FYI.

This story is over 5 years old.

Oekraine

Maak kennis met de Nederlander die de gestolen kunst uit Oekraïne terug moet halen

Arthur Brand onderhandelt met milities over 24 schilderijen die in 2005 uit het Westfries Museum in Hoorn werden gestolen.
Afbeeldingen met dank aan Arthur Brand

Op een warme augustusdag is Arthur Brand in een kantoor niet ver van de Nederlandse ambassade in de Oekraïense hoofdstad Kiev. Staand is hij zeker 1.90 meter lang, met een professioneel geknipte blonde haardos en ruige gezichtstrekken die niet zouden misstaan op een Viking. Vergezeld door een Nederlandse politieofficier en een tolk ontvangt hij de anti-Russische strijder Borys Humeniuk, een beer van een vent die er duidelijk bedreven in is om mensen om hem heen te intimideren. “Hij is echt zo iemand die je liever niet in een donker steegje tegenkomt,” vertelt Brand aan The Creators Project. “Ik hou wel van die types, waarvan je aan hun gezicht al kan zien dat het criminelen zijn. Dan weet je tenminste wat je aan ze hebt.”

Advertentie

Humeniuk vertegenwoordigt de Vereniging van Oekraïense Nationalisten, een ultrarechtse paramilitaire groep die onlangs de 24 gestolen schilderijen uit het Westfries Museum uit de hoge hoed toverde. Brand is er om te onderhandelen over de terugkeer van de kunstwerken naar Nederland, maar hij komt met slecht nieuws voor Humeniuk, die niet minder dan vijf miljoen euro voor de schilderijen verwacht.

Dat ‘slechte nieuws’ heeft vorm in Brands onderzoek – bestaande uit veilingdata en waarderingen van vergelijkbare kunstwerken – dat Humeniuk van de werkelijke waarde van de schilderijen moet overtuigen. Tot op heden hebben de mannen nog geen wet overtreden. Ze zijn uit op de 10% vindersloon die gangbaar is in dit soort zaken. Pas als ze weigeren de buit terug te geven zal de politie zich met de zaak gaan bemoeien. Het probleem is dat Humeniuk uitgaat van een waardering die honderd keer zo hoog is als de eigenlijke waarde van de kunstwerken. En het is aan Brand om hem dat te vertellen.

Deze foto van een van de schilderijen met een Oekraïense krant bracht Brand op het spoort van de locatie van de gestolen kunstwerken

De 24 schilderijen in het bezit van Humeniuk zijn van 17een 18eeeuwse Hollandse meesters, tijdgenoten van Rembrandt en Vermeer, hoewel ze nooit voor vergelijkbare prijzen onder de hamer kwamen. Desalniettemin zijn ze van grote waarde voor hun thuis, het Westfries Museum in Hoorn, waar ze sinds de inbraak in 2005 een gat in de collectie hebben achtergelaten. De schilderijen zijn bij elkaar getaxeerd op 500.000 euro, en museumdirecteur Ad Geerdink is bereid om de 50.000 euro vindersloon te betalen. Maar dat is wisselgeld bij de vijftig miljoen waar Humeniuk van uitging. Dat zou een beloning van vijf miljoen euro betekenen, niet 50.000. “Ze hadden hun vriendinnen al nieuwe huizen beloofd en dan ben ik daar opeens om ze een reality check te geven,” vertelt hij. Geharde Oekraïense militairen vertellen dat hun gouden bergen niet gaan komen is op z’n zachts gezegd geen dankbare taak, maar voor Brand hoort het bij zijn werk.

Advertentie

Brand is betrokken geweest bij het oplossen van een paar van de meest spraakmakende kunstroven en vervalsingen van de 21eeeuw. Met douanebeambten en nationale politie aan de ene kant en kunstsmokkelaars, vervalsers en schatzoekers aan de andere, is Brand zoiets als de Indiana Jones van de kunstwereld. Een Indiana Jones zonder zweep en in pak welteverstaan, die vertrouwt op onderzoek, integriteit en vernuft om zich staande te houden in wat de FBI omschrijft als de derde zwarte markt van de wereld — alleen in drugs en wapens gaan meer geld om.

In zijn carrière spoorde Brand een 1.300 jaar oude schat op die uit een Peruviaanse tombe was gestolen, en hielp hij het enige exemplaar van het Evangelie naar Judas terug te brengen naar bijbelgeleerde in Egypte. In 2011 richtte Brand met collega David Kleefstra het consultancybureau Artiaz op, dat musea en overheden bijstaat in het lokaliseren en terugkrijgen van hun zoekgeraakte kunst. Eerder dit jaar ontdekten ze de door Hitler geliefde paardensculpturen van Josef Thorak, waarvan men dacht dat ze verloren waren gegaan n de slag om Berlijn. De beelden bleken in het bezit van een groep neonazi's. Het afgelopen jaar heeft hij nauw samengewerkt met Westfries Museum-directeur Ad Geerdink in de zoektocht naar de vermiste schilderijen. “Hij is een echte professional; toegewijd, goed geïnformeerd en een intelligente onderzoeker, met de juiste rechtvaardigheidsgevoel en een liefde voor kunst,” vertelt Geerdink aan The Creators Project.

Advertentie

Brand kwam bij toeval in aanraking met de zwarte markt in antiek, en wel aan de verkeerde kant van de wet. Uit verveling volgde hij een groep zigeuners de woestijn in de buurt van Andalusië in Spanje, waar hij een tijdje studeerde. Ze nodigden hem uit voor een avondje illegaal graven naar antieke voorwerpen, een gelegenheid waarbij hij een munt zou vinden die uit het Oude Rome afkomstig was. “Als je daar met een Romeinse munt met een Romeinse keizer erop in je handen staat, die meer dan 2.000 jaar heeft overleefd, dan voelt dat magisch.”

De gigantische sculpturen van Josef Thorak, oogappeltjes van Adolf Hitler, die Brand hielp terug te vinden.

Terug in Nederland begon Brand naast zijn studie met het verzamelen van oude munten, een hobby waarbij hij al snel leerde dat niets vervelender is dan een vervalsing. Om het verschil tussen een echt en nep beter te leren herkennen, nam hij contact op met een man die hij kende van krantenberichten over spraakmakende kunstmisdrijven: de beruchte Michel van Rijn, een ex-kunstsmokkelaar die politie-informant was geworden. “Hij zat daar dan met de FBI, Scotland Yard en de grootste criminelen in de kunstwereld aan tafel. Ik zat ernaast, niet aan dezelfde tafel, maar eentje verderop. Dan leer je snel.”

Van Rijn, een bebaarde man met de verweerde huid van een visserman, mocht de jonge academicus en muntenverzamelaar wel, en stelde hem voor aan de informanten, politieagenten en smokkelaars die uiteindelijk de kern van zijn netwerk zouden gaan vormen. “In het begin noemden ze me een idioot en zeiden ze dat ik nooit zou begrijpen wat ze precies deden, maar dat is inmiddels wel bijgedraaid,” lacht Brand.

Advertentie

Ondanks zijn niet geheel zuivere verleden was het Van Rijn die Brand leerde dat vertrouwen cruciaal is. “Als je liegt tegen criminelen dan schieten ze je overhoop of ze werken nooit meer met je. Als je liegt tegen de politie dan arresteren ze je. Als je iets wilt in deze wereld, dan moet je eerlijk zijn tegen iedereen.” Het zijn waarden die Brand als kleine jongen al leerde van zijn vader, die docent op een school was. “Hij zei: als je ooit een fiets steelt dan breek ik je hoofd in tweeën.”

Gewapend met connecties en kennis is Brand nu een van de bekendste anti-smokkelaars van de wereld. Hij houdt van avontuur, roem en dure kunst, maar het gaat hem niet om persoonlijke welvaart, zegt hij. “Ik hoef niet in de krant te staan als de volgende grote crimineel in de kunstwereld, ik wil mysteries oplossen. Ik wil mezelf in de spiegel kunnen kijken als ik ’s ochtend opsta.”

Kunst terugbrengen naar de plek waar het thuishoort, het museum, is dan ook de belangrijkste drijfveer in een verder veelal corrupte kunstwereld, benadrukt Brand. Hoewel Interpol het erop houdt dat de kunsthandel lastig in te schatten is, denkt Brand dat maar liefst een derde van de miljardenmarkt rond kunst vervalst is, terwijl 30% van de antieke artefacten in galeries en musea volgens hem van illegale opgravingen afkomstig zijn. Of hij nu bezig is om oude documenten te analyseren, contacten in de smokkelwereld te onderhouden of mee te helpen in een politieonderzoek, zijn doel is altijd hetzelfde: “Ik hou van kunst. Ik verzamel kunst. En ik haat vervalsingen en dieven.”

Advertentie

Vanity (1622), Jacob Waben. Een van de schilderijen in handen van de Organisatie van Oekraïense Nationalisten

Terug in zijn kantoor in Kiev slaat Humeniuk het bod van 50.000 euro resoluut af. “Dit gaat een probleem vormen,” zegt hij. “Mijn mensen hadden iets anders verwacht.” Hij vertrekt, met het voornemen zijn mensen toch te overtuigen. Binnen een week ziet Brand echter dat de schilderijen alweer te koop aangeboden worden. Momenteel werken Brand, de Nederlandse autoriteiten en de Oekraïense regering samen om de 24 schilderijen terug naar Nederland te brengen. Maar de situatie is delicaat en onvoorspelbaar. Inzet van deze koorddans zijn wat ooit de belangrijkste stuken van het Westfries Museum waren, een uniek inzicht in de Gouden Eeuw en een “onschatbaar puzzelstuk in het verhaal van wie we zijn,” aldus Geerdink.

Ondertussen komt het Nederlandse referendum van 6 april over het associatieverdrag met Oekraïne steeds dichterbij. Dan zal het Nederlandse volk zich uitspreken of het de voorgenomen verregaande economische en politieke samenwerking van de Europese Unie met het land ondersteunt. Een Nederlands ‘nee’ zou zich wel eens als een olievlek over andere lidstaten kunnen verspreiden, met desastreuze gevolgen voor de toetreding van het land tot de Europese Unie.

Het maakt de zaak tot meer dan een kunstroof alleen – als het dat ooit al was. Het is immers niet ondenkbaar dat het onvermogen van Kiev om de schilderijen op tijd terug te brengen straks een negatieve invloed zal hebben in het stemhokje. "We realiseren ons dat de gestolen schilderijen een spil zijn geworden in een zeer complexe situatie, waarin ook de gevechten in Oost-Oekraïne, de neergeschoten MH17-vlucht en de affaire rond het Krim-goud een rol spelen,” aldus Geerdink.

“We zijn op de hoogte van alle stappen die deze mensen hebben genomen en we hebben al die informatie overgedragen aan de Oekraïense regering. Nu wachten we op de uitkomst,” zegt Brand. “We hebben niets van doen met het referendum — we willen gewoon onze schilderijen terug.”

Ga naar de website van Arthur Brand voor meer informatie.