FYI.

This story is over 5 years old.

misdaad

Ik ben een moordenaar en dat spijt me verschrikkelijk

Alleen mijn beste vrienden wisten wat ik had gedaan – totdat ik een gedicht voorlas over de moord.
Illustratie door Dola Sun

"Ik zag je gisteravond op televisie," zegt een bekende stem ergens links van mij. Omdat ik weet dat het Bass is, draai ik me om van het eten dat ik aan het klaarmaken ben voor de andere gevangenen.

"Oh ja," zeg ik, terwijl ik mijn trots probeer te verbergen.
"Cool, dan hebben ze vast de nieuwe 'Convicted Lyrics' uitgezonden."

Terwijl Bass praat over poëzie, komt mijn vriend en gevangenisadvocaat Hilton binnenlopen.

Advertentie

"Hé jongens, waar hebben jullie het over?" Hij staat in de deuropening van de keuken met een rechte rug, vierkante schouders en zijn handen op zijn heupen. Hilton is vriendelijk, maar direct.

Hij vertelt ons dat er een evenement wordt georganiseerd in de kerk van de gevangenis om een beweging genaamd 'One Billion Rising' te steunen. Het evenement wordt georganiseerd om bewustzijn te creëren over de vele vormen van geweld tegen vrouwen. Hij stelt vervolgens voor dat ik iets schrijf en uitvoer over het onderwerp.

Hij geeft me een velletje papier met daarop een paar voorgestelde onderwerpen. De laatste suggestie leest: "Als jullie konden praten, wat zou je dan willen zeggen tegen het slachtoffer?" Opeens verandert er iets in me, alsof er een deur wordt geopend.

Als je het hebt over bekend staan als moordenaar, dan veronderstel je misschien dat iemand in de gevangenis daar niet zoveel moeite mee heeft. Je zou denken dat we hierover praten zoals we over eten en de bewakers kletsen. Of misschien denk je wel dat we het stereotype zijn van gevangenen, en onze misdaad vol trots met ons meedragen. De meesten van ons zitten zo niet in elkaar: we hebben het er vaag over, of we doen alsof het niet bestaat.

Alleen mijn beste vrienden weten wat ik heb gedaan. Er was zo weinig bekend over mijn zaak dat er een tijdje een gerucht rondging dat ik iets te maken zou hebben met een raar zedenmisdrijf. Het maakte mij niet uit, een smerige leugen is immers makkelijker te verdedigen dan de waarheid.

Advertentie

Terwijl ik aan mijn gedicht werk voel ik de plicht om authentiek te zijn. Ik betrap mezelf erop dat ik soms wegdroom en de werkelijkheid van mijn misdrijf vervorm, en dan moet ik stoppen en opnieuw beginnen.

De dag is aangebroken.

Terwijl ik door de dubbele deuren van de kerk loop, zie ik een stuk of 50 gevangenen keuvelen met een handjevol mannelijke en vrouwelijke gasten van buitenaf.

De zenuwen gieren inmiddels door mijn lijf en ik zeg tegen mezelf: "Je kan het." Ik vind het eng om het podium op te gaan, maar ik ben nog nerveuzer over alle dingen die ik ga zeggen.

En dan is het ineens mijn beurt om het podium te betreden. De lichten zijn te fel om verder te kijken dan de silhouetten op de eerste rij en om de gezichten in het publiek van elkaar te onderscheiden. Ik vraag me af of Bass en Hilton er zijn, en op dat moment wens ik dat ik gewoon in de keuken zat te praten over bullshit.

Al snel hoor ik een rare stem uit de speakers komen en realiseer ik me dat ik dat zelf ben.

"Dit is de eerste keer dat ik mezelf hoor praten door een microfoon, en ik moet zeggen dat het best goed klinkt." Ik lach en het publiek lacht ook. Ik relax.

"De meeste mensen weten niet waarom ik al 26 jaar in de gevangenis zit. Op 18-jarige leeftijd pleegde ik een moord en kreeg ik 105 jaar tot een levenslange gevangenisstraf opgelegd. Sindsdien heb ik twee simpele vragen nooit kunnen beantwoorden, namelijk: waarom en hoe heb ik het gedaan? Daarom schreef ik dit gedicht."

Advertentie

Ik adem diep in, druk mijn handpalmen tegen elkaar en begin met voorlezen. Het gedicht is bedoeld om gehoord te worden, niet gelezen, maar dit is een samenvatting:

Kijk hier. Dit is een mes, en wat ik jullie nu ga vertellen is een verhaal over mijn leven. Als je me open zou snijden, dan zou je zien dat ik bloed van verdriet. Mijn eigen schaamte zorgde ervoor dat ik mezelf verborgen hield, tot nu op dit podium. Ik zal het vrijlaten, en ik zal jullie laten zien dat alle shit die door mijn aderen stroomt vloeibare pijn is….Met tranen in haar ogen en een trillende stem smeekte ze me om een andere keuze te maken…..Maar haar tranen vielen op oren die te jong waren om ernaar te luisteren. Ze zei dat ik het niet hoefde te doen. Ik zei haar te gaan liggen. Een schot. Pow. Nu is het gedaan. Nu is het klaar. Ik was zo stom. Wat dacht ik wel niet. Wat als iemand mijn kind had vermoord, mijn kind had weggenomen en daarmee mijn gezin verwoestte. In een seconde tijd maakte ik niet een maar twee levens kapot. Ik verscheurde niet een maar twee families….Melissa stierf letterlijk voor niks en zo voel ik me ook, niks…..Ik kan niet terug in de tijd om het terug te draaien…..Ik kan het mezelf niet vergeven, dus ik verwacht ook niet dat jij dat doet….Vanaf nu zal ik nooit meer laf zijn. Ik zal geconfronteerd worden met deze pijn, mijn bloedende aderen dichtnaaien en mijn leven leiden zodat ik kan bewijzen dat ze niet voor niets is gestorven. Het spijt me. Dat is alles wat ik écht wil zeggen….HET SPIJT ME!!

Advertentie

Terwijl ik de laatste en belangrijkste regel van mijn gedicht voorlees, de reden waarom ik daar sta, zeg ik: "Het spijt me!"

Nadat ik het podium af ben gelopen, ongeveer halverwege het publiek, zit een vrouw aan het gangpad ongecontroleerd te huilen.

"Gaat het, Elizabeth?" Vraagt een jongere man naast haar, met zijn arm om haar schouders.

Elizabeth blijft snikken, met haar handen voor haar gezicht geslagen. Plotseling verontschuldigt ze zich en haast ze zich de kerk uit naar de toiletten en de buitentuin.

Eenmaal buiten draait ze zich onbevreesd naar me om. "Ik wil je vertellen over wat ik heb meegemaakt, zodat je kunt begrijpen waarom je gedicht me zo aangrijpt," zegt ze op een strenge toon.

"Toen ik nog jong was, ben ik jarenlang seksueel misbruikt door mijn oudere broer. Niemand wist dit omdat ik me schaamde, hetzelfde gevoel dat jij omschreef in je gedicht. Dit gevoel van schaamte en verlegenheid zorgde ervoor dat ik dacht dat niemand me zou geloven, en dat deden ze ook niet. Toen ik eindelijk de moed had verzameld om er publiekelijk over te praten, geloofde iedereen de leugens van mijn broer. Ik zou alles verzonnen hebben voor de aandacht, en proberen om een boek te verkopen."

"Dat is vreselijk," zeg ik. "Wat is er toch mis met sommige mensen."

"Dat weet ik ook niet. Uiteindelijk wil ik gewoon een verontschuldiging. Daarom greep je gedicht me aan. Ik heb een sorry nodig van iemand die het me niet wil geven, en jij wil sorry zeggen tegen iemand die het niet kan horen."

Ze legt haar hand op mijn hand.

Jason Thompson, 42 jaar, zit in gevangenschap in het Marion Correctional Institution in Ohio waar hij een levenslang durende straf uitzit wegens moord, roof en ontvoering.