richtte zich tot hem, en brulde in één stem: "We moeten het bestaan van ons ras en een toekomst voor blanke kinderen veiligstellen."

In de hele kamer schoten armen schuin omhoog, om de nazigroet te brengen. Mijne volgde.

Mijn hart bonkte minstens een uur lang in mijn borst van bezieling, terwijl ik geïntrigeerd luisterde naar de vurige woorden die ik al snel kon dromen. Naast de spreker hing een Amerikaanse vlag aan de muur, ondersteboven en deels verbrand. Hij zette zijn toespraak voort. "Onze verraderlijke overheid wil ons laten geloven dat raciale gelijkheid een teken van vooruitgang is, en dat alle rassen in harmonie samen kunnen leven. Bullshit! Kijk om je heen. Open je ogen, en laat je niet voor de gek houden. Wat zie je als die zwarten onze buurten overspoelen? Je ziet een golf van drugs en geweld, niet van gelijkheid of harmonie. De straten vullen zich met rommel, en de lucht begint te stinken omdat dit ongedierte niks anders doet dan de hele dag op hun luie reet zitten, crack roken en hun verslaafde hoeren bezwangeren. Het enige wat ze kunnen is het binnen harken van al ons zuurverdiende geld, dat we aan belasting betalen. In de bijstand of werkloos, en altijd vooraan in de rij als de overheid iets uit te delen heeft. Ze krijgen huurtoeslag en gratis lunch op school, en dat is dan ook de enige reden dat dat kleine tuig naar school gaat. Allemaal betaald door hardwerkende blanke Amerikanen die wel hun eigen boontjes doppen.

Advertentie

En terwijl jij en ik ons uit de naad werken, komen die raciaal minderwaardige klootzakken hun drugs aan jullie jongere broertjes verkopen om ze er stom uit te laten zien. Ze verkopen expres rotzooi aan hen, zodat hun tanden rotten en ze eruitzien als iemand van zestig, terwijl ze nog maar zestien zijn. Ze staan middenin de beschietingen van gangs en sterven voor de voeten van die criminelen.

Ze maken ze afhankelijk van drugs, zodat onze onschuldige Arische vrouwen met ze willen neuken voor een of andere smerige substantie waaraan ze verslaafd zijn geraakt. Denk je dat ze die troep alleen verkopen om rijk te worden en Cadillacs en gouden kettingen te kopen? Haal jullie hoofden uit jullie reet, broeders en zusters. Ze verkopen dit gif om witte kinderen net zo stom te maken als hun eigen modderkinderen. Ze willen onze mensen van binnen zo verdorven maken dat ze alles in het zicht willen roken of opsnuiven – dat ze alleen nog maar drugs in hun armen en tussen hun tenen willen spuiten. Ze willen zien hoe onze mensen hun hersencellen vernietigen en eindigen in gevangenissen waar ze in elkaar geslagen worden door die zwarte natnekken, die daar zitten voor moord en het verkrachten van onschuldige jonge witte vrouwen.

En wie ondersteunt deze beesten tijdens de vernietiging van ons ras? De joden, met hun zionistische overheid. Dat zijn de boosdoeners!"

De spreker begon nu aan een tirade tegen de joden, die ik ook zou horen bij daaropvolgende demonstraties waar ik bij was, maar wel met minder elan. Het leek wel of z'n nekaderen zouden knappen, zoals hij sprak. Spuug schuimde in z'n mondhoeken. Zijn ogen waren helemaal gevuld met woede. Met verontwaardiging. Waarheid.

Advertentie

Hij eindigde zoals hij begon: "Veertien woorden, mijn familie! Veertien heilige woorden."

En we schreeuwden die veertien woorden, opnieuw en opnieuw.

De adrenaline schoot door me heen als steekvlammen, die weer geblust werden door het nerveuze zweet dat van mijn hoofd naar mijn tenen liep, terwijl de bijtende woorden en racistische retorica de kamer vulden. Ik was klaar om mijn broer, ouders, grootouders, vrienden en elk ander vredelievend blank persoon op de planeet te redden. Hoe kon de blanke bevolking niet inzien wat voor verschrikkingen en wanhoop ze stond te wachten? Het was aan mij, en aan zij die net als ik waren. Een enorme missie, maar ik zou me er met hart en ziel instorten.

Ik had in mijn hele leven nog nooit zoiets raars en intens meegemaakt als die avond, maar ik was direct verkocht. Dat hele whitepower-idee trok me enorm, ook al wist ik dat ik niet zo was als de andere mensen in de zaal. Ik ben niet opgegroeid in een omgeving die me geen kansen bood, en ben niet opgevoed met het idee om mensen te haten die anders zijn. Maar mijn hart klopte in mijn borst. Meer dan ooit, wilde ik hier deel van uitmaken. Het was overweldigend.

In de zeven jaar daarop werd ik een rekruterend wunderkind, die bij bosjes jonge blanke extremisten rekruteerde. Ik startte twee whitepowerbands – White American Youth en Final Solution – en muziek werd mijn belangrijkste propaganda-instrument om nog meer soldaten te werven.

Advertentie

Je hoefde niet echt een helderziende te zijn om aan te voelen of een tiener een kutleven had – iemand met weinig vrienden, iemand die gepest werd, iemand die zich gemarginaliseerd en alleen voelde. Tieners die nooit een cent hadden, met een identiteitscrisis kampten, eruitzagen alsof ze nooit eens een keer geluk hadden gehad. Dan begon je een praatje, kwam je erachter waar ze zich slecht over voelden en drong je hun gedachtewereld binnen. Het was eigenlijk behoorlijk makkelijk.

"Man, ik weet precies wat je bedoelt. Als je pa z'n baan niet was verloren, zou hij niet zo zijn als hij is. Maar de minderheden krijgen alle banen. Ze krijgen alle voordelen. Ze komen onze wijken in en krijgen gratis geld. Onze ouders werken elke dag zodat er brood op de plank komt, terwijl de luie zwarten en Mexicanen slapend rijk worden van liefdadigheidscheques."

Omdat ik zo blind was, en te erg opging in mijn opgeblazen ego om nog door te hebben wat mijn emotionele behoeftes waren, ging ik anderen de schuld geven van problemen waar ze onmogelijk een bijdrage aan geleverd konden hebben – zwarten, homo's, joden en eigenlijk ale mensen waarvan ik dacht dat ze niet zoals ik waren. Mijn ongegronde paniek ontaarde snel, en onterecht, in venijnige haat – ik radicaliseerde, door de mensen om me heen die me zagen als een eenzame jongeling die rijp was om omgevormd te worden. En omdat ik zo wanhopig op zoek was naar betekenis – en boven het alledaagse wilde uitstijgen – greep ik met beide handen elke kruimel aan die voor een bepaalde grootsheid stond, en maakte er mijn eigen identiteit van, zodat mijn echte karakter overschaduwd werd. Door mijn ongebreidelde vijandigheid, veranderde ik in een grote, dikke, vette, racistische pestkop – gevoed door ontelbare leugens die mensen me vertelden, om zo m'n jeugdigheid, naïviteit en eenzaamheid uit te buiten.

Advertentie

Voor bijna een derde van mijn leven – zo'n beetje al mijn tienerjaren – slikte ik al die kromme redenaties. Toen ik uiteindelijk de ballen had om te realiseren dat elke 'waarheid' die me was aangereikt – en die ik op mijn beurt weer aan anderen had doorgegeven – een totale leugen was, wilde ik alleen maar mijn vingers in mijn keel stoppen en al die bullshit uitkotsen in de wc.

Bekijk ook: Foto's van vechtende neo-nazi's in een Zweeds bos

Zelfs nu, twintig jaar nadat ik de beweging die ik mede oprichtte heb verlaten, schieten er nog geregeld herinneringen van die zeven donkere jaren door mijn hoofd. Ze maken me kwaad. Als ik kijk naar oude foto's van mezelf, zie ik een hol persoon – een vreemdeling, gevuld met misselijkmakende ideeën. Maar omdat er nog steeds geïnfecteerde planten ontspruiten uit de giftige zaadjes die ik jaren geleden heb geplant, heb ik er mijn taak van gemaakt ze los te rukken zodra ze zich ontkiemen.

De schrijver als volwassene. Foto door Mark Seliger

Zoals de meeste mensen die in bezwering van iemands charisma raken, zocht ik continu naar bewijs om alle leugens die me werden voorgeschoteld te bevestigen. Als ik terugdenk aan die tijd knijpt mijn keel zich dicht. Hoe kon ik zo stom zijn? Zo goedgelovig? Zo ongevoelig voor de pijn die ik mensen bezorgde door ze zo erg te indoctrineren? Ik had mijn natuurlijke empathie verruild voor acceptatie. Ik verwarde haat en intimidatie met passie, angst met respect.

Toen ik eindelijk tot inkeer kwam, begon voor mij een nieuw leven. Toen ik mijn empathie, die ik als kind had, terugvond en compassie van andere accepteerde op een moment dat ik het waarschijnlijk helemaal niet verdiende, ebde mijn haat weg en vond ik de verknipte ideologie niet meer logisch. Na zeven jaar liegen tegen mezelf, kon ik die leugens niet langer met me meedragen en kon ik mijn angst niet langer verbergen. Het was tijd om de waarheid onder ogen te komen. Dus drukte ik vol op het gaspedaal en reed ik richting een metaforische klif. Het lukte me om de demonen in me te verdrijven. En alleen toen ik eindelijk de pijnlijke, symbolische dood van me af had geschud – en mezelf als het ware verminkt zag liggen op de rotsen beneden – kon ik mijn oude zelf achter me laten, en met een schone lei aan een nieuw leven beginnen.

Bewerking van het boek Romantic Violence: Memoirs of an American Skinhead van Christian Picciolini. Piocciolini is een voormalige neonazi-skinheadextremist, die zich nu inzet voor vrede. In 2010 werd hij medeoprichter van Life After Hate , dat individuen en organisaties onderwijst over problemen rond racisme, extremisme en deradicalisering