Hoe het is om als volwassene voor het eerst op zwemles te gaan

cum e sa inveti sa inoti ca adult

Gespannen loop ik de kleedkamer uit. Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst in het openbaar in zwemkleding ben geweest. Ik voel me te naakt en nogal onwennig, dus ik hou mijn handdoek om me heen. Het ruikt naar chloor en het geluid van geplons in het water komt steeds dichterbij. Aan het eind van de gang zie ik de ingang naar het zwembad. Ik adem heel diep in en uit en loop met trillende benen naar binnen. De tegels zijn glad, dus ik moet mijn best doen om niet uit te glijden.  

Naast het zwembad zie ik een groepje van zo’n zes vrouwen. Ik word vriendelijk begroet door iedereen. Qua leeftijd variëren de vrouwen die hier les krijgen van 20 tot een jaar of 80. “Ik ben Sona, ik kom voor mijn eerste zwemles,” zeg ik terwijl ik mijn hand uitsteek om mij voor te stellen. Zoals ik vaker heb op plekken waar ik voor het eerst kom, voel ik me plotseling heel kwetsbaar en klein. Diezelfde ochtend en middag had ik al vage buikpijn, van die zenuwen alsof er iets spannends staat te gebeuren. Onderweg naar het zwembad werd ik misselijk en kreeg ik hartkloppingen. Ik bedacht allerlei smoesjes om niet te hoeven gaan – maar nu ben ik er toch.

Videos by VICE

Sona - bij de kluisjes.jpg
De zwembadkluisjes


Dit is trouwens geen vage herinnering uit mijn jeugd, maar een beschrijving van afgelopen week. Ja, ik ben 26, maar ik heb nooit leren zwemmen. Gefronste wenkbrauwen, een beetje gelach, gevolgd door tientallen vragen is de reactie die ik daar meestal op krijg. En ik begrijp het, aangezien leren zwemmen in Nederland bijna net zo normaal lijkt als leren lopen. 

Op de basisschool waar ik naartoe ging was zwemles een verplichting, zoiets als gym.  Maar in het jaar dat ik ‘aan de beurt zou zijn’, werd dat stopgezet. Mijn klasgenoten werden door hun ouders alsnog naar zwemles gestuurd. Regelmatig kwam een van mijn klasgenoten vol trots een zwemdiploma laten zien. Voor mijn familie was zwemles geen prioriteit. Achteraf begreep ik dat mijn ouders het niet heel belangrijk vonden. Ik kom oorspronkelijk uit Irak, waar zwemles niet echt een ding was.

Hoewel een zwemdiploma mij niet zo interesseerde, omdat ik me liever bezig hield met barbiepoppen en tekenen, kreeg ik daardoor wel het idee dat ik niet helemaal hetzelfde was als de meeste andere kinderen in mijn klas. Ik kreeg steeds vaker uitnodigingen voor verjaardagsfeestjes of schoolreisjes waarop stond dat ik mijn zwemkleding moest meenemen. Ik besloot dan wel mee te gaan, maar echt genieten deed ik niet. Ik bleef vaak ongemakkelijk om me heen kijken vanaf de rand van het zwembad, en ik bracht mijn tijd door in het ondiepe water. 

Ik had dus geen zwemdiploma, maar mijn angst voor water begon eigenlijk pas later, toen ik negen jaar oud was. Met mijn hele familie ging ik toen op vakantie naar Syrië. Tot op de dag van vandaag beschrijf ik het als de mooiste vakantie ooit, maar een nare herinnering aan die tijd is me ook altijd bijgebleven.

Ik weet nog dat we een middag doorbrachten op het strand van Latakia, een belangrijke havenstad van Syrië aan de Middellandse Zee. De volwassenen waren druk in gesprek – we hadden elkaar al jaren niet gezien, dus er was genoeg gespreksstof. Ondertussen besloot ik samen met mijn zussen, neven en nichten het water in te gaan. Ik zou in het ondiepe blijven, zoals ik vaker deed. Ik wist dat ik niet kon zwemmen, dus ik wilde geen risico’s nemen. In het water voelde ik me veilig door een opblaaszwemband die ik steeds onder mijn arm met me mee droeg, als hulpmiddel om te blijven drijven. Toen er wat ruiger in het water werd gespeeld, raakte ik de zwemband kwijt. Ondertussen werden de golven hoger en werd het water dieper, het stond tot aan mijn kin. En ineens voelde ik geen bodem meer met mijn voeten. Ik begon paniekerig te spetteren en om hulp te roepen. Mijn oom zag het van een afstand gebeuren, dus hij sprong het water in om mij eruit te halen. 

Hoewel het goed was afgelopen, werd mijn angst voor water na die keer steeds groter. Ik denk dat ik door die gebeurtenis ook anders naar de zee en het strand kijk. Hoewel ik mensen zie genieten en zich ‘vrij’ zie voelen, voelt het voor mij al jaren als iets wat gevaarlijk is, een plek waar wij mensen ongelofelijk klein en kwetsbaar zijn. Het idee dat ik de bodem niet kan zien en niet weet wat me te wachten staat, en vooral het idee dat ik niet zelf de controle heb, vind ik beangstigend. 

“Je kunt het wel, maar je denkt te veel na,” zegt mijn zwemdocent, een jonge vrouw die veel glimlacht. Vandaag krijg ik samen met een andere vrouw les van haar. De vrouw heeft al drie lessen gehad, en vertelt me dat ze wil kunnen zwemmen met haar kleinkind. 

Zelf wil ik vooral een einde maken aan mijn zwemangst, en eindelijk een duik durven nemen op een warme zomerdag. Ik heb er wel eerder over gedacht om zwemles te nemen, maar tot nu toe waren er steeds dingen die me ervan weerhielden. In de eerste plaats mijn angst voor diep water, maar ook voelde ik schaamte – ik was bang dat ik de enige was met dit probleem. En wat de drempel nog hoger maakte: ik loop eigenlijk nooit in het openbaar rond in een badpak of bikini, omdat ik me graag wat bedekter wil kleden. Maar doordat ik er de laatste tijd steeds vaker openlijk over praatte, merkte ik dat er nog veel meer volwassenen zonder zwemdiploma zijn. Tijdens mijn zoektocht naar zwemles voor volwassen beginners vond ik zwemscholen die ‘ladies only’-lessen geven. Een echt excuus om niet te beginnen had ik toen niet meer.

Voorzichtig loop ik het zwembad in. De docent vraagt me op mijn rug te drijven. De paniek slaat lichtelijk toe. “Ik ben wel echt een beginner,” zeg ik bang. Ik heb geen idee hoe ik blijf drijven, hoe ik voorkom dat ik niet per ongeluk kopje onder ga, of het water in mijn oren mag komen of waar ik mijn armen en benen moet laten. “Geen probleem. Zal ik je vasthouden?,” vraagt ze me. Ik probeer mezelf voorzichtig achterover te laten vallen in het water. Mijn buik duw ik omhoog, terwijl de rest van mijn lichaam omlaag gaat. Ik merk dat ik heel voorzichtig ben en ik mijn hele lichaam aanspan. Mijn hoofd probeer ik zo veel mogelijk boven water te houden.  “Er mag water in je oren en in je gezicht komen, dat is juist de bedoeling”, zegt de docent. Omdat ik bang en voorzichtig ben, moet ik eerst mijn oren en gezicht een seconde onderdompelen in het water. Zo zou ik over mijn angst heen moeten komen.

Mijn docent houdt haar arm onder mijn hoofd ter ondersteuning. Na een paar keer lukt het me om goed te blijven drijven. Ik sluit mijn ogen en voel me ineens heel licht. Mijn armen laat ik rustig in het water vallen. Ik begin te begrijpen wat mensen bedoelen wanneer ze zeggen dat ze een bepaalde vrijheid voelen in het water. Ik merk dat ik me steeds veiliger en meer op mijn gemak voel. De andere vrouw en ik mogen steeds om de beurt een oefening doen. Ze lacht vriendelijk naar me. We motiveren en ondersteunen elkaar. “Goed gedaan”, roepen we een paar keer. 

Daarna kan de les echt beginnen. Eerst richten we ons op de armen, daarna op de benen. Na een paar oefeningen krijg ik een rode zwemnoodle, die ik als een soort bootje onder mijn borst en oksels moet houden. Ik oefen ‘kikkervoeten’ en de schoolslag.

Tijdens het zwemmen vergeet ik alles en iedereen om me heen. De schaamte, waar ik voor de les bang voor was, heb ik helemaal losgelaten. Ik geniet van het gevoel dat ik drijf en van het gevoel dat ik de controle in eigen handen heb, in plaats van dat het water voor mij bepaalt wat er gebeurt. Geen seconde denk ik aan wat er buiten het water gebeurt. Even kijk ik naar de klok die naast het zwembad hangt. Het is bijna tijd om het water weer uit te gaan, en tot mijn verrassing vind ik dat best jammer.

Sona - in het kleedhokje.jpg
Het kleedhokje

De volgende keer dat ik naar het zwembad ga krijg ik les van meerdere docenten, onder wie Maroua. Ze is achttien en heeft een vriendelijke lach op haar gezicht. We kunnen het meteen goed met elkaar vinden. Maroua verzekert mij ervan dat ik veilig ben. Ze merkt dat ik het nog spannend vind. Ik vertel haar dat ik het een eng idee vind om de bodem niet te kunnen voelen. “Wil je het eens in het diepe water proberen?,” vraagt ze. Ik kijk haar met grote ogen aan, maar dan realiseer ik mij dat mijn angst pas echt weggaat als ik het probeer. “Je blijft wel bij me, toch?,” vraag ik haar een paar keer. Ze verzekert mij ervan dat ze mij vasthoudt. Ik vertrouw haar volledig. 

Terwijl Maroua mij vasthoudt, zwem ik door in het 2-meter diepe water van de ene kant naar de andere kant van het zwembad. Het is ongelofelijk spannend, maar ik geniet. Even vergeet ik hoe diep het water is, en eigenlijk alles om me heen. Het voelt nu alsof ik echt kan zwemmen. Als ik aan de andere kant ben en me aan de stang vasthoud, voel ik met mijn benen hoe diep het water is.

Daarna oefenen Maroua en ik verder. Van kikkervoeten en de schoolslag met alleen armen of alleen benen tot aan drijven op mijn rug en trappelen. Tijdens deze les heb ik het gevoel dat ik veel leer. Wanneer een oefening goed gaat geeft Maroua me een high five en klinkt ze trots. 

Als het half acht is en mijn les erop zit, baal ik stiekem een beetje. Ik neem afscheid van de andere vrouwen en loop voorzichtig met een handdoek om me heen richting de kleedkamers. In het kleedhokje krijg ik flashbacks naar mijn kindertijd. Waar ik altijd onzeker, bang en kwetsbaar in zo’n hokje stond, voel ik me nu gelukkig. Natuurlijk durf ik nog niet meteen van een duikplank in het diepe te springen, maar alleen al het feit dat ik de stap zet om over mijn angst heen te komen, maakt mij trots. Met natte haren en een brede glimlach loop ik naar buiten. “Tot volgende week,” denk ik bij mezelf.