Deze ijswinkel is zo goed dat Israëli’s Palestina binnensluipen om er te eten
Foto’s door Christopher Beachamp

FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Deze ijswinkel is zo goed dat Israëli’s Palestina binnensluipen om er te eten

“Het ijs is elastisch als gesmolten kaas. Ik word zo verdrietig van het idee dat ik het misschien nooit meer zal eten.”

In het vliegtuig naar Tel Aviv begon de Israëlische vrouw die naast me zat tegen me te praten. “Waar verblijf je straks?” vroeg ze beleefd. “In Ramallah, op de Westelijke Jordaanoever,” antwoordde ik.

Aangezien Ramallah het administratieve centrum van de Palestijnse Autoriteit is en wordt beschouwd als no-go-zone voor Israëli’s, vermoedde ik dat mijn antwoord het gesprek een negatieve draai zou geven. In plaats daarvan begon haar gezicht te stralen.

Advertentie

“Oh mijn god, je hebt zoveel geluk,” zei ze. “Als je er bent, moet je naar ijswinkel Rukab gaan. Toen ik een klein meisje was, ging ik erheen. Het ijs is elastisch, als gesmolten kaas. Ik word zo verdrietig van het idee dat ik het misschien nooit meer zal eten.”

Toen het Oslo I-akkoord in september 1993 werd ondertekend, werden delen van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook opgedeeld in officieel aangewezen zones: A, B en C. Deze gebieden worden zowel door de Israëlische regering als de Palestijnse Autoriteit erkend, en steden als Ramallah vallen onder zone A. In dit gebied wordt het bestuur en de veiligheid door de Palestijnse Autoriteit geregeld en het is voor Israëlische burgers verboden om naar deze zone te gaan, hoewel Israëlische troepen geregeld het gebied binnendringen om invallen te doen en verdachte militanten te arresteren. Zone B staat onder gezamenlijke Israëlisch-Palestijnse controle en er mogen technisch gezien geen Israëlische nederzettingen worden gebouwd. Zone C is elk gebied op de Westelijke Jordaanoever dat onder volledige Israëlische controle staat. Hieronder vallen zowel militaire buitenposten als nederzettingen.

Op de officiële borden naar A-gebieden staan waarschuwingen als 'toegang voor Israëlische burgers verboden', 'gevaar voor je leven' en 'tegen de Israëlische wet'.

Dat geldt ook voor mensen die een ijsje willen.

Ramallah ligt op slechts tien kilometer ten noorden van Jeruzalem en wordt beschouwd als de meest liberale Palestijnse stad. Het onofficiële centrum van de stad is het Al Manara-plein, een rotonde met vijf stenen leeuwen in het midden. Op het plein komen drukke straten uit die zich ’s avonds vullen met zowel burgers als toeristen, die de verschillende restaurants, kebabtentjes en bars bezoeken. Ongeveer drie woonblokken ten oosten van het plein, op de toepasselijk geheten Rukabstraat, zit de meest gerespecteerde ijssalon van Ramallah: Rukab.

Advertentie

De monumentale winkel werd in 1941 opgericht en is tot laat in de nacht geopend. Het werd beroemd met de verkoop van huisgemaakte dondurma: ijs in Turkse stijl, dat wordt gemaakt met mastiek, een bepaald soort hars. De hard geworden druppels hars worden met de hand verzameld op het Griekse eiland Chios en geven het ijs van Rukab zijn kenmerkende elasticiteit en unieke smaak.

Zodra je de winkel binnenstapt zie je de mannen achter de balie gekleurde, bevroren strengen ijs opkloppen alsof ze aan toffee trekken. Banaan, aardbei en pistache zijn enkele van de favoriete smaken van de lokale bevolking. Hoewel alle soorten ijs worden gemaakt met de mastiekhars, heb ik alleen maar oog voor de smaak Arabische gom, het originele recept. Het wordt gemaakt met niet veel anders dan melk, suiker en mastiek. De koele romigheid heeft een heldere, houtachtige nasmaak van ceder en dennen. Een mondvol dondurma uit een hoorn trekken is al een dans: je moet de elastische strengen met je mond terug naar de hoorn volgen en de draad afbijten met een snelle beweging van je tanden.

Jimmy Rukab, de huidige mede-eigenaar, legt me de etiquette voor het eten van een ijsje uit en vertelt poëtisch over de geschiedenis van zijn familie. “Mijn grootvader opende deze winkel in 1941, maar hij verkocht daarvoor al ijs uit een straatkarretje. Zijn vader werkte vroeger in de sinaasappelboomgaarden van Jaffa, maar overleed op de dag onverwachts. Mijn grootvader was toen pas vijftien en het gezin moest vechten om te overleden. Zijn moeder (mijn overgrootmoeder) had een oud Turks ijsrecept in haar bezit dat gebruikmaakte van de mastiekhars. Ze maakte elke dag een emmer, die mijn opa op straat verkocht. Alles kwam voort uit die drang om te overleven.”

Advertentie

De winkel ligt op een geplaveide hoek en heeft een roze lichtreclame. Als je goed kijkt kun je de schade aan de buitenkant van het gebouw zien, die is ontstaan door recente straatconflicten. Jimmy wijst me dertig plekken aan waar de winkel is getroffen door zowel rubberen als echte kogels.

“Onlangs kwam het Israëlische leger ’s avonds naar Ramallah om chemicaliën in beslag te nemen van een boekwinkel, die spullen aan scholen verkoopt voor scheikundelessen. De Palestijnen gooiden met stenen en het leger schoot met rubberen en echte kogels. Vier mensen werden geraakt. Ik ging aan het werk terwijl er grote plassen bloed op straat lagen, maar de volgende dag leek het alsof er niets was gebeurd. Zo is het leven hier.”

Jimmy ging naar de middelbare school in Ramallah en vertrok daarna naar de Universiteit van Boston voor zaken. Hoewel hij een Amerikaans staatsburger is, koos hij ervoor om terug te gaan naar Ramallah om het familiebedrijf te helpen groeien en onderdeel uit te maken van wat hij een “optimistische nieuwe generatie Palestijnse ondernemers” noemt. Politieke ontwikkelingen blijven echter voor onrust zorgen in de stad en de regio. Jimmy gelooft dat de ijsverkoop in zijn winkel als lakmoesproef dient om het spanningsniveau in de stad te meten.

“Toen Donald Trump besloot om de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem te verplaatsen, was er hier ontzettend veel spanning. Demonstranten staken vuren aan in de straten en vochten met het Israëlische leger. Velen van ons vreesden dat er een grootschalige opstand zou komen. Als deze dingen gebeuren, verkopen we niet veel ijs, omdat de Palestijnen op hun geld gaan zitten. Als je bang bent dat er een oorlog zal komen, is het laatste wat je gaat doen geld uitgeven aan dingen die je niet nodig hebt.

Advertentie

Je eet ijs omdat je het wilt, niet omdat je het nodig hebt. Het is normaal gesproken erg druk in onze winkel, dus als er weinig klanten zijn en we niet veel ijs verkopen, betekent dat meestal dat er iets ergs gaat gebeuren.”

Mastiekhars

In de buurt van de ijssalon staat een kebabkar op straat, die tot laat openblijft en onbeperkt gratis huisgemaakt augurken aanbiedt. Iedereen die er rondhangt lijkt gelukkig en zegt vriendelijk gedag. Jimmy verzekert me dat Palestijnen slim genoeg zijn om te weten dat de meeste Amerikanen niet van Trump of zijn beleid houden. Ik vraag of het waar is dat Israëli’s Ramallah binnensluipen om de ijssalon te bezoeken.

“Af en toe sluipt een groep Israëli’s met Canadese paspoorten Ramallah binnen, zodat ze mijn ijs kunnen eten. Ze proberen onopvallend te zijn, maar ik kan het altijd horen aan hun accenten. We hebben net nieuw bananenkaramelijs gemaakt, op basis van een toffeerecept van mijn zus. Overal horen mensen over deze nieuwe smaak en iedereen is extatisch.”

Terug in de winkel staat Jimmy erop dat ik een hoorntje meeneem met het bananenkaramelijs. De avond komt ten einde, maar er staan nog steeds een paar mannen in de zaak ijs te eten en over politiek te praten. Ook Jimmy heeft het over de aanhoudende onzekerheid in de regio.

“Ik hoor alle complottheorieën als ik in de winkel werk. Het is een vreemde tijd, omdat we niet echt weten wat ons te wachten staat. Sommige mensen zeggen dat de leiders van zowel Israël als Palestina vrienden zijn en een groot plan hebben om vrede te sluiten. Ze doen het gewoon langzaam, zodat iedereen aan de veranderingen kan wennen. Misschien zal West-Jeruzalem de hoofdstad worden van Israël en Oost-Jeruzalem de hoofdstad van Palestina.

Wat het plan ook is, ik hoop dat het deze keer werkt.”

Volg MUNCHIES op Facebook en Instagram.