FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

De Nederlandse jeugd was in de Gouden Eeuw ook al betrekkelijk yolo

Benjamin Roberts schreef 'Seks, Drugs & de Gouden Eeuw'. We spraken hem in het Rijksmuseum over generatieclashes, de yolo-mentaliteit van de zeventiende-eeuwse jeugd en pistolen op de universiteit.

Benjamin Roberts bezocht in zijn jeugd de universiteit van Heidelberg, één van de oudste van Europa. Samen met zijn broer maakte hij een reis door Europa, op zoek naar de parels van de volgens hem superieure Europese cultuur.

Onderdeel van het universiteitscomplex was ook das Studentenkarzer, een soort gevangenis waar rebelse studenten een nachtje mochten brommen om hun wandaden op de universiteit te overdenken. De muren van de 'gevangenis' waren door de studenten beklad met leuzen, piemels en vieze praat, net zoals de muren van eigenlijk elk openbaar toilet wereldwijd.

Advertentie

Zijn hoogdravende voorstelling van de Europese cultuur zakte daardoor naar eigen zeggen "als een plumpudding in elkaar", en het was voor hem een reden om zich te verdiepen in de jeugdcultuur van vroeger. Die van de Nederlandse jeugd in de Gouden Eeuw, om precies te zijn. Hield de jeugd zich voornamelijk bezig met het maken van hoge kunst, of deden de jongvolwassen - net zoals nu - gewoon lekker waar ze zin in hadden, vaak tot onvrede van de oudere generaties?

Hij zocht het uit in zijn boek Seks, Drugs & de Gouden Eeuw en we spraken hem over de verschillen, en eigenlijk vooral de overeenkomsten tussen de jeugd van toen en nu. In het Rijksmuseum, want daar hangt de jeugdcultuur van de Gouden Eeuw gewoon aan de muur.

VICE: Ik heb je boek vlot gelezen, en het is meteen duidelijk dat de jeugd uit de Gouden Eeuw verre van braaf was. Deze jongen hier rechtsboven ziet er niet uit alsof zijn leven gedomineerd werd door seks, drugs & rock-'n-roll, maar wel door hartige hapjes en snoep. Hoe kan dat?
Benjamin Roberts: Op het eerste gezicht lijkt dat misschien niet zo, het wordt pas interessant wanneer je hem naast zijn vader ziet hangen. Deze portretten zijn in het begin van de Gouden Eeuw in opdracht van de rijke koopman Bicker gemaakt door Bartholomeus van der Helst. Vader Bicker is speciaal voor het portret op zijn paasbest gekleed. Hij draagt een traditioneel zwarte en peperdure stof en een hoge ronde kraag. Je kunt het zien als een vader die speciaal voor de familiefoto een pak aantrekt. De zoon van Bicker draagt de nieuwste jeugdmode van toen: een felgekleurd pak, een platte kraag en lang, bijna vrouwelijk haar. Dit werd door de oudere generaties gezien als een reactie op de gevestigde orde, maar toch werd het getolereerd. Vaders van nu kunnen het ook niet eens zijn met de kledingkeuze van hun kinderen, maar zelden verplichten ze hun kinderen om zich naar de wens van de ouders te kleden.

Advertentie

De opvoeding van toen was dus lang niet zo streng als we vaak denken.
Inderdaad. Verzet tegen oudere generaties is eigenlijk van alle tijden, en ook in de Gouden Eeuw werd het oogluikend toegestaan. Kijk maar eens naar de schilderijen van Jan Steen. Kinderen maken er een zooitje van, ze roken en drinken bier. Ze worden dus aardig vrijgelaten in hun opvoeding. Je kunt je vraagtekens zetten bij de objectiviteit van de schilderijen, maar het zal ook niet uit het niets gegrepen zijn.

Het vrolijke huisgezin, Jan Steen.

En verder dan de opvoeding, het adolescente leven in?
Daar waren jongvolwassen al helemaal vrij, zeker de studenten. Er waren maar een paar colleges per week, als student had je recht op goedkope drank via de universiteit, en als je geluk had kreeg je daar nog een pistool bij.

Sorry, een pistool van de universiteit?
Ja, het was doodnormaal. Nu lijkt dat ondenkbaar, maar het was een tegemoetkoming van de universiteiten, een lokkertje voor de studenten. De universiteiten gingen in de Gouden Eeuw op eenzelfde manier te werk als de multinationals nu, wat hun maatschappelijke invloed betreft. Ze handelden volgens de wet, maar eigenlijk stonden ze erboven. Universiteiten hielden stadsbesturen aan het lijntje, want ze vormden een visitekaartje voor de stad.

Het was niet ongebruikelijk om dergelijke blaffers aan je broekriem te hebben op weg naar je college.

Liep het dan niet uit de hand, met een hoop dronken studenten met getrokken pistolen op zak?
Ja, vaak genoeg. De studenten hadden haast niemand die hen terugfloot. Sterker nog, vaak zochten ze de stadswachters op voor een verzetje. Dat waren de enige inwoners van de stad die ook pistolen droegen, en daardoor was het wel zo eerlijk. Hun ouders werkten keihard, en verder was de invloed van de kerk of de staat op die jongelui nihil. Ze deden echt waar ze zin in hadden.

Seks en drugs begrijp ik wel, maar hoe uitte rock-'n-roll zich?
Nou, je moet het niet letterlijk zien als de rock-'n-roll die wij kennen natuurlijk, maar er waren weldegelijk een soort popsterren. De jeugd verzette zich ook tegen de oudere generaties door het zingen van liedjes. Die liedjes waren van Bredero of Jan Jansz Starter en gingen over dingen waar de jeugd zich mee kon identificeren. Liefdesverdriet en onzekerheid, dat soort dingen. Bredero en Starter waren ongekend populair in hun tijd. Bredero was bovendien een graag geziene gast in het uitgaansleven. Echt een celebrity. Arme sloeber, levensgenieter. Dichten, liedjes, feesten, huwelijken. Redelijk rock-'n-roll, allemaal.

Wat is je eigenlijk het meest opgevallen in je vergelijkende onderzoek?
Wanneer je de jeugd van toen en nu met elkaar vergelijkt zie je ontzettend veel overeenkomsten. Dat is verreweg het meest opvallend. We zijn biologische wezens, en staan veel dichter bij de zeventiende-eeuwse personen dan we denken. We zien mensen van toen afgebeeld op een doek, met andere kleding en in een andere setting, maar in feite zijn ze precies hetzelfde als wij nu. We gaan door dezelfde shit.

Wat voor shit dan?
Ze moesten ook door de puberteit, ze moesten ook opzoeken hoe ver ze konden gaan met drank en drugs en ze moesten ook tegen een oudere generatie opboksen. Als je een beetje losbandig omsprong met je seksualiteit liep je een enorm risico op syfilis. Daarnaast hadden ze in veel grotere mate te maken met de dood, dankzij de beperkte kennis over de gezondheidszorg of technologie. Maar we hebben heel veel gemeen als mensen, en de emotionele basisbehoeften zijn precies hetzelfde. Dat vergeten we nog wel eens.

Uitte dat besef van vergankelijkheid zich dan in Project X-achtige yolo-taferelen, waar de oudere generatie totaal geen grip op heeft?
Ja, zij het in kleinere mate. Maar de jeugd wist wel hoe je een feestje moest bouwen, en de oudere generatie sprak er schande van. Er was zo veel ellende om de jeugd heen, maar die had al gauw iets van: "We zijn met elkaar, we zijn teleurgesteld, laten we genieten van drank, drugs en elkaar." Dat doen jonge mensen gewoon. Het is super logisch, en dan probeert de oudere generatie het te stigmatiseren als iets slechts van "de jeugd van tegenwoordig", of een oorzaak te vinden in de tijdgeest (bijvoorbeeld door te spreken over de 'Facebookrellen', red.). Maar het is niet zozeer de schuld van iets of iemand. Het is gewoon jeugd. Over twintig jaar denken de jongeren die in Haren bij Project X waren om te rellen misschien: "Ach, dat had ik niet moeten doen." Op je bek gaan als jongere hoort bij het ouder worden. Pas als die jongere na twintig jaar denkt: "We hadden Haren eigenlijk helemaal in de fik moeten steken!", en dus niet geleerd heeft van zijn fouten, dan hebben we pas een probleem.